(m) L eeuwenhoek, (n) Heath denken dat de èerlle mannetjes
, en de eijerdragende, wyfjes zyn.
Andere Autheuren als (« ) M e r y , ( j>) An a n s on , ontkennen
zulks, en agten, zoo my dunkt met bondige redenen,
de Oefters voor ware Hermaphroditen, omdat een Oefter niet in
ftaat is, om zig na zyn willé te kunnen beweegén, en van plaats
te veranderen, om by het wyfje te komen, en die te bevrugten.
Deeze eijtjes zyn in de maanden July en Auguftus re'etS' le-
öTab. vendige Oeftertjes a , door de moeder, binnen de ichulpen ,
%• tuffen de baarden uitgebroeit,en die zy zig,alsze tot behoore-
iyke groote gekomen z yn , door beweging ( q ) dier baarden,
weeten quyt te maken , wanneer dezelve op fteenen en andere
, daar digt by leggende Oelters vall geraken , en blyven
groeijen. . .
Deeze jonge Oeftertjes worden in de volgende maant April of
May,
(m ) Zesde vervolg. 103 brief pag. 287.
(n ) Natural hiftory of Scilly.
( o) Mem. de 1’Academie. 1710,
(p) Hiftoire des Coquillages, pag. 99.
(q) De Oefter is genoeg in ftaat, om, gelyk andere dieren,
door zyn eige kragt, zig van zyne jonge te ontdoen, zonder daar
toe eenige roode wurmtjes van nooden te hebben , die de Heer
D eslandes f zegt, daarom op dientyd in de Oefters te zyn. Ik
durve verzekeren, dat men hier te.lande , nooit diergelyke roode
wurmtjes in de Oefters gezien heeft, en'vinde daar ook,- in geen
een Engels Autheur, die over de Oefters gefchreven heeft», eenig
gewag van gemaakt.
f Mais ce que les Huîtres, Sans les teks, quelles jettent leurs Oeufs , ont
de plus particulier , c'efi quelles font remplies 4 'une infinité des petits Fers
rougeâtres, qtdon ne leur trouve point, dans les autres faifons',ou dit moins
rarement. De quel ufage peuvent être, ces Fers aux Huîtres fécondés, &
feulement dans la fàifôn, ou leur fécondité fè déclaré: Je conjeSure, qui leur
fervent pour ainfi dire tï*accoucheurs, en excitant en quelque manière j, qui
nous efl inconnue, les organes definies ata génération. Recueil de differentes,
traitez de la Plrvfique. pag. 311.
May, wanneer zy een maand of tien oud zyn, en de groote yan
een dubbeltje a hebben , opgevift van de fteenen en andere|Tab.
Oefters, daar zy op vaft zitten, en ook van elkander afgefehei-
den en los gemaakt, en dan gezaait.
Het zeggen van Petrus G illiüs, dat de inmonden van B y
zantiutn de Oejien zaaijen, word van G esnerus ( r ) , Sellius (r)
en andere, als iets wonderlyks, dat niet veel geloof ver ient,
aangehaalt: dog het is zeker, dat zulks ook alhier op eeze
wyze gefchied. .
De Oefters die twee of drie jaar oud, of anders te klem
zyn, om verzonden te worden ,' worden uitgefchooten , be
waard , en als de verzending in ’t voorjaar gedaan is, in Zee •
op die plaatzen geftrooid 'of gezaait, die van des kundige men-
fchen, daar toe bekwaam geagt, en dan Oeflerbanken genoemt
worden. Boven over deeze twee en drie jarige Oefters, worden
de bovengemelde kleine jarige Oeftertjes, die men Broei
noemt, heen geftrooit, ’t welk Zaaijen genoemt word.
Omdat de Oefters bier te lande zoo fterk niet vóortteelen,
zoo word dat Broed s’jaarlyks met een expres fchip, dat doorgaans
in het laatft van .April aankomt, uit Engeland gehaalt (?). g ;^ n.
Van deeze, digt by dit Eiland in Zee leggende Oefterbanken, fig.
worden, in den Herfft en Winter, ook Oefters gevift: de kleine
wederom in Zee geworpen , en die bekwaam van groote zyn,
worden ook in de Oefterputten fchoongemaakt en gezuivert, in
Vaten
( r j De Aquatilibus. lib. IV. pag. 64$.
(O Hiftona-Teredinis. pag. 267. , .
( t ) De reden, dat de Oefters, aan onze Stranden zoo fterk met
vermenigvuldigen als in Engeland, komt, na myn gedagten, van dc
grond der Zee: die is, in Engeland, hard, rotzig en zandig, waarde
Oefters, fchoon door de kragt van ’t water by Ebbe, Vloed of
Storm bewogen, over heen rollen, daar die grond in tegendeel hier
zagt flik is , ’t welk door fterke beweging van ’t water los wordende
, de jonge Oeftertjes bedekt en doed fmooren.
’ < ' K 2