140 N A T U U R K U N D I G E
„ (lollen , ) rot dat het begind zanten te loopen T en een foort
van glas - wording ( Fitrificaiie) daar op volgt. Als alles ge-
,v fmolten is , laten zy het zinken , wanneer het ftold tot een
„ klomp op den bodem van de Put als in een vorm : Als het
,, koud i s , is het bekwaam om afgefchept te kunnen worden.
,, Daar is een groot onderfcheid in de deugd van deze Kelp ,
,, en veel meer kunft en oppaïïens wórd ’er vereifcht, om die
,, wel te branden , dan men zich zoude verbeelden. Het geen
„ het hardde van Subftantie , en het fynde van grein , zonder
„ eenig zand of aarde i s , is het bede. In het eene Eiland ma-
j, ken zy beter Kelp dan in het andere. In dat van St. Martel)
„ is het bede van allen.
„ Een naardig man kan ruim vyftig of zedig guldens vyinnen ,
,, geduurende de twee maanden , dat men de Zee-wier opza-
„ meld. Het jaar te voren , dat ik in Scilly was , hadden fom-
„ mige vry meer , ’c welk veroorzaakt wierd , door dat men
,, vyf en twintig guldens, de hoogde prys die ooit gegeven was,
„ voor een ton Kelp betaalde.
„ Wanneer zy eerft Kelp begonnen te maken , verkogten zy
„ die voor negen gulden , doorgaans is de prys nu dertien gul-
M den , wat minder of meer.
„ De kund van Kelp te maken was voorheen aan deze Eilan-
„ ders onbekend , en is haar geleerd door eenen Mr. N a n c e ,
„ in ’tjaar 1684. ( gelyk my door deszelfs Zoon , nu tagtig
„ jaaren oud , en met hem overgekomen, wonende op St. Mar*
„ tens Eiland , verhaald is) uit Cornwal over kwam , om deze
,, Eilanders Kelp te leeren maken, waarom ook zyn geheugenis
, , by dezelve in zegening is ( 6 ) .
„ D e
( b') Ifl Torksbire is dit branden van Kelp reeds lang in gebruik geweeft.
Zie Dale Natural Hijlory of Harwich, pag. 336.
„ De Zee*wier heeft noch in een ander opzigt zyn rjuftigTa,b-XI.
„ gebruik. Wanneer de breed-bladige foort, geduurende defig.M.
„ Hondsdagen, van onder water opgehaald, en, zoo fpoedig als
,, mogelyk , met wolle kleeden voor de lugt gedekt word , zul-
, , len de vlugge Zouten , die anders door de Zon en lugt uitwa-
„ femen, behouden worden, en men zal de bladen bedekt vinden
„ met een foort van Suiker, ’ t welk men daar gemaklyk van kan
„ affchudden. Dit Suikeragtig Zout agt men zeer dienftig in de
„ Medicynen, om te verkoelen , en overtreft, door zyne fyne
„ doordringendheid, alle toebereidingen ( Prceparationet) van
,, het Nitrwn."
In alle Geweflen van Vrankryk , die digt aan Zee gelegen zym,
word deze Zee-wier voor Meft op ’c Land gebragt, en geeft
een zeer goede toemaking; doch ik weet « ie :, dat dezelve daar
ergens tot Pot-afch gebrand word.
Van een Z a a d -draagende JZes - Plant
uit Noorwegen.
Is het zoo weinig, het geen men met behoorlyke zekerheid
weet, van de groeijing en voortteeling der Planten, die men zoo
gemeen aan de Stranden vind , dan behoeft men zich niet te
verwonderen over de onkunde, daar men tot noch toe in i s ,
van de Planten , die op de grond der diepe Zee groeijen. ,
Men twyfeld nu niet meer, of de Steen - gewaden ( Li tb op hy-
ta) , als de Tubipera's , Millepord’s , en de Madrepora's, zyn
voortbrengfels van Dieren, en behoofen dus tot het Dieren-ryk.
Doch dit is noch niet zeker beweezen , van alle de foorten der
zoogenoemde Plant-dieren ( Zoo-phyta) . Althans niet van de