Deze was op het lyf geheel bezet met ribbetjes, omtrent een
halve lyn van een ftöande, en hadde van onderen als een voet-
Huk, een weinig grooter als het lighaam zelfs, waar mede het
aan den bodem van het glas zig vaft hegtte.
Ik heb dit Dier meer als vier maanden levendig gehouden,
gedurende welke 'tyd het zig van de èehe kant van ’t glas na
een andere dikwils verplaatfte.
Van de Zee-quaïkn.
Agter de befchryving der Zee-fchafteft behoorde die der Zee-
Quallen te volgen, omdat dezelve by fommige Schryvereri met
elkander geconfundeert zyn; doch ik vind in deze Dieren, zoo
veele verwondêrings-waardige eigenfchappén , die ik om een
goed begrip van dezelve te geeven nog verder moet nagaan, dat
ik daar voor èeril geen voldoende befchryving van kan geeven:
ik hoope egter van zulks met ’er tyd in hef vyfde ftukje te zullen
kunnen doen De goedgunfiige Lezer zal zig defhalyén
voor het tegenwoordige wel willen vergenoegen met maar alleen
de afbeelding te befchouwen , van driederlei foorten van
Zee-quallen. ■ .
De eerfte (PI. XIV. fig. III. ~) is geheel plat, en zwemt
doorgaans in zulk portuur, als hier afgébeeld is.
L innjeus noemt dezelve de Gekruijite, omdat het Dier in de
midden van zyn lichaam vier deden, die als een kruis maken,
heelt. Dezè deden, zyn mdk-agtig wit, elk een groote zwarte
Hip in de midden hebbende : voorts is het Dier geheel door-
fchynende, helder * van kleur als het Zeewater; doch door hulp
van een Vergrootjglas, zoo ziet men op zyn lichaam verfcheide
flipjes en ftreepjes, die van het mfdden na den omtrek löopen:
de
de rand is bezet met een oneindig getal fyne hairtjes, dié terwyl
het dier zwemt in-een gedurige beweging zyn.
Dit Dier fchoon doorfchynend, heeft een onbegrypelyke menigte
van fpieren, dewyl het zig op alderhande wyzen kan buigen
en bewegen. • , ' “ " . .
De IV. Figuur vertoont het zelve Van onderen te zien , wanneer
zig vier langwerpige,- van onder breed en na boven fmal-
ler wordende, deelen zig op doen. Het Dief wofd hiér ook af-
gebeeld als zyn buitenften rand in de rondte zamen trekkende,
waar door het de forrn van een bal, of ronde beurs kryge.
Fio-. V. vertoont een eijronde Zee-qual, de zelve zyn , indien
ik my niet bedriege, het eerfte afgebeeld door de Heer Brown|
in zyne Hiftorie van Jamaica (a) , alhoewel die afbeelding eénigzins
van onze verfcheelt: want deze heeft negen ribbetjes (en die
van de Heer Brown maaragt) die ook met een oneindig getal
kleine hairtjes of vezeltjes bezet zyn, en wanneer het Dier levend
in het water zwemt, in zoo een gedurige en fnelle beweging
zyn, dat het oog daar op verflauwt.
° Schoon het Dier helder Aonrfehyncma is, kan hor blnore oog
ester daar eenige ingewanden in zien, voornamentlyk twee, als Tab.
pypjes, waar van het eene een wyde opehing aan deszelfs bóven ^
einde heeft. ..
Brown geeft aan deze Dieren de naam van Bp.Roe, en men
zoude tot onderfeheiding van anderen, deze hier afgebeelde kunnen
noemen, de eijronde Bero'é met negen ribbetjes, die met zeer
fyne vezeltjes bezet zyn.
IMen vind deze Beroë hier aan de Stranden, en zelfs in de
Havens van deze Stad , zeer gemeen, gedurende de maand van
April: want een byzondere eigenfehap van de verfchillende foorten*
O ) Pag. 384* Tab. | | fig. 2.