dier Memorie , geraaden dage , den naam van den Heer
P e y s s o n e l te verzwygen ( b). En daar waren ’er op dien
tyd , ook zeer weinigen , waar op die Memorie eenigen indiuk
maakte.
Dog na dat in de, Jaaren 1743 & 1744 de Heer T rembley ( c)
de in het vers water levende Polypi, aan de weereld bekent geit
maakt had, zoo wierd het gevoelen van de Heer P e y s s o n e l
weder levendig, men onderzogt verfcheide foorten van Zeeplanten
, en vond die zoo bezet met Polypi, dat de Heeren Jus-
s i e u ( r f ) , E l l i s ( e ) , D o n a t i ( / ) , en anderen in navol-
gïnge van den Heer P e y s s o n e l de weereld hebben willen overi
j l ~ tuigen, dat niet alleen de Koraalen, maar ook de Zee-boomtjes,
het Zee-mos en de meefle andere Zee-planten, niet anders als
een gewrogt van deze diertjes zyn , o f een gedeelte van hun
lichaam ukmaken.
Het is een zèer ftoutbeftaan, Mannen van eene zulke geleerdheid,
en een gevoelen, dat tegenwoordig, by de Liefhebbers der Na-
tuurlyke hiftorie, in ’t algemeen aangenomen is, te willen tegen-
Ipreken: dog omdat het voornaamftc doelwit, van die geenen ,,die
zig op de natuurlyke hiftorie toeleggen , is, de waare huishouding
en eigenfehappen-der fchepfelen te leeren kennen, en door die
kennis dan, aangefpoord te worden om de Wysheid, Goedheid
en Voorzienigheid van hunnen Almagtigen Schepper te erkennen,
en te verheerlyken : zoo hoop ik , dat men my ook zal toelaten,
eenvoudig en naar waarheid te verhaalen, het geen ik aan het Zee-
mos en verfcheide, zig daar op onthoudende Zee-infecten, waargenomen
hebbe, en daardoor aan te toonen, dat het gevoelen,
M door
1 (b) R eaumur Mem. des infedtes. Tom. VI. in præfat.
( c ) Mémoires fur l’hiftoire des Polypes.
(d) Mémoires de i’Acad. de Sciences. 1742.
( e ) Natural hiftory o f Coralls &c. 8°. Lond.
( ƒ ) Hiftoire Naturelle de la Mer Adriatique, 40. Hagæ.
7
door den Heer P eys sonel, het eerft geopperd, nog niet volkomen
beweezen en buiten alle tegenfpraak is ( g ).
Ik hoop dan, dat deze myne twyfelingen en zwarigheden,
meer anderen, die digt aan Zee woonen, en meerder tyd daar toe
hebben, zullen aanfpooren, om deeze zaak verder na te gaan,
opdat men eindelykden waaragtigen oorfpronk,de groeijingen voort-
teeling der Zee-planten , volmaaktelyk mag kennen en weeten,
en dus ook zekere en onfeilbare kenteekens aantoonen, tusfehen
die lichamen die waarlyk planten zyn, als de Algce, Fuci, Con-
fervee, en die geenen, die een gedeelte, een gewrogt of huisjes
van diertjes zyn: fchoon voor dezen als planten geagt en aangezien
, gelyk fommige Madrepora en Millepora , de Jlcyonium,
Vefica Marina genoemd, de Efchara crujlacea en meer dierge-
lyke.
Verwondering waardig , ja onbegrypelyk zyn de verfcheide
wegen, die de Natuur ter Voorteelinge der dieren ïnflaat. Sommigen
, gelyk verre het meefte getal, zyn van de Mannelyke of van
de Vrouwelyke kunne , en hebben elkander ter Voortteelinge
noodig; anderen, gelyk de Oeftérs, de lampjes of fchotteltjes (h\
QPaiellce) hebben beide de Sexen in zig vereenigd, elk teelt buiten
hulp van een tweeden, op Zig zelven voort: by anderen ziet
men beide deze foorteh van Voortteelinge , fomtyds zal men
zien , dat een Mannetje zig met een Wyfje vermengt, fomtyds
zal
Cg) Dit erkennen fommige voorftanders van dat gevoelen zelfs.
De Heer D o n a t i , nadat hy eene nauwkeurige befchryving van
het Koraal en de daar op zittende Polypi gegeven heeft, zegt eindelyk
tot zynen Lezer: „ Vous voyez ici une vegetationdeplante, tfunepro*
„ pagation d'animal , jugez donc fi le Corail, apartient a l’un> ou a
„ l’autre de ces deuxregnes, ou s’il -ne faut pas le placer, dans m rang
„ mitoyen ” . Eflay de 1’hift. nat. de Ia Mer Adriat. pag. yo.
Ik twyfel niet of een zekere kennis van de voorteeling der ganze-
tnosfels zoude veel ligt geeven, aan de Voorteeling der polypi,
C b ) Verhandelingen der Holl. Maatfchappy. IV. Deel. pag. 476.