
Terwijl wij nu dadelijk (en wel in de eerste en voornaamste plaats, als den
meesten tijd vorderende) de hand sloegen aan liet beantwoorden der vraag,
wat het materiele deel betreft, verloren wij ook geenszins het intellectuele,
indien wij het dus mögen uitdrukken, uit het oog.
Met het teekenen der munten vereenigden wij het onderzoek naar den naam,
dien elk derzelve oorspronkelijk droeg; naar de wet, die tot het vervaardigen
derzelve aanleiding gaf (helaas in de eerste eeuwen zoo schaars te vinden);
eindelijk naar den aard der opschriften en kleine mimt- of andere teekens op
ieder derzelve. Al de mimten, die in het tijdvak vallen,. dat ons ter behande-
ling was voörgeschreven, zijn inet den hamer geslagen, daar de uitvinding der
zoo hoogst belangrijke en voor den juisten en gelijkmatigen afdruk der beide
muntstempels onmisbare muntschroef eerst ruim eene halve eeuw na het laatste
jaar, in de Vraag bedoeld, plaats had. Vandaar dat weinig iniddeleeuwsche
munten zoo duidelijk zijn, dat niet de eene of andere letter derzelve onder den
hamerslag althans eenigermate versprengen is; iets dat ons noodzaakte, om,
voor eene juiste afteekening van eene en dezelfde munt, soms twee, drie of
meer exemplaren te moeten opsporen, hetgeen ons echter dikwerf, niettegen-
staande alle aangewende moeite, uit hoofde van de bijzondere zeldzaamheid
der munten, niet heeft mögen gelukken. — Eene ander zwarigheid was, dat
vele munten, vooral uit de 14’ en 15" eeuwen, uit een mengsel van aller-
hande metaal met weinig zilver bestaan, hetwelk eene , zeer groote hardheid
verkreeg, en welke munten daardoor zeer onduidelijk afgestempeld en door de
vele ijzerdeelen, die zij bevatten, later zeer ingeroest zijn.
Nadatonze eigene Muntverzameling (afdeeling der Nederlandsche middeleeuw-
sche) uitgeput was, namen wij onze toevlugt tot aankoopen, zoo in Nederland
als in Belgie; doch weldra bespeurden wij dat dit eene zaak was, die onze krachten
te boven zoude gaan (1). Wij zagen ons dus wel genoodzaakt andere maat-
regelen in het werk te stellen. Na ons door het bestuderen van een aantal Beel-
(1) De na den vrede van 1815 algeroeen aangewakkerde Inst tot het verzamelen en be-
stnderen dezer soort van vadexlandsehe Gedenkstnkken, heeft den prijs derzelve in de laatste
jaren eenige kapitalen doen stijgen.
denaars, Ordonnanden, Valuacien, Statuten op de Munt enz. van 1520—1636
in zeer grooten getale te Gend, Brussel, Iperen, Amsterdam, Antwerpen, enz..
gedrukt en uitgegeven (1) genoegzaam voorbereid te hebben, ondemamen wij
bij herhaling eene naauwkeurige, en alleen voor ons bepaald Oogmerk dienende,
bezigtiging van een groot aantal zoo openbare, als bijzondere vexzamelingen.
Hoe verlokkelijk soms in vele andere opzigten de rijkdom dier verzamelingen
ook was, meenden wij echter daaraan onzen tijd thans niet te mögen geven.
Wij bezigtigden en bestudeerden ' daarom niet anders dan middeleeuwsche Nederlandsche.
munten, envonden, tot .onze groote verwondering, zoo in onze
woonplàats als buiten dezelve (want wij hebben menig Muntkabinet elders, moeten
bezoeken om in ons doel te slagen), telkens munten, die ons tot dusverre
onbekend waren en door ons in geenen Beeldenaar hoegenaamd waren aange-
troifen. Vooral behoort hiertoe die soort van overoude munljes, welke, uit
hoofde van hun gèringen omvang of siecht gehalte, vroeger weinig of geene
belangstellmg inboezemden, maar, gelijk ons bij dit onderzoek bleek, voor eene
naauwkeurige beoefening der wetenschap eene zeer groote waarde bezitten.
Eenigen onzer Muntvrienden, welken wij ons plan mededeelden, en die groot
belang stelden in eene goede beantwoording der hoogst nuttige Prijsvraag,
gelukte het himne nasporingen in steden, werwaarts het ons niet vergund was
ons te begeven, met een gelukkig gevolg bekroond te zien. Aan een onzer
vrienden zijn wij vooral warmen dank verschuldigd yoor de belangelooze diensten
ons in dit opzigt bewezen,
Doch, nadat wij gedurende eenen geruimen tijd al het mogelijke;-tot volma-
king van ons werk gedaan hadden, zagen wij met leede oogen dat er in de Beel-
denaars en andere werken (2) nog een aantal munten voorkwamen, tot welker
opsporing, zoo zij nog ergens in m g iiudi bestaan, ons de gelegenheid ontbrak.
(1) Het zoude inderdaad helangrijk zijn eene volledige geschiedenis en beschrijving dezer
Beeldenaars, die van jaar tot jaar zeldzamer, worden, uit te geven. Ook Duitschland
leverde er enkele op, waarin zeldzame Nederlandsche munten Voorkomen.
( 2 ) b . v . VAN m i e m s , Hist, der Nederl. Vorsten. M a d a i , Vollständiges Thalereabmet.
V a n s i a e n , Oordeelh. Inleiding tot de Historie van Gelderland. L e l e w e l , Numismatique
du Moyen Age. Q ö t z , Kaisermüwsen des Mittelulters. G h e s q u i ü r e , Mémoire sur trois
points intéressants de l’Histoire Monétaire clés Pays-Bas. V e r ä c h t e r , Documens pour
I