
of turn, waarvan de naam der munt, en van waar ook de benaming van Hoi-
¡audacie tuin later in gebruik is gekomen.
• Tiuyn of iage| zegt Plantijn in zijne Thesaur. Tent. Linguae, Antv. 15 81, is in het
Latijn sepes. Volgens bet verhaal van Alkemade, bl. .98 van zijne Munten -der
Graaven en Graavinnen van Holland, had Willem VI, Hertog van Beijeren, Graaf
van Henegouwen, Holland en Zeeland, de vader van Jacoba, gemalin van
Jan IV, in Ì406 het kasteel Hagestein belegerende, zijne legerplaats doen om-
ringen met eene haag van schanskorven, waaraan de belegerende ridderà hunne
schilden en banieren ophingen. Deze legerplaats werd de Tuyn genaamd.. Om
hiervan, na het beleg, de geheugenis te bewaren, beval de Hertog, dat deze
tuin voortaan het wapen van Holland zoude uitmaken ; dat dezelve op zijn zegel
zoude gegraveerd worden, en dat eene munt zoude worden geslagen-, die den
haam en de afbeelding van deze tuin zoude dragen.
Jan IV volgde het voorbeeld van zijnen schoonvader ten opzigte der munt.
Omschrift :
10^ : OH ! BR2SB' i Z : liKOB' i GOSH ! ijTSH I IjO : Z ! ZSr
Kz. Een kruis, dat het randschrift der munt in vier deelen splitst, én tevens
een versiersel, uit vier dubbele bogen met bloemblaadjes aan de binnen- en bui-
tenzijden der inspringende hoeken bestaandè, op vier punten doorsnijdt.
| | sijonsro• I HOV-P2IG 11im e n i | vuoilo©.
Afgebeeld bij Verächter, Bl. XI, N”, 3 ; Heme Belge, T. II, PL VIII,
N'. 20.
Z. weegt 2,35 w.
Serrure schatte du zeldzaamheid in 1847 op E5.
N". 11. Koperen munt van twee mijten of dobbel Bracante myte.
Wij handelden'vroéger over deze munt bladz. 133.
Vz. Het wapenschild van den Hertog in' een parelcirkel.
IOIV S OVH s BR2SB' S ©BP S ItIMB'
Kz. Een breed uitloopend kruis, tusschen twee van welks been«! eene lélie,
en tusschèn twee andere eenén leeuw. Omschrift :
»E« MOHSIftK S PG7S » BBVHSlJllS:
Afgebeeld bij verachter , PI. XII, N.. 4. K. weegt 1,2 w.
FILIPS I OF FAN SINT POL.
(1427—1430.)
Hertog Anthony liet, tijdens zijnen dood, op den 25 October 1415 , twee
Zonen na, verwekt bij zijne eerste gemalin, Johanna, Gravin van Luxemburg
en St. Pol, genaamd Jan en Klips. Jan volgde zijnen vader op onder den
titel van Jan IV.
Pilips, die den 27 December 1404 geboren was, verkreeg, na den dood zij-
ner moeder, den 12 Augustus 1407, het Graafschap Iigny en St. Pol, en
werd Connetable van. Prankrijk.
Deze Pilips had zijn verblijf te Parijs, toen Jan IV, in overleg met zijne
raadsliedeii, ten gevolge van do steeds voortdurende twisten der Hoekschen en
Kabeljaauwschen in Holland, en van het ontschepen van den vermögenden Hertog
van Glocester met een magtig leger te Calais (die er op nit was om Henegouwen
voor Hertogin Jacoba van Beijeren, welke hij later huwde, te herwin-;
nen), hem van daar liet ontbieden.
In eene raadsvergadering, die in September 1420 te Vilvoorden gehouden
werd, benoemde men Pilips tot Bestuurder des lands, onder den titel van Bu-
maard van Braband. -Op den 3 November daaraanvolgende bevestigden de drie
Staten deze benoeming, terwijl Heer Willem van Montenaken geroepen werd tot
het ambt van Drossaard van dit land (1).
Nadat Pilips Henegouwen under de magt van zijnen breeder gebragt had, en
de te Brussel ontstane onlusten gestild waren, vertrok hij naar Italie, met voor-
nemeit om eene reis naar het Heilige Land te gaan doen; maar ten gevolge van
den oorlog, dien de Sultan aan den Koning van Cyprus verklaard had, besloot
hij te Home te blijven.
(1) Verächter, Vocimene, page 67.
18*