
i Friesland
a. Merovingisch-Karolingische munten
In niet nader te lokaliseren muntateliers in het toenmalige ‘Friesland’ (groter
dan de tegenwoordige provincie) heeft een omvangrijke muntslag plaatsge-
had:
7e eeuw: imitaties van gouden solidi en trientes (biz. 20-21).
8e eeuw: zilveren sceatta’s (biz. 22).
ge eeuw: imitaties van zilveren penningen van Lodewijk de Vrome en
Lotharius, en van gouden solidi van Lodewijk de Vrome (biz. 24).
b. Friese graven
Na een kortstondige anonieme muntslag in het begin van de l i e eeuw aan-
muntingen van de Brunswijkse graven (biz. 29).
Bruno 1038-1057
Egbert 1 1057-1068
Egbert 11 1068-1090
gelijktijdig te Leeuwarden, Dokkum, Boisward, Stavoren en andere.
c. Bisschoppen van Utrecht
Van 1090 tot begin 13c eeuw worden kleine zilveren munten geslagen op
gezag van de bisschoppen, onder andere te Stavoren, grotendeels zonder lees-
bare omschriften (biz. 32).
d. Friese steden
In de lse eeuw is door verschillende steden gemunt, merendeels naar het
voorbeeld van Groningen (biz. 67).
Leeuwarden ca. 1425(7) en 1469-1493
Sneek ca. 1 4 5 5 -1 4 9 3
Bolsward 1455-1493
Franeker 1485 -1493 (00k gouden munten)
Workum ca. 1490
e. Saksische hertogen
De hertogen van Saksen hebben als erfelijk gubernator van Friesland te Sneek
en Leeuwarden gemunt (biz. 67):
Albrecht 1498-1500
George en Hendrik samen 1500-1502
George alleen 1502-1515 (zie afb. 149).
149 Friesland, George van Saksen als gubernator (1502-1515), dubbelestuiver 1515 (2,64 g; 29 mm)
f. Bourgondisch-Oostenrijkse landsheren
Onder Karel v werd een munt te Leeuwarden opgericht in 1527, weer gesloten
in 1530; de daar geslagen munten zijn nog niet zo lang geleden teruggevon-
den.
g. Provinciale munt
In 1580 richtten de Staten een munt op te Leeuwarden (biz. 93), die opgeheven
werd in 1752; de bloeitijd valt in de eerste 50 jaar van haar bestaan, in de 18e
eeuw slechts sporadische aanmuntingen, het laatst in 1738 (biz. 165).
2 Groningen
a. Bisschoppen van Utrecht
Te Groningen, dat in 1040 aan de bisschop kwam, is gemunt door Bernold
1027-1054 en Willem 1054-1076 (biz. 28-29).
b.Friese graven
Door graaf Egbert 11 (zie lb) is incidenteel gemunt te Garrelsweer en Winsum.
c. Stad Groningen
De stedelijke munt is werkzaam geweest van ca. 1370 tot 1692, met onderbre-
kingen in de eerste helft van de 16e eeuw en in de periode 1649-1690. In 1507-
1508 wordt naast de naam van de stad die van de stadsheer graaf Edzard van
Oost-Friesland op de munten geplaatst (biz. 67).
d. Groninger Ommelanden
Voor de Staten van de Groninger Ommelanden werkte 1579-1580 (biz. 93) een
muntatelier te Appingedam (later verplaatst naar elders : zie 5k en 7f).