
177 West-Friesland, driegulden 1764 (31,55 g; 42 mm)
Geslagen: 1694-1800, alle provinciën behalve Groningen (zeer weinig in
Zeeland); 1698 00k Deventer.
13 Gulden
gewicht 10,61 g, gehalte 0,920
Zelfde type, doch waardeaanduiding 1 G (zie afb. 178).
Geslagen: als boven.
178 Flolland, gulden 1749 (10,55 g; 31 mm)
14 Halve gulden
gewicht 5,30 g, gehalte 0,920
Zelfde type, doch waardeaanduiding i/a G of X ST (zie afb. 179).
Geslagen: 1694-1796, alle provinciën behalve Zeeland, Overijssel en
Groningen.
N.B.: Voortzettingvan provinciale driegulden enz. (zie nr. 18).
In kleine aantallen zijn met hetzelfde type geslagen:
- Halve driegulden (= 1 ^2 gulden) 1694-1696 (Holland en Friesland).
- Tweegulden 1694-1697, alle provinciën behalve Zeeland, Utrecht en
Groningen.
179 Utrecht, halve gulden 1751 (5,26 g; 28 mm)
- Nederlandse florijn (28 stuiver), Holland, alleen proef 1694.
- Zogenoemde kwart gulden: niet-officiële nieuwjaarspenning van hetzelfde
type, zonder waardeaanduiding, 1756-1759. vervaardigd door de munt-
meesters van Holland, West-Friesland, Utrecht en Gelderland.
B. M u n t e n g e s l a g e n o p g r o n d v a n p r o v in c ia l e e n s t e d e l i jk e r e g l e -
MENTEN
Kenmerken: dragen uitsluitend het wapen van een enkele provincie of stad;
de omschriften bevatten de aanduiding Munt van de Staten van... (resp.
Stad) en de provinciale of stedelijke wapenspreuk. Stedelijke munten vertonen
veelal op één zij de de rijksadelaar (minder vaak het borstbeeld van de
keizer) met naam en titels van de keizer als omschrift.
Vervaardiging: enkele soorten zijn uitsluitend door een enkele provincie of
stad geslagen, de meeste echter door verscheidene provinciën en steden vol-
gens vrijwel gelijkluidende voorschriften en met in hoofdzaak, behoudens
wapens en namen, gelijke beeldenaar. Ten gevolge hiervan zijn verschillende
van deze muntsoorten, hoewel formeel geen generaliteitsmunten, in de
gehele Republiek geslagen.
In het laatste kwart van de 16e eeuw en in de allereerste j aren van de 17e
eeuw zijn door diverse provinciën en steden een groot aantal uiteenlopen-
de muntsoorten geslagen, waarvan hier slechts de belangrijkste kort
genoemd kunnen worden (met koersen in 1603):