(De Rekening van 6 Maart 1536 tot 28 Julij 1542 schijnt verloren.)
Men sloeg later geene zilveren Realen meer te Maastricht.
Se r r u r e sehatte hare zeldzaamheid in 1847 als R*.
Te Antwerpen zijn van deze muntsoort geslagen geworden:
tusschen 7 hebr. 1520 en 0 Maart 1521, Rekening MM, 1,207,865 stnks..
-------- 18 Maart 1521 en 20 Aug. 1523, -------- NN, 379,935 —
-------- 21 August. 1523 en 23 Julij 1524, -------- OO, niet gemunt.
-------- 5 August. 1524 en 25 August. 1526, -------- PP, 341,172 —
-------- 26 Aug. 1526 en 31 Maart 1527(8),
vöör Paschen, -------- QQ, 172,435. —
—— 16 Maart 1527(8) en 28 Aug. 1529, —------ RR, 756,530 —
-------- 28 August. 1529 en 20 Dec. 1529, SS, 11,835 —
--------- 19 Jan. 1529(30) en 15 Aug. 1531, TT, 542,543 —
-------- * 7 Aug. 1531 en 18 Jan. 1532(8), UU, 669,118 —
---- [— 12 Febr. 1532(3) en 11 Febr. 1535 , W," 598,365 B
-------- 12 Febr. 1535(6) en 14 April 1537, -------- WW, 224,230 —
-----^— 15 April 1537 en 28 Febr. 1538(9), -------- XX, 95,800 —
------- -.28 Febr. 1538(9) en 29 Oct. 1540, YY, 73,120 —
30 Octob. 1540 en 6 April 1541(2), —----- ZZ, niet gemunt..
--------- 5 Julij 1542 en 23 August. 1545, AAA, 149,280 —
Verder heeft men te Antwerpen van deze dobbele Carolussen of zilveren Rea- '
len niet meer geslagen; te zamen alzoo 5,222,228..
N\ 14 en 15 zijn afbeeldingen van te Antwerpen en Maastricht gemunte
enckele Carolm of halve zilveren Realen.
De Ordonnantie daaromtrent luidt in § 8 aldus:
u Men sal noch slaen ende maken in onse voorsz. Munten eenen anderen sil-
» veren penningh van nederen alloy [d. i. van lager of minder gehalte], die ge-
n noemt sal werden enckelen Carolas, ende sal ganck hebben voor drie grooten
// Vlaems, hondende vijf penningen twaelf greynen van fynen silvere in alloye,
« ende sal daer wesen LXXVIIJ ende een half stucken inde snede in ’t Troy-
// sehe marck, tot remedie van eenen greyne van fynen silvere in alloye, ende
a van eenen Engelsche in ’t ghewichte op elck marck wercks, van welcke men
n slaen ende maken sal uyt een marck fyn silvers, hondert ende een en tseven-
// tich stucken XIXZ myten large, die tot drie grooten ’t stuck maken twee
a pont twee schell, negen grooten XIXZ myten. Ende sullen die voorsz. Mees-
»ters particuliers gehouden wesen, te geven ende betalen den koopluyden ende
u andere voor hare harde materien ende billioen, die gebruyekt ende geemploy-
»eert sullen worden totte selve penningen, IJ pont J schell, ses grooten Vlaems
//voor ’t marck fyn silvers, alsoo sal daer resteren ende blyven voor ons voorsz.
» sleyschat metten anderen onkosten Vander Münteu, proeederende vande voorsz.
//penningen, een schell, drie grooten negentien en een half myten large.//
Deze mimt werd ook later penning van drie grooten en nog later lioechlanks-
¡¡enning genoemd.
Op de vz. van N°. 14, den Antwerpschen, ziet men het gekroonde wapen-
sehild, als van N°. 13, doch thans rüstende op een kruis, waarvan wel mede
slechts drie beenen zigtbaar zijn, doch dat minder versierd is dan dat op de kz.
van N°. 13. Omschrift:
KAROLVS | D * G * ROM | IMP (de M en P aan elkander verbonden) * Z »
Ul | SPA'* REX $
Op de kz. het zestienveldige wapenschild, niet, zoo als bij N\ 13, op een
kruis geplaatst, doch mede binnen een tweetal cirkels, de laatste een parelcirkel,
voorkomende. Omschrift, na het'muntteeken van Antwerpen:
DA * MICHI * VIETVTE * CONTRA * HÖSTES * TVOS.
Afgebeeld bij den.duyts, PI. 17, N\ 107.
Z. weegt iets meer dan 3 w. (een exemplaar slechts 2 w. 9J k.)
Serrure schatte hare zeldzaamheid in 1847 als R2.
De N°, 15 heeft de zelfde afbeeldingen, doch het omschrift op de vz. luidt:
KTf RObVS | D * G * ROM | * IMP * Z * H \ ISP * RE# *
Er bestaat ook een andere Stempel met -andere verkortingen bij den Baron
Michiels van Verduynen te Maastricht.
Tusschen de woorden ziet men dus telkens het muntteeken van Maastricht.
Op de kz. vertoont zieh in den rand eene vrij groote vijfpuntige ster, en
daama leest men:
D2S . MICHI • VIRWVWEM . CONTR7! . HÖSTES . TVO (sic).