dat niet alleen de regeer Schaar, maar ook de andere pooten,
en geheele regter zyde, van ’t lichaam grooter is, als van de
linker zyde. '
Fig. IV. Een diergelyke Kreefdlak, dog wat klemder met zyn
eijerneft, uit het lichaam koomende, en langs de zagte ftaart
heen gelegt.
Fig. V. Een Dier dat ik Afcidium of Zakpyp noem, ’t welk
men des Zomers veel aan de deuren van de Sluizen dn het
Dykwater alhier vaftgehegt vind.
A. Een Afcidium, zoo als de zelve gemeenlyk gevonden worden.
B. Een diergelyke , dog door wiens heldere h u it, men tegen
den dag eenige ingewanden kon zien.
C. Een diergelyke in de lengte opengefneden , dog van welke
, zelfs met het vergrootglas, van deszelfs ingewanden niets
befcheidens te zien was.
D. Een diergelyke dwars, of volgens de rondte open gefneeden.