
rug komen. Onder elke fchubbe komt ook uit het lichaam voort
een borftelig hair, hebbende aan zyn einde of punt een klein
l - langwerpig knobbeltje , en onder deze hairen twee, ( dus aan
. c. c. elke zyde vier en twintig) tepels , die , gelyk als by de groote
Zee-muis, wanneerze met een Vergrootglas bezien worden, uit
D' drie kleindere beftaan , en met Hevige hairtjes voorzien zyn ,
die hy ook na zyn believen uit en in kan trekken , en hem voor
voeten dienen om langs de grond te kruipen.
*■ De kop van dit Diertje heeft van voren zes regtuitfiekende
grypers o f tentacula , waar van ’er twee veel grooter zyn , als
de andere. De mond is gefatfoeneerd als by de groote Zee-muis,
doch het agterlyf eindigt met eenige Hevige hairen.
Wanneer men een van deszelfs fchubben met een Vergrootglas
beziet, zoo is dezelve langwerpig. Het voorfle gedeelte
loopt puntig a f , en zit met eenige kleine tandjes in de huid ;
‘ doch is van agteren veel breeder , rond , en met fyne bairtjes
bezet. Op de bovenHe oppervlakte vind men eenige kleine
e. knobbeltjes.
Deze Diertjes , die ik niet weet dat noch by eenig Autheur
afgeheeld zyn , heb ik gevonden tulïchen het oude Hout , aan
het zoogenoemde verfle Sas, wanneer het zelve in den jaare
1763; gerepareerd wierd.
Van de Steen - Moffels.
: In het jaar j 760. wierd men hier in Zeeland zeer ongeruH gemaakt
, door een gerugt, dat ’er omtrent het Eiland Walcheren
een foort van Wormen, welke de Steenen doorknaagden,
die tot afweering van het geweld des Waters, onder aan den
voet der Dyken gelegt worden, gevonden wierd.
Men
Men had noch in ' geheugen , wat fchade de Boor - Hout - of
Koker - Wormen (Terëdo navalis') federt vyf en twintig jaareh
aan de houte Paaien der Dyken gedaan hadden , en dagt, ge-
fchied zulks ook aan de Steenen , dan is ’er geen middel meer
tot behoudenis van ons Land.
In de Verhandelingen der Zmeedfche Academie (0 ) vind men
een Befchryving en Afbeeldingen van een foort van Zee - Wormen
, die de Heer M. KaïiLER Polypen noemt , die Steenen
knagen ( o ) . Ik dagt aanfionds, dat de eerflgémëlde dezelfde
Dieren zouden wezen, en tragtte eenige doorgeknaagde Steenën
met de daar in zynde levende Wormen te bekomen , die my op
myn eerfie verzoek, door de beleefdheid van den Wel Ed. Agtb.
Heer J o h a n W i l l e m P a r k e r ', Schepen en Raad'der Stad
Middelburg , en Griffier der Staten van Walcheren , ftraks bezorgt
wiërden.
Doch op den ontfangfl deezër Steenen , zag ik , dat de Dieren
veel van die van de Heer K aiii, E 8.; ve^fcheelden , en maar
Steen-moiTefe'^J?Ma(^ï)"warèjl ;1diëmen"aW meêfl alle Stranden
van Europa, en ook der drie andere Waereldsdeelen ( w ) ,
vind.
En
Abbanipmgen der Zwei. Academ. 1754. pag. 143. & feq. Tab. III.
fig. A. B.rC. D. E,F. Von,eine neue art von Wajfer-Polypen, die deinen
mm
O ) Men vind fomtyds hier aan de Stranden , fchoon zeer zelden
Steenen, daar Wormen ( Tertio Lapidaria ). in huisveden : waar van
ik .miffchien door den tyd iets naders melden zal.
(tv) lil AJia. Zie R ümphids Amboinfe Rariteitkamer, pag. 151.
In Africa. A d a k s o n Hiftoire de Senegal.
In America. S l o a n b Natural Hifht. of Jamaica, Tom. II. pag.
»63. Tab. 241. fig. 22. 23. En Bi o v n Natwal Hiflory of Jamaica, pag.
417. Tab. 40. fig. i i .