
Kz. Een breed, eenvoudig gevoet krais in Oen parelrand. Omschrift:
jb o d s ie e ° d o v e s f g e a oiggiise
N“. 8 is, wat de kz. betreff, aan N°. 7 gelijk, doch heeft op de vz.:
if? P^S 8 DSI 8 GBE 8 DVH 8 BVBG 8 BREB.
N\ 16, ontleend aan de Plaat bij Lelewel onder N\ 14, is waarschijnlijk
eene valsche munt.
De vz. bevat het ronde' wapenschild.
if? PljS s DGI .8 GBE 8 DVH 8 BREBEDGI© 8 B.
Kz. Een eenvoudig krais in een parelcirkd,
.j, JBODSIEE 8 DOVE 8 FGE 8 SIVPEETEIS.
Wat met dit laatste woórd bedoeld is, betuigen wij niet te begrijpen; het
zoude in allen gevalle, bij juiste schrijfwijzé, ámtatis met een daarop volgend
woord hebben moeten zijn.
Op Pl. XXXIV deelen wij onder N°. 9 en daamevens twee mnntjes van ko-
per of koper-biljoen mode,” die alleen in de afbeeldingen en omsphriften der
voorzijde verschillen. De eerste heeft op die vz. het wapenschild van Eilips, en
tot omschrift: if? P^S 8 DSI8 GREGIE 8 DVH 8 BBEBE. Op de kz ziet
men een breed kruis, dat.het veld der munt in vier deelen splits! Omschnft:
g , rooD ¡ SIEE : D I OVE : P ¡ ÍRQGIi. De vz. van N".: 10 heeft het wapen
op een gewoon schild, dat in een parelrand gevat is. Omschrift: PljS : DSI :
GBE : DVH : BVBG : BR (later medegedeeld door den Heer De Coster), i Wij.
kunnen niet nalaten hier ten slotte te verwijzen naar onze Bijlage Leuven B , waar-
uit blijkt, dat, ingevolge de pachting der Mnnt op 23 Mei 1466, voor den 7
Jnlij 1467 aan noire monnaye (en hiertoe béhooren deze muntjes) geslagen waren :
1”. Aan stukken van 4 Brabandsche mijten, op een gehalte van 12 greinen
zflver en van 180 in het mark, een getal van 175,770 stuks.
2". Aan stukken van 2 mijten Brab., op een gehalte van 6 grem en 216
stuks uit een mark, 368,496 stüks.
3». Aan stukken van 1 mijt Brab., op een gehalte van 4 grem en 360 stuks
i n de snede, 2,897,280 stuks. , „
Onze lezers zullen gemakkelijk op onze Pl. XVI de stukken van 4, 2 en 1
mijt kunnen vinden.
N". 17 is eene veel grovere typé van de munt N°. 13, unmers voor zoo veel
wij uit het weinige overgeblevene op voor- en keerzijde kunnen opmaken.
jp. .18 is de Rekenpenning der Muntmeesters van Braband, doch de opschrif-
ten op denzelven zijn niet meer in de nationale taal.
Vz. De naar de linkerzijde ziende, gezeten Brabandsohe leeuw in een compartiment
van negen boogjes; er bevinden zieh bolletjes aan de buiten- en bin-
nenzijden der boogjes. Omschrift:
$ ismOIRS t POVB J Ii© î 5DODO© J DSS * BBEBE
dat waarschijnlijk zal moeten zijn: jetoirs pow les monnoyewrs de Brabant.
Op de kz. ziet men ’s Hertogen wapenschild in een compartiment met bogen
en bolletjes , even als op de vz.
In den rand vertöont zieh weder het muntteeken de lelie ; daarna leest men :
HVI î BISH * IGIEIEBE % Ii© * GOSDPIE© * IEBOVSB *
Het laatste voor . trouvera.
Dit jetter heeft als jetoir betrekking op de wijze van rekenen of teilen, die
men jetter noemde.
Wij meenden aan dezen penning, als betrekking tot de Munt hebbende, hier,
aan het einde der munten, niet ongepast eene plaats te geven. Dezelve is thans
zeer zeldzaam, en, voor zoo verre ons bekend is, nimmer uitgegeven,
KAREL DE STOüTE.
(1467—1477.)
]Vadat Filips de Goede in 1467 te Biugge het tijdelijke met het eeuwige ver*
wisseld had, volgde zijn zoon Karel, bijgenaamd de Stoute (d. i. de dappere of
de vermetele), hem in de regering zijner verschillende landen op.
Zijne regering was noch zoo gelukkig, noch Zoo langdurig als die van zij-
nen vader. .i. •