
zwaard in de band ter halver lijf en naar de regterzijde gekeerd. Omschrift :
^SBRICVS D
44
d. i. HerAicm Dute.
Op de kz. ziet men aUeen eene kerk of dusgenaamd partaal, eme type^welke
de Heer Piot in het IIP Deel der Berne, bl. 241, (en , wanneer wij letten
op onze eigene meening ten aanzien van dergelijke afbeelding op de munten
der GodMeds geuit, te regt) aan de muntplaats Antwerpen toesehrijft. — . Op
de kerk ziet men een lelievormig versiersel en ter zijde, immers naar het
schijnt, eene aniiere soort van bloem.
Weegt 0,69 wigtjes of bijna 7 korrels.
Afgebeeld Berne Belge, T. I , Pl. X I , N”. 6. Vermeld in Cab. du Brince
de Ligne, p. 110 , N°. 20, als zijnde van R5.
HEN D R IK II EN II I.
(1235—1261).
Wij zijn genaderd tot de munten, die door de Belgische Numismatici aan Hendrik
II en III (1235—1248 en 1248—1261) toegekend werden.
De laatste Hertog verleende in 1252 aan Breda aanzienlijke voorregten.
De eerste Denier heeft op de vz. de afbeelding van een kasteel of gebouw met
drie torens; op den middelsten toren ziet men een krais. Geen omschrift.
Op de kz. vertoont zieh het Karlovingische krais met de vier bolletjes tus-
schen deszelfs beenen in een parelcirkel. Van het omsehrift zijn alleeh lees-
baar de letters: w E p s
welke men meent dat Antwerpen zullen moeten äandüiden.
Z. weegt 9 korr.
Afgebeeld in de Berne Belge, T, H I, Pl. IX, X?. 4 , akinede bij Mértens
en Torfs, GeseTàedenis nan Antwerpen, Deel IH , bl. 680.
Te regt is men echter later (na het in plaat brengen der munten) overeenge-
komen, dat de type dezer munt ouder moet zijn dan de tijden van. Hendrik H ,
en dat zij tot Hendrik I zoude dienen gebragt te worden. .
De 2 ', die, blijkens het gemis van omschriften,. even als de 3" ouder schijnt te
zijn, heeft op de vz. eeñen leeuw, naar men meent, in diedagen de gewone type
der te Leuven geslagene munten.. Kz. het Karlovingische krais.„.ais op deÑ\ 1.
Z. weegt 8 korr.
Afgebeeld in de Berne de la Num. Belge, T! I l l , Pl. IX, N°. 6.
De Ѱ. 3 is in type aan N". 2 gelijk, doch de grootte is de hejft minder.
Z. weegt 4 korr.
Afgebeeld in de Berne Belge, T. I l i , Pl. IX , N°. 7.
N°. 4 schijiit den overgang aan te bieden tussehen het Karlovingische ferais,
en het dusgenaamde Brabandsche krais met den nam des Mwrtmeesiers tus-
schen deszelfs beenen.
De vz. bevat alleen de bovenste helft van eenen leeuw. De kz. het dusgenaamde
, aan de punten verbreed uitloopende, Brabandsehe ferais, tussehen
welks beenen zieh beurtelings bloempjes en vier bolletjes vertoonen.
Z. vvdegt -8 k. -
'Afgebeeld in de Berne Belge, T. H I, Pl. IX, N°, 9,
De N°, 5heeftop de vz. eenen klimmenden leeuw.. Op de kz. 'tussehen
d,e beenen van. het kruis de letters, B en 2S; verder twee ringen p î cirkels met
twee bolletjes. De letters B2Î zijn waarschijnlijk.de twee eerste letters yan den
Muntmeestersnaam Bastims of eenen dergehjken.
Z. weegt als voren.
Afgebeeld in de Berne Belge, T. I , PL XI, N°. 12.
N°. 6 bevat op de vz. weder eenen leeuw. Op de kzi ziet men tussehen
de beenen van het eenigzins anders opgesierd kruis de letters BOLL. De laatste
L heeft een streepje door het opstaandè gedeelte, misschien om LW aan
te duideni Het is- ongetwijfeld wel een MUntmeestersnaam.
Z, weegt als voren,
6 *'