
muntmeester gemachtigd, zonder dat dit in de Generaliteitswet-
geving een basis vond, ook munten ter waarde van Ï/& en 1¡8 zilveren
dukaat te vervaardigen. Door deze maatregelen bleef de munt te
Middelburg de enige die in hoofdzaak voor de binnenlandse markt
kon werken (zie afb. 122).
122 Zeeland, 1 / 4 zilveren dukaat 1775 (6,99 g; 28 mm)
Overigens had de toenemende specialisering in de vervaardiging van
munten voor uitvoer naar het buitenland een verdere beperking van
het aantal muntateliers als bijkomstig gevolg. Waren door de maatregelen
van 1694 de zes stedelijke munthuizen al afgevallen, in het
begin van de 19e eeuw nam het aantal nog verder af. De provinciale
munt van Groningen is na de schellingenperiode niet meer her-
opend; de enkele i8e-eeuwse munten door deze provincie uitgege-
ven, zijn elders vervaardigd. De Friese munt kon al spoedig door de
lange en kostbare aanvoerlijn uit Amsterdam de concurrentie niet
volhouden: in het begin van de 18e eeuw werd nog sporadisch
gemunt, het laatst in 1738, doch ten slotte werd de munt in 1752 defi-
nitief gesloten en werden de gebouwen verkocht. Ook de te Kämpen
gevestigde Overijsselse munt ondervond moeilijkheden en was in de
18e eeuw dikwijls jarenlang gesloten, onder andere van 1766 tot
1795- De lucratieve vervaardiging van gouden dukaten en zilveren
handelsmunten concentreerde zieh steeds meer in de günstig gelegen
munten te Utrecht en te Dordrecht, waarnaast die in
West-Friesland en Harderwijk geleidelijk achteruitgingen; slechts
Middelburg met zijn geheel afwijlcend productieprogramma kon
zieh handhaven. Tegen het einde van de eeuw wordt het overwicht
van Utrecht, met zijn Amsterdamse connecties, op alle andere munthuizen
steeds duidelijker.
Nieuwjaarspenningen
Een merkwaardig nevenbedrijf naast de regelmatige vervaardiging
van handelsmunten en de meer incidentele aanmaak van munten
voor het binnenlands verkeer, werd in de 18e eeuw de verkoop aan het
publiek van munten en muntachtige stukken als souvenir en
geschenlc. Een bezoek aan de munt werd in deze tijd een regelmatig
/ * g , Z , / — — ^ * y / j C ¿ i ¿4/ t e r l il/t t . t
/ ? ^
« c n ¿lie . 4 & i
e x / ■ y
f t C c / t r t c U ¿ ü n ' . z c .
> I / / / ? / / * ' / / / < u V / O 6
à
123 Aantekening bewaard gebleven bij een 1 gulden 1793 geslagen op de provinciale Hollandse
Muntte Dordrecht
gebruik, waarvan men enkele ‘zelfgeschroefde’ munten mee naar
huis placht te nemen (zie afb. 123). Ook moet het een zeer verbreide ge-
woonte geweest zij n ter gelegenheid van de j aarwisseling enkele
muntstukken als attentie te zenden, liefst natuurlijk voorzien van het
nieuwe jaartal. Aangezien de onooglijke munten van het dagelijks verkeer,
alle nog uit de 17e eeuw, zieh daarvoor in het minst niet leenden,
heeft men in toenemende mate een beroep gedaan op de muntmeesters,
die van de levering van allerlei als ‘nieuwjaarspenning’ toe-
pasbare stukken een specialiteit hebben gemaakt.
Zo stelden zij al in december muntstukken met het nieuwe jaartal
beschikbaar, wat nauwelijks een ander doel gehad kan hebben dan de
stukken als geschenlc te laten dienen. Aangenomen moet ook worden,
dat veel zeer goed afgewerlcte en nauwelijks gesleten i8e-eeuwse zilveren
munten van het begin af niet voor de omloop bestemd geweest
zijn, maar als geschenk van hand tot hand zijn gegaan en, zonder ooit
werkelijk gebruilct te zijn, in collecties beland. Weldra ging men ech