
Te Maastricht werden vervaardigd
van 15 Januarij 1566 tot 26 April 1569, Rekening T, 27,233 stuks.
— 2 Augustus 1569 tot 18 April 1570 , U, 6,380 ■—
Te zamen 33,613 Stuks.
32 en 33 zijn vierde deelen van den JBomyondiscAen Daalder of halven
van 30 en 31.
Op de vz. van beide ziet men de zelfde type van de gekruiste laurierstokken,
doGh deze zijn thans als door eenen parelrand omgeven. Op dien parelrand
ligt, bij N”. 32, het vrij groote muntteeken van Antwerpen. Dat van Maastricht,
op N\ 33, wordt in den buitenrand gezien.
De omschriften van voor- en keerzijden zijn de zelfde als vroeger.
Afgebeeld als boven. Z. weegt 6,3 w.
Deze muntsoort, gelijktijdig met de heele en halve Bourgoensche Daalders geslagen,
bevatte, op het zelfde gehalte, in het mark een getal van: // dryender-
n tich penningen, een quaert een zestiendeel ende een vierentsestiohste deel van
// eenen penninqk in den suede.// [dus 33ff]
Mensloegertnsschen 6 Junij 1567 enlO Mei 1569, Rek. NNN, 21,896 stuks.
en tusschen 16 Junij 1569 en 6 Mei 1572, — 0 0 0 , 27,063 —
Dus te zamen slechts 48,959 stuks.
De munt is dan ook, even ais'de volgende, te Maastricht geslagen ) hoogst
zeldzaam geworden. Aldaar werden namelijk slechts vervaardigd:
van 2 Augustus 1569 tot 18 April 1570, Rekening U, 975 stuks.
De zoo even door cms vermeide munten komen met voor in het Kabinet van
den, Pirns de Ligne (uitgegeven, zoo als vroeger vermeld is, in 1847).
Thans gaan wij over tot de Heine munt , of het dusgenaamde payement, onder
Filips geslagen, en daaronder behooren, in de eérste plaats, de vierstui-
verspenningen, onder N°. 34 en 35 afgebeeld.
Deze munfsoort is in 1557 geslagen op het zelfde gewigt en gehalte als de
vroegere vierstuiverspenning van Karel V (door ons afgebeeld op Pl. XXV,
N'. 12). Dooh in de Rekening Antwerpen GGO, loopende tot' 9 Julij 1558,
worden slechts 3,940 vierstuiverspenningen verantwoord; in de Maastrichtsehe
Rekening R, loopende tot 14 October 1558,niet. meer dan 14,825, missehien
nog wel grootendeels van. Karel V.
Deze muntsoort is dus zoowel te Antwerpen ala te. Maastricht vervaardigd,. en
thans, naar het sehijnt, in het oorspronkelijke niet meer: voorhanden; althans,
welke moeite wij- ook aanwendden, om die op te sporen, het was vruchteloos.
N". 34 heeft op de vz. de zinnebeelden der Orde van het Gulden Vlies, namelijk
de gekruiste en door een vunrstaal verbondene laurierstokken onder eene
Koninklijke kroon; van onder het juweel en het gulden vlies; ter zijde de von-
ken; alles gevat in eenem dubbelen. eitkeL Omschrift , na een roosje:
: PHS -.D-Ö-map • ANG • Z • REX • DVX • BRAD :
Op de kz. vertoont zieh-het groote gekroonde wapenschild van Spaaje;. ter
wederzijde van hetzelve, de letters : P P
zijnde de eerste van ’s Konings naam. Omsehrift:
. DOMINVS • M1CHI • ADIVTQR §j
Afgebeeld in den Beeldenaar van 155.9, bl. 10 (Amsterdam, bij janewoubt-
zoon) , en verder in volgende Beeldenaars.
Z. B. De wigt zal zijn als van den. yierstuiverspenning van Karel V.
N°. 35, eene keerzijde van den Maastriohtschen vierstuiverspenning, is door,
ons nergens., noch in het oorspronkelijke, noch in afbeelding, gev.onden.; doch
wij lezen in de Muntmeestersrekening R, dat er van deze muntsoort voor 14
October 1558 370 mark, 5 oncen of 14,825 stuks geslagen zijn geworden,
waaronder toch wel.eenige met den Stempel van Filips IV. zullen geweest zijn.
Zonderling inderdaad, dat er-niet éën stuk overgebleven sehijnt te wezen.
Waarschijnlijk zijn ze niet lang na hunne uitgifte (missehien reeds in of kort na
1561, toen de onderdeelen van den Filips-daalder vervaardigd werden) alle in-
getrokken.
Het gehalte dezer stukken was ruim. (7 penn. 10 gréin).
N"' 36 en 37 zijn de Stuivers, mede tusschen de jaren 1557 en 1559 geslagen,
en het eerst in den boven aangehaalden Beeldenaar van 1559 afgebeeld;
daar alleen voor Antwerpen; in volgende echter ook voor Maastricht. Nimmer
kwamen ze ons, noch iemand onzer vrienden, in het oorspronkelijke voor, wel
dito voor Gelderland, Holland, Vlaanderen en Doornik.