
lezen in art. 17 der Instrnctie. voor M. tlu. Chsstcl, meester particulier van
den munten van Brabant tsatwerpen van 22 Dec..l52t: »Item noeb sal de voir-
" soreve meester- moegen jairlycx converterer! in zwarttea penningen,, die cours
»ende loop hebben sullen voer twee miten brabante, de weleke houden- sullen
» vier- greÿnen fyns silvers in alloye ende van; twyntioh soellingen- rnaken twee
»hondert veertich inde snede int troysohe-marci de quantiteyt van dertich marck
»fyns silvers ende niet meer, remedien van eenen greyne,int alloyevende van
»zesthiene der selver penningen int gewichte op elck mnrck wercx sonder meer,
»de welcke de voirschreve meester sal doen wercken schoone rondt ende gelyck
»van gewichte alsoe nae alst doenlyck is, van weleken penningen men maken
» ende trecken sal buyten marck fyns silvers vier ponden grooten vlems. »
Te Antwerpen zijn, naar aanleiding van bovenstasnde: Instrnctie, vervaar-
digd; i
vóór 8 Maart 1521, Rekening MM, 177,885 stuks.
In de volgende Rekening komen deze munten voor onder den naam van corten,
en zijn er geslagen, tusschen
18 Maart 1521 en 20 Aug. 1523, Rekening NN, 289,680 stuks.
21 Aug. 1523 en 23 Julij 1524, — ------ 0 0 , 130,872 —
5 Aug. 1524 en 25 Aug. 1526,----------- PP, 294,072 —
Doch- in dat tijdvak vervaardigde men ook zulke munten op hooger allooi, en
wel van 7 grein ; doch van- (lezc. gingen er 14 stuks minder op, een mark , na-
melijk slechts 226. '
Van deze werden vervaarÄgdf . 305)8.34 stuks..
Tusschen 26 Augustus 1526 en 31 Maart 1527(8), voor
Paschen, sloeg men op een allooi van 4 grein . ., 222,420 —
- —- — 7------- . . 60,4*58 - -—
Tusschen 16 Maart 1527(8) en 28 Augustus 1529
op een allooi van 4 grein . Q j . p . i 423,870 __
— — -----— 7 —- . ; ;.... 70,541 —
Tusschen 28 Augustus 1529 en 20 December 1529
alleen op een allooi van 4 grein . . . . . 43,740 __
Tusschen 19 Jan. 1529(30) en 15 Aug: 1531, als, voren , 681,750 —
Tusschen 7 Aug. 1531 en 18 Jan. 1532(8), als voren, 300,510 stuks.
12 Febr. 1532(3)-en 11 Febr, 1535 , --------- 738,600 —
te zamen alzoo van de beide gehalten 2,847,723 stuks.
De Heer Verächter is van oordêel , dat onze N". -24 , en niet de N“. .22 , de
muntsoort is, genaamd «werte perming van twee- myten brabante, zoo even vermeld,
en dat onze boven beschrevene N”. 22 is de » nyeuwen pennine geuaemt
-vwitte vlaemsebe corten oft drie myten brabants,,» boudende 15 grein fijn zilv.
en van 451 in de snede, vermeld in de Rekening van 12 Februarij 1532(3)
tot 11 Februarij 1535, als gëslàgen ten getale van . 171,662 stuks.
in die van 12 Februarij 1535(6) tot 14 April 1537 . 411,923 —
in die van 15 April 1537 tot 28 Februarij 1538(9) . 259,212 —
in die van 28 Februarij 1538(9) tot 29 October 1540 met geslagen.
Wij weten niet T5f er dater gemunt zijn,want de'Rêkëning van 5 Jtilij 1542
tot 23 Augustus 1545 geeft het getal uit het mark vervaardigde driemijtstukken
niet op. Wij gelooven echter, dat ze in dien tijd en verder van 128 in het
mark vervaardigd zijn, en wel alzoo gezamenlijk 842,797: stuks.
NV 23, door Brabandsche muntkundigen opgegeven als tot Braband te be-
hooren, beeft op de vz. alleen eenen leeuw naar de linkerzijde gekeerd, zonder
eenig opschrift.
Op de kz. vertoont zieh een hoogst eenvoudig gevóet kruis, tusschen welks
beenen de letters: K V R I
d. i. Karolus V Momammtm Imperator. .
(Men ziet, dat onder de regering van Karel de oud-Duitsche lettervorm, die
doorgaans alleen in eenige weinige letters meer zigtbaar is, langzamerhand plaats
heeft gemaakt voor de Romeinsohe kapitale.)
Eene dergelijke munt, wat deze keerzijde betreft, doch hehbende op de vz.
de-gekroonde letter K, beeiden wij af op Pl. XXXVI, N\ 1.
Van beide waren ons vroeger nergens afbeeldiugen voorgekomen. De Heer
Verächter,.meent, dat het zullen zijn de »Útrechtsche myten». (d. i. mijten als
die te Utrecht vervaardigd), vermeld in de Müntmeestersrekening van Antwerpen
van 15 April 1537 tot 28 February 1538(9), als geslagen [zonder opgave
van het aantal dat uit een mark kwam] ten "getale van 260,960.