
In Friesland geslagen imitaties komen in groter aantal voor;
2. Latijn voor schelling (zie aldaar)
Soeverein 1. gouden muntvan de Zuidelijke Nederlanden, geslagen sedert
1612. Vooral dubbele soevereinen van / 12,-, eerst met de tronende aarts-
hertogen, daarna met borstbeeld van Philips iv, resp. Karel 11, gewicht 11,08
g, gehalte 0,947 (blz. 137);
2. dubbele rozennobel
Spreuken op munten, zie blz. 232 en 239-243
Statendaalder zilveren munt in dejaren 1577-1579 in alle gewesten, behalve
Holland, geslagen, in opdracht van de Staten-Generaal, doch op naam van
Philips 11; gewicht 30,47 g, gehalte 0,750 (blz. 93)
Statengulden zie blz. 15 5 ,159
Statenschelling zie ruiterschelling (blz. 264)
Stempelsnijder zie blz. 118; voor stempelsnijdergeneraal zie blz. 10 4 ,15 1
Sterling op het vasteland gebruikelijke benaming van de Engelse zilveren
penny, die belangrijk zwaarder was dan de inheemse penningen. In de 13e
eeuw werd de sterling gelijkgesteld met ^3 groot, ook als rekeneenheid (blz.
3 5 )
Stoter 1. Nederlandse benaming voor de Engelse zilveren groat (4 pence);
2. benaming van diverse munten ter waarde van 2^2 stuiver, vnl. de ^20
Philipsdaalder geslagen sedert 15 7 1
Stuiver in het begin van de 15e eeuw opgekomen benaming voor het toenter-
tijd grootste zilverstuk, de dubbele groot (blz. 44). Sedertdien is de stuiver
de basis van het muntstelsel in alle Nederlanden gebleven, waarin de
waarde van alle kleinere en grotere munten werd uitgedrukt. In de 15e en
16e eeuw ontwikkelde de waarde van de stuiver zieh verschillend in de
onderscheiden gewesten, zodat naast de stuiver van de Bourgondische
Nederlanden (gewoonlijk Brabantse stuiver genoemd) bestonden: Luikse
stuiver (= 1/4 Brab. st), Gelderse, Overijsselse en Groningse stuivers (3/4 à 2/3
Brab. st.). Ten tijde van de Republiek raken deze lokale stuivers in onbruik,
en heerst de uit de Bourgondische tijd voortgekomen stuiver van 1/2o gulden
o f 8 duiten
Taler zie daalder
Teston zilveren munt met kop van de vorst, het eerst geslagen in Milaan in
1474, daarna in vele Italiaanse staten en in Frankrijk (blz. 72-73). In de 16e
eeuw kwamen zij vrij veel in de Nederlandse circulatie voor
Toison zie vlies
Tournois 1. verkorte uitdrukking voor penning Tournois (ook zwarte tournoi-
sen), Franse zilveren munt, in de 13e en 14e eeuw in de Nederlanden zowel
als munt en als rekeneenheid in gebruik (blz. 35);
2. zie Tourse groot
Tourse groot Franse muntvan 12 penningen Tournois geslagen sinds 1266 (blz.
38). De Franse originelen met talrijke navolgingen maakten tot het midden
van de 14e eeuw het voornaamste zilvergeld in de Nederlanden uit, in de
oostelijke randgebieden nog een halve eeuw langer
Triens gouden Merovingische muntvan ^3 solidus, in ons land o.a. te
Maastricht en Duurstede geslagen (blz. 20)
Tuin zilveren munt van 2 groot met binnen omheining zittende leeuw ingevoerd
door Willem vi van Henegouwen en Holland (1404-1417); aanvankelijk
alleen in Valenciennes geslagen, later ook elders, o.a. met afwijkende
beeldenaar te Dordrecht door Jan van Beieren (1420-1425)
Uniedaalder in de numismatiek gebruikelijke benaming voor in 1579 door
Gelderland en Utrecht krach tens hun samenwerking binnen de Unie van
Utrecht geslagen daalders (blz. 96-97)
Unierijksdaalder zie Leicesterrijksdaalder
Vierlander benaming voor een reeks van zilveren munten van de
Bourgondische Nederlanden, met gelijk type (wapen in het veld), geslagen
in Brabant, Vlaanderen, Henegouwen en Holland van 1434-1474 (blz. 58)
Vierling in Gelderland in de 15e en 16e eeuw gebruikelijke benaming voor
munten van */4 stuiver
Vlieger 1. zie krabbelaar;
2. benamingvoor de Groningse stuiver in de 15e tot 17e eeuw (blz. 66)
Vlies, Gouden gouden munt met afbeelding van het Gulden Vlies, ter waarde
van 2 Philippusguldens, geslagen onder Philips de Schone en Karel v (1496-
1520)
Vlies, Zilveren zilveren munt met afbeelding van het Gulden Vlies, ter waarde
van 3 stuiver, geslagen onder Philips de Schone (1496-1506)
Voc-munten zie blz. 16 7,171
Vuurijzer zilveren munt met zittende leeuw in de Bourgondische
Nederlanden, geslagen 1474-1492; ook dubbele vuurijzers met twee leeuwen
en halve vuurijzers met leeuw ten halven lijve (blz. 59)
Waardijn zie blz. 119
Wilhelmusschild gouden schild van Willem vi van Holland, geslagen 1411-1417
en tot in de 16e eeuw in de Nederlanden in omloop (blz. 51)
Willem, Gouden in dejaren 1848-1853 geslagen gouden handelsmunten met de
beeldenaar van Willem 11 en Willem ni (blz. 186)
Wisselbank zie blz. 12 2,142
Wit in de latere Middeleeuwen gebruikelijke benaming voor allerlei munten