
w.
Waelhem (pieter van) , Waardijn onder
Hertogin maria van Bowrgondie, bl. 175.
Walck&ren (zeldzame denier of halve groot van
Jan II (?) ontdekt op het strand van}, bl. 65.
Walderen (lodewijx van) , Mnntgravenr,
bl. 131.
Wale ram IY van Limburg (Munt van Her-
tog), bl. 45, 47.
WaUncourt (munt van ja n , Heer van), bl. 52.
Walsche gecleelte van Braband, hoofdplaats
Nyvel, bl. 109.
Walt beteekent op de munten waarschijnlijk
' niet Valkenburg, bl. 49; oök niet Wal-
court t bl. 52; maar wel walterus, d. i.
wouter van berthoud , Heer van Mechelen
, bl. 53.
Wapenschild van karel V , bl. 257.
Waetine. Aan deze plaats worden waarschijnlijk
ten onregte de dusgenaamde Benders
Bastmiens toegeschreven, bl. 22.
Waterloos (Handschrift van), bl. 123, 134.
Wegen der munten (het) soms van belang], bl. 11.
Wegen (de groote) in Braband, oudtijds het
eigendom der Hertogen van dat land, bl.
I 17 noot.
Wencelyn. Zie wenceslaus. '
W enceslaus en Johanna (Munten van), bl.
90 en volgg.
Westhoff te Amsterdam (Muntkabinet van
wijlen den Heer), bl. 248.
Wilhelmus-schild, bl. 135.
Willems (wijlen de Geleerde), ook met numismatische
kennis begaafd, bl. 82. Zijne
Mengelingen van Vaderlandschen Inhoud,
bl. 100, 116.
Witten penninc van $ groten, naam van zil-
veren munten, bl. 222.
Witten penninc van den cleynen gelde van
6 myten Vlaemscht bh 223.
Woeringen (slag van), vermeld bl. 49.
Zeeland (had oudtijds de zelfde munten als
Holland, waarmede het als het ware e£n
land uitmaakte, bl. 135.
Zesgrootspenning, Munt van maximiliaan,
bl. 195.
Zeshen, Munt van zes mijten, bl. 237.
Zesmyjtstuk, bL 238.
Zevengrootspenning, bl. 275.
Zeitsckrifi fifr Munz-, Siegel- und Wappen-
Jcunde, zie x o h n e .
Zes myten Vlems, bL 238.
Zevenstuiverspenning, bl* 275.
Zilvere dobbel moutoenen hebben nimmer be-
staan, bl. 73.
Zilveren oordt bl. 159, 289.
Zilveren penning y naam der deniers, bl. 53 ,
66. Zilveren reaal, munt van maximiliaan, bl.
192.
Zilveren Anttoerpsche plak, bl. 120.
Zilveren vliezen, Muntsoort, bl. 216.
Zonnehroon, Muntsoort, bl. 245.
Zoutelande (zeldzame Brabandsche munt ge-
vonden te), bl. 65.
Zwarte penning, Munt, bl. 111.
Zwarte penning en. Naam van hetbiljoenen
geld, bl. 102. Twaalf gingen op een
Groot, aldaar. Verder bl. I l l , 118, '
ERRATA EN VERBETERINGEN OE AANVULLINGEN.
B1. 21 regel 13 S t a a t : 12* of 13* eeuw lees: 12* of het begin der 13® eeuw.
— » » 16 » brug lees: bürg.
— 25 s 14 » Messager de Gand lees: Messager de la Belgique.
— 36 » 9 » zijne Blätter le e s: zijn Zeitschrift für Münz- Siegel- und Wappenkunde.
— 45 tweemalen » Messager de Belgique le e s : de la Belgique.
— 74 De beroemde Numismaticus chalón heeft later dit Charter met zijne aanmerkingen nog
eens uitgegeven.
— 75 regel 7 Staat: Waradijn lees: Waardijn.
— 96 » 10 » brijman. Onze ervaren Numismaticus, de Heer j. f . g. mbijbr te 's Graven
hage, opperde de gissing of braeiman of breiman niet afgeleid zoude kunnen zijn van
den malienkolder, d ie , boewel van staal, toch gebreid was.
— 97 regel 26 Staat: mossi trajectensis. De Heer vbrachter , aan wien wij de plaal, waarop
deze munt bjj ons voorkomt, mededeelden, schreef ons herhaalde malen, bjj het zenden
van belangrijke bijdragen of het welwillend geven van verzochte inlichtingen, dat
eene munt met dusdanig opschrift niet bestaat. Wij meenden daarom aan Professor
SERRDRE te Gend, d ie , hoewel bij onze bewerking der Brabandsch-Limburgsche munten
een hardnekkig stilzwjjgen bewaard hebbende, ons thans bij de uitgave der Grafe-
^lijke en Hertogelijke Geldersche belangrijke diensten of bewjjst of tracht te bewijzen; __
wij meenden, zeggen wij, aan dezen ervaren Muntkenner, die toch op page 128 van
bet door Z . H. G. beschrevene Muntkabinet van den Prins de ligne dezen brayman
aldus beschrijft, nogmaals te moeten vragen of dit opschrift goed gelezen was, aangezien wij
de munt volgens zijne verzekering (zie page 128 1. c.) hadden laten afbeeiden. — Onder
dagteekening van 7 Junij 1851 schrjjft Z. H. G. ons:
a Zonderling genoeg, de heele of halve bryman, die zieh hier in talrijke verzamelin-
gen bevindt, ontbreekt mg. Ik kan u dus niels stelligs omtrent het mossi zeggen.»
— 100 regel 23 Staat: /¿os lees: ongeveer t£!§; want het Koningszilver was niet van 1 2 , maar
van 11§ penningen. Aldus make men dan verder in dit werk eene kleine vermindering
in het opgegeven gehalte, waar van Koningszilver sprake is.
— 113 regel 15 Staat; Hertog lees: Hertogen.
— 141 » 10 » eerste lees, ten gevolge van het op bl. 452 voorkomende: tweede.
— 174 » 10 » Daalhem lees: of misschien van Valkenburg. Zie s e rrü b e , Cab. du Prince
de Ligne, page 102.
— 238 regel 19 Staat: 1520 lees: 1520(1).