
m y t s " > beIooP t a e " s e i a e ......................................................; ijo s x g gold. IQ . x x x v iij .M-t.
Noch es dese vmiseyd meester sohuldioh op elok marok wercx dat aen deseu penninok
ovosduet, tvreelf eon half aes, beloopt opt geheel weiok dertien marok vier onoen thien
lUgels scaers, die marck gerekent tot elf gulden negen shivers vj myten ix xxxij™ deelen
van dor myten, m a e c t ............................................................. lv guW. vy, g | | | j
Desen Bourgoiusdien daelers es geassayeert by Jan van Impegem, assayeur partioulior
in der munten tot Antwerpen, ter ordonnancien van mynen heeren van den financien ende
es bevonden commende vuyten viere te schaers int alloy een half greyn ende een sestiende
Jede van een greyn, maect opt geheel werck thien marck, thien penningen vier greynen
ende vyf achtedeelen van een greyn, die marck gerekent tot tweelf gulden tweelf stuvers,
“ *** ' * • • • • • • • . 0 xxxvj gold, xiiij ••
Ende es noch dese voirseyde meester schuldich voeie die augmentatie dat desen penniuck
es gevalueert ende gemunt op xxvij I stuvers ende wordt getollereert vuyt te geven tot xxxij
stuvers, compt voere die augmentatie op dese somme . . c xxiiij gold, xiiij* xviij »nyt.
Noch heeft de voirschreve meester binnen den tyde deser rekeninge doen weroken ende
munten aen halfve bourgoinsche dalere, gevalueert tot derthien stuvers iij oort, houdende
thien penningen seventien greyn fyns silvers int alloy ende van sestien eenen halfven een
achtste deel ende xxxij« deele ende c xxviij» deel van eenen penninck in de suede in de
tmissche marck,. de qnantiteyt van vier hondert sees marck een once, daer van bevonden
syn sen sisal yen tweentwintich marck twee oncen ende in de bnsse sessentwintich penningen,
die sisaiien afgetrocken ende een marck om die busse te maeken, resteert drie hondert tween-
liehtentich marck seven oncen, die gereduceert ten fyne maect drie hondert eenenviertidh
marck seven penningen drientwintich greynen scaers, waer af die voirschreve meester schul-
3:ch es veer sagnouraige van elck marck fyns eenen stuver, maect de somme van
xvij gold- j* xxxj my>-
Yan dese halfve bonrgoeusche dalers es een marck gewegen ende bevonden te scaers we-
?nvk achiien aes een half, compt opt geheel werck een marck dne oncen een ingels elf aes
em quart, die marck gerekent tot elf gulden negen stuvers vj myten ix xxxije deelen van
myten 3 meet de somme van » • » . . . xv jyjs xlviji myt.
Noch es de voirschreve meester schuldich op elck marck wercx dat aen desen penninck
oYoschiet op elck marck tweelf .aes een half, maect opt geheel werck seven oncen negen
lagels achtaen aes, die marck gerekent tot elf gulden negen stuvers sees myten ende negen
in ij« deelen van den myten maect . . . . . . x guld. xiiij8 ix “yt-
Desen halfven bourgoenschen daler is by den assayeur dan van impeghem- bevonden com-
mende vuyten ri®e te schaers int alloy drie achtste deelen ende een xxxijen deele van
een greyn, beloopt opt geheel werck sees penningen elf greyn een halff, die marck fyns gerekent
tot twelf gulden tweelf stuvers, maect . . . . vj g«Jd. xvj* iij
Noch es de voirseyde meester schuldich voer die augmentatie dat desen halfven daler
maer en es gevalueert voere derthien stuvers drie quart ende wordt getollereert vuyt te
geven tegen sestien stuvers, beloopt die augmentatie van desen wercke de somme van
VJXj gold, y jn ¡fijt, j quart
Dese voirgenoempde meester heeft noch binnen den tyde deser rekeninghe doen wercken
ende munten aen oort dalers, gevalueert tot sees stuvers ende seven achtendeele, houdende
thien penningen seventhien greyn in alloy ende van dryenviertich een vxerendeele een ten-
tliiende deel ende vierentsestichste deel van eenen penninck in den snede, de qnantiteyt
van tweendertich marck, waer van bevonden syn achtervolgende des Waerdeyns boeck aen
sesalien twee marck vyf oncen, ende in de busse seven penningen, sesalien afgetrocken ende
vier penningen oft een once om dassayen te maeken, rest negenentwintich marck twee
oncen, die gereduceert ten fyne maect zessentwintich marck eenen penninck vyf greyn een
quart, waer aft' die meester schuldich es voer seignouraige eenen stuver van den marck
fyns, maect . . . . . . . . . xxyj* iiij iij qoart.
Hieraf syn vier penningen oft een once gewegen ende bevonden te scaers wegende een
aes, beloopt op die marck acht aes, maeckt in als seven ingels thien aes die marck gerekent
tot elf gulden negen stuvers vj myten negen xxxije» deelen van eenen myten, maect
X* xxij “ J1- iij quart.
Noch es desen voirschreve meester schuldich dat. op elck marck is ovexschot tweelf een
half aes die de voirschreve meester betaelen moet, compt opt geheel werck eiff ingels derthien
aes een half, die marck tot elf gulden negen stuvers sees myten negen xxxije* deelen
van eender myten, compt opt geheel werck . . . . xvj* xvij “ jt- j quart.
Dese ort dalers syn bevonden by den assayeur tot Antwerpen Jan van Impeghem commende
vuyten viere te cranck int alloy een greyn, maect opt geheel werck eenen penninck
vyf greyn een quart die marck gerekent tot tweelf gulden tweelf stuvers, maect
XXV* xxviiji mjt.
Noch is de voirseyde meester schuldich dat dese oort dalers syn gevalueert op sees stuvers
ende seven achtedeelen van eenen stuver ende wordden nae der tollerantien vuytgegeven
tegen acht stuvers, maect dat den meester schuldich es voer die augmentatie van deseii
werck de somme van . . . . . . . . xij **■*• xl “ j** i qu*rt-
Somme van alle den ontfange deser rekeninge . . . . ixc 1* ij* yj