
Onze bronnen voor de munten zijn, behalve. het werk van Heylen, de nàvol-
gendè stukken:
13, October 1467. Summiere opgave van het Muntcharter van Karel. Zie
Bemè Bèlge, T. II, page 247—251.'
19 November 1474 Verhuring van de Ântwerpsche-Munt, na de-sluiting .
v : van het MuntgeboUw te Leuven; aldaar, T,I, p. 74, 75.
Drie Rekeningen van den Muntmeester George le Cabot-
tre,loopende van24Maart!467 tôt 27 Junij 1474, door
dns medegedeeld onder de Bijlagen Leuven, C, D en E.
28 Maart 1475: Verzoekschrift van de Munters énz. aan de-Rekenkamer
van Mechelen; aldaar, T. I , p. 75, 76.
10 December '1474 tot 1 Jänuarij 1476 (1477 nieuwe stijl). Twee Rekeningen
van- Ypol (d. i. Hippolytus) Tarrax of Terrax en
Marcel van Millon, Muntmeesters te Antwerpen. Zìe
de Bijlagen Antwerpen  en B.
De Heer Piót vermeldt in de Berne Belge, T. II, page 409, in een HS. vari
de Bourgondische Bibliotheek te hebben gevonden, dat in 1474 al het ma-
terieel der Munt uit Leuven (waar sedert de vroegste tijden van het afzonderlijk
bestaan van-Braband, als afzonderlijk gewést, een-Munthuis in werking was geweest)
naar Antwerpen werd overgebragt. Men beschouwde dus, nog niet zeer
lang geleden, het jaar 1474 als dat-, waarin-het Munthuis van Leuven voor al-
tijd gesloten was geworden, en dat Karel de Stoute alzoo de laatste Hertog geweest
was, die munt te Leuven had.geslagen. Men meende ook, dat ’sVorsten
koperen munt waarschijnlijk de laatste munt was geweest, die in die stad ver-
vaardigd was. De Heer Everaerts heeft echter in het Ve deel der Berne Belge
aangetoond, dat , gedurende de herôèrten tijdens de minderjarigheid van Fihps
den Sohoone, er te Leuven op nieuw, doch sleohts voor korten tijd, gemunt
is geworden.
De gouderi munt van Karel den Stouté, geslagen volgens de ordonnantie' vau
13 October 1467, die gemàakt was na inneming van den raad der afgèvaardig-
den uit de verschillende prôvinciën zijner landen van hencaarts over (d. i. Nederland),
was tweederlei, de heele en de halve Sint Andries-gulden..
De heele, ondêr'N”. ;1 afgebeeld, was geslagen op een gehalte van 19 küra-
ten, met een twaalfde karaat remedie, hebbende een alliage van vier karaten
fijn zilver en één karaat koper. Er gingen 72 stukken in een mark. Zij wogen ieder
2 ennuis, 7* azen, en hadden lôop voor 42 grooten der zilveren munt. Van
11 April 1467 tot T April 1469 werden er te Leuven 58,805 stuks; van 7
April 1469 tot 10 Julij 1472, 23,737 stuks; van 10 Julij 1472 tot 31 Maart
1473 / 2611 stuks vervaardigd.
Verder werden zij te Antwerpen geslagen', ett wel van déff 10 December 1474
tot den 23 Maart 1475 een getal van 324,282î stnks (zie Bijlage A van Antwerpen)
van 23 Maart 1475' tot den-17 October 1476 en van 17 October
1476 tot 31 Januarij 1477 zijn aEeen halve Andries-guldens geslagen,
Vz. De HeUige Andries met Zijn kruis voor zick.¡
SEDGWVS EDDBSES.
Kz. Het zevenveldig wapenschild, rüstende op een eènvoudig kruisdat tot
aan den rand der inunt reikt en het omschrift in vier .deélen splits!
I^EBOL I DH 8 BG j BBEB j Z 8 III' gf :
Afgebeeld, onder anderen, in d&Beeldenaars van-1548, 1551,1575 en 1580.
G. weegt 3,4 w.
Sebbtoe schatte deizeldzaämheid in 1847 op R3.'
Die, waarvan de Heilige hét hoofd hoúdt, even als op den volgenden:lialven ;
is van den muhten slag. Zoodanig een weegt 3,3 w. Wij beeldden dien af op
Pl. XXXIV, onder N’. 1.
N°. 2' is' eeni halve Bint Andries-gulden, van gelijk gehalte-als de heele; er
gingen144 stuks in het mark, wegende juist de helft, met een engels remedie,
en koers liebbende voor 21 züVeren grooten.
Vz. als van den heelen, doeh de Heilige houdt het! hoofd in eene andere rigting.
Kz; Het wapenschild op zieh zelve geplaátst enbésloten binnen een parelcirkel.
J^EBOLVS 8 DVH 8 BVBG 8 BBEB 8 Z 8 LI' •
waarachter wedOr de hand van de- Añtwerpsché Munt.
G. weëgt 1,7 w.
SebbubE schatte de zeldzaamheid niet, daar deze munt in het Kabine! van.
den Prins de Ligne niet voorkwam, Het stuk is thans ook uiterst zeldzaam..