
// worden bcschrevcn en afgebeeld, en het bestaande werk van van alkehade ,
nouer de Munten der Graven van Holland als^oogst onvolledig en de daarm ge-
//gevene afbeeldingen als zeer onjuist zijn aan te merken, zoo wordt gevraagd:
//Bene zoo veel doenlijk volledige, juiste en beredeneerde afbeelding van al
//de Mimten onzer voormalige Hertogen, Graven, Heeren en Steden, welke in
//de Nederlanden in den ruimsten zin des woords hebben bestaan of zijn gesla-
//gen, en wel van de vroegste tijden af tot aan de bevrediging van Gend in
//het jaar 1576.”
Inderdaad eene zoo belangrijke en veel omvattende Prijsvraag, als zelden in
het vak der Muntgeschiedenis van eenig land opgegeven is. Mögt het toch ge-
beuren dat dezelve goed beantwoord worde, dan verkrijgt men door de verza-
ryiftling en beschrijving der Munten een hoogstmerkwaardig aaneengeschakeld
overzigt van een aantal allerbelangrijkste punten in de Geschiedenis des Vader-
lands, van de 6“ of 7' tot en met de 16' eeuw, of eigenlijk, naar luid der
vraag, tot den jare 1576; aan welk overzigt zieh dan het bekende Muntwerk
van den Heer P. Verkade te Ylaardingen aansluit, en alzoo ons in de afbeel-
ding der Nederlandsche Munten tot op onze tijden voert.
Wij zeggen : een hoogst merkwaardig aaneengeschakeld overzigt van een
aantal allerbelangrijkste punten in de Geschiedenis des Vaderlands. Wij
zien toch :
1* De achtereenvolgens in al de Nederlanden of in eenig deel van dezelve
geslagene Munten; derzelver aanvankelijke nietigheid en trapsgewijze ver-
grooting van stuk, vooral aanmerkelijk geworden na de ontdekking van
den nieuwen zeeweg naar Oostindië en der Nieuwe Wereld, en het toe-
vloeijen van het Aziatische en Amerikaansche goud en zilver naar Europa.
2' Wij lezen op de Munten, eerst der Fränkische Köningen, als Heeren van
een zeer groot deel van Nederland, en later op die der verschillende Her-
togdommen, Graafsehappen, Heerlijkheden en Steden, de namen en ti-
tels dier Souvereinen, waardoor men opgewekt wordt om derzelver leeftijd
op te sporen, hunne lotgevallen en dadén na te gaan. Reeds geven de
Munten a priori een denkbeeid van het -meerdere of mindere vermögen,
van den grooteren of kleineren rijkdom dier verschillende Vorstem Zoo
zien wij hen, die onophoudelijk in twist met hunne riaburen leefden en oor-
log voerden (waardoor hunne schatkist uitgeput werd), hunne hulp zoeken
in het doen vervaardigen van muntspecien van zeer laag of siecht gehalte,
terwijl daarentegen de langdurige en vreedzame regering van eenen Vorst
zieh kenmerkt door welvaart, en ten gevolge van dien door munten van
goed gehalte.
3° Uit de Munten leeren wij het vroegere belang van'een aantal plaatsen kennen,
die thans bijna niet in aanmerking komen. Ja, alteen mit Charters en
Munten kunnen wij, bij de verwarring in latere geschiedboeken, zékere
berigten omirent een aantal tot dusverre duistere punten uit de vroegere
Geschiedenis onzes Vaderlands bekomen.
Het was uit aanmerking van het groote nut der uitgeschrevene Prijsvraag, dat
wij reeds dadelijk, toen dezelve door middel van den Jlgem. Konst- en Letterlode
van den 7 Januarij 1842 ter onzer kennis kwam, het besluit namen, onze
krachten aan de beantwoording dier vraag te beproeven; daarin gesterkt, eens-
deels doordien wij reeds sedert een aantal jaren met groote belangstelling de
vaderlandsche middeleeuwsche' mimten in verschillende, zoo openbare als bij-
zondere verzamelingen beschouwd en van eenige derzelve tot eigen studie reeds
teekeningen vervaardigd hadden; anderdeels doordien wij zelven een aantal dier
munten bezaten en tot een nog grooter aantal, in openbare en bijzondere verzamelingen
voorhanden, den .toegang meenden te hebben.
Onmiddellijk derhalvë, na de lezing der zoo veel omvattende vraag, begaven
wij ons aan het teekenen der munten onzer eigene verzameling. Hoe tijdroovénd
deze bezigheid, indien zij met de volstrekt noodige naauwgezetheid verrigt wordt,
ook zij, is het bijkans niet mogelijk dezelve doof een ander, die de Muntkunde
der middeleeuwen niet verstaat, zonder voorafgaande langdurige oeffening, te
doen bewerkstelligen, aangèzien er.bij dit teekenen veelal op de geringste klei-
nigheden moet gelet worden, en daardoor alleen eene diplomatische naauwkeurig-
heid in de afbeelding der munten verkregen wordt.
Daarenboven had het eigenhändig teekenen der munten dit voordeel, dat wij
daardoor meer en meer een duidelijk inzigt in het middeleeuwsche muntwezen
Van ons vaderland verkregen.