die de oprichting van één nationale munt behelsde; ook werd door de
bekende Amsterdamse medailleur Johan George Holtzhey een reeks
ontwerpen voor nieuwe munten op naam van het Bataafsch Gemeene-
best vervaardigd, waarvan enkele exemplaren bewaard gebleven zijn
126 Bataafse Republiek, 3 gulden 1800, ontwerpdoorJ.G. Holtzhey (42,5 mm)
(zie afb. 126). Maar het wetsontwerp werd door de volksvertegenwoor-
diging voornamelijk op grond van zijn centralistische tendens verwor-
pen.
Pas na de definitieve vestiging van de eenheidsstaat met het
Koninkrijk Holland kreeg de voor de hand liggende opheffmg van de
provinciale munten zijn beslag. Per 1 januari 1807 werden de munthuizen
te Dordrecht, Hoorn, Harderwijk en Kampen bij Koninklijk
Besluit gesloten en de munt te Utrecht, de enige die in de laatste tijd
een blijvende bedrijvigheid gekend had, als enige koninklijke munt
gehandhaafd.
9 Het geld in de eenheidsstaat
1806-1980