
„en registers der Munthuizen van Braband en Vlaahderen kunnen aantoonen,
„dat op zeven marken ste verwerken gouds e n z d v e r s [marcs^de büfflon d!or ,:et
,/argent] welke men uit Viaanderen in Brabancl heeft gevoerd, men er bonderd
//uit Braband'in Viaanderen heeft gebragt. // a
/; Ik heb veeleer reden om mij te beklagen over den Graaf, dat, terwijl ik
//'nimmer eenige belemmering aan den omloop zijner munten beb veroorzaakt,
,/ zijne beden openbjk den koers mijner munt bebben verboden, en mijne gou-
//den en zilveren penningen tot mijn groot nadeel en dat mijner Munt in stufe
,, ken hebben gesneden. Want , volgens onze overeenkomsten, moesten mijne
»penningen den zelfden koers bebben als de zijne. De,lieden van de Munt te
n Gend bebben in Viaanderen zelfs verboden , göud of ZilvCr naar de Munt ,van
//Braband te brengen, terwijl ik: nimmer dusdanig verbod beb uitgevaardigd.
//Ik heb zelfs al gedaan, wat in mijn vermögen was, om de Vlaamsche Munt te
// bescbermen; want, in den grond der zaak, is bet bet zelfde of de Munt van
//Leuven. of. die van Gend hetmeeste voordeel bebaje.//. i
Aah bet slot dezer regtvaardiging had de Hertogin de zwakbeid, om, een
voorstel te doen,. gebjk Kbps het wenschte. Zij stelde namebjk voor om,
ten einde bem service, amow et pläisance de tout son jpouvoir (1) te doen,
hare werkplaatsen te J/ouven te doen sluiten, opdat Kbps op zijnen naam al-
leen munt zoude slaan, en dat deze munt wettigen loöp in bet Hertogdom Braband
zoude hebben.
De Hertogin moest de helft van bet voordeel, dat er uit yoort, zoude vloei-.
jen, ontvangen.
Kbps haastte zieh om in 1.389 eene nieuwe overeenkomst te treffen, volgens
welke Johanna bare werkplaatsen moest sluiten, geen geld meer slaan en bem
al het muntmateriaai (bibon) overgeven, beloovende aan de Hertogin haar de
helft van bet voordeel, dat uit bet munten zonde voortkomen, te zuben uitbetalen.
De. Hertogin nam dien ten gevolge maatregelen. Zij deed aan hare goede
sieden en aan het geheele land berigten: //dat de munten zoo wel van goud
(1) Hoewel de Hertogin zieh meestal van de Nederdnitsobe taal bediende, schijnt zij
hier het iranseh gebruikt te hebben, om des Bourgondiers wille.
»als van zilver, verboden waren en dat geene munt in bet Hertogdom Braband
// koers zoude hebben, dan abeen die van den Keizer en van den Koning van
//Kankrijk, volgens de daarvan:ireeds uitgegevene waardebepabng. De mun-
//ten van Braband en Viaanderen, die men sedert eenigen tijd geslagen had,
//'even; als' die, welke men op dien tijd te Mechelen en in Viaanderen, voor re-
// kening der Hertogin en van den Hertog van Bourgondie sloeg, moesten ha-
//ren wettigen koers bebouden.//
De wisselaars mogten bet muntmateriaai niet meer buiten bet land brengen,
tenzij naar de Munt van Mechelen of elders, waar de Hertogin en de Graaf het
raadzäam zouden oördeelen.
Men moest aan de wisselaars vän Brussel aanbevelen, om dadehjk hunne kan-
tören te openen en als goede onderdanen hunnen pbgt te betrachten;
De wisselaars van Leuven, die zieh niet naar Meebelen durfden begeven, uit
hoofde van de gelden, welke eerstgemelde stad aan verscheidene van bare schuld-
eischers moest betalen, moesten vrij verklaard worden, alzoo dat zij ten dezen
opzigte niet zouden kunnen worden vastgebouden (1). De Nobel die voor reke-
ning der Hertogin en van den Graaf geslagen werd, moest voor den zelfden
prijs als de Engelscbe Nobel uitgegeven worden.
Deze Staat van zaken duurde niet lang. De vreemde munten wemelden in
Braband, niettegenstaande de aan de Staten gedane vertoogen. De Hertogin
leed dus zware verbezen, omdat zij geene voordeelen van deze vreemde munten
trok, en bet volk beklaagde zieh openbjk over de sleohte hoedanigheid der geld-
specien. Van hunne zijde deden de Staten vertoogen aan de Hertogin. Door
de omstandigheden genoodzaakt om aan de wenseben van haar volk toe te ge-
ven, wendde zij zieh tot den Graaf van Viaanderen, met oogmerk om bem tot
den afstand van zijn monopobe in de Munt te bewegen. Kbps , er belang bij
hebbende om de Staten van Braband te ontzien, ten einde na Johanna’s dood
de opvolging te verkrijgen, wilde wel afstand van zijn regt doen en stond aan
(1) Die de zeden der middeleeuwen niet kent, en niet weet tot welke hoogte de veeten
tussehen nahurige steden soms klommen, kan deze regels voorzeker moeijelijk begrijpen.
14