
Provincie Groningen en Ommelanden
Wapen: gevierendeeld 1,4 wapen van Groningen, 2,3 drie schuinbalken ver-
gezeld van harten
Spreuk: geen
Titel: GRONINGA ET OMLANDIAE, Zelden GRONINGEN EN OMMELANDEN
Munt: Groningen (1673-1692)
Munttekens: geen
Muntmeestertekens: alleen gebruikt 1690-1692
Stad Groningen
Wapen: dubbele adelaar met hartschild (faas)
Spreuk: sit nomen domini benedictum (de naam des Heren zij geprezen)
Titel: civitas groningae o f groninga
Munt: defini tief gesloten in 1694
Muntteken: geen
Muntmeestertekens: sporadisch gebruikt
Voorbijgaand werd gemunt door:
Groninger Ommelanden (1579-1590)
Wapen en spreuk: wisselend
Titel: FRISIA INTER AMASEM ET LAURACUM
Stad Gorinchem (1583-1591)
Wapen: gekanteelde faas
Titel: GORCUM in Holland of dominium de arkel (heerlijkheid Arkel)
Stad Arnhem (tot ca. 1596)
Wapen: klimmende leeuw
Titel: ARNHEM IN GELRIA
Stad Zaltbommel (1578-1591)
Wapen: twee rozen, in vrijkwartier klimmende leeuw
Spreuk: durae necessitatis opus (werk van harde noodzaak)
Titel: BOEMELA, zelden saltbommel
Stad Eiburg (1618-1621)
Wapen: stadspoort, waarin een ploeg
Titel: ecclesia elburgensis (Elburgse kerk)
Stad Hasselt (1581-1585)
Wapen: balk beladen met een kruis
Spreuk: benedictos qui venit in nomine domini (gezegend Hij, die geko-
men is in naam des Heren)
Titel: civitas hasselt
Muntsoorten
A. Munten geslagen op grond van ordonnanties van de
Staten-Generaal
Kenmerken: dragen gewoonlijk het wapen van de Republiek (gekroonde klimmende
leeuw met zwaard en pijlenbundel in klauwen); de omschriften
bevatten gewoonlijk de spreuk van de Republiek: concordia res parvae
crescunt (eendracht maakt macht) en de aanduiding (in uiteenlopende
vorm): Munt van de (Staten van de) Verenigde Nederlandse Provinciën: de
provincie van vervaardiging wordt steeds aangeduid door de afgekorte pro-
vincienaam in het omschrift, gewoonlijk bovendien door een klein provin-
ciewapen en/of munt- en muntmeestertekens.
Vervaardiging: de door de Staten-Generaal voorgeschreven soorten werden in
beginsel geslagen door alle zeven provinciën, alsook door West-Friesland.
Bovendien werden zij gewoonlijk geslagen door de zes steden met muntrecht,
waarbij het type veelal licht gewij zigd werd (aanpassing van de tekst
van de omschriften, afbeeldingvan de regerende keizer).
Ordonnantie van 4 augustus 1586
1 Gouden dukaat
gewicht 3,51 g; gehalte 0,986
koers: in 1586 68 st., geleidelijk opgelopen tot ca. 5 gl.
162 Utrecht, gouden dukaat 1609, oud type (3,4 g; 23 mm)