N A T U U R K B N D I G E
vergroot en dikker word, door de b-yvoeging van eenern nieuwen
kring-aan den baft; en- gelyk men den ouderddrt van den 'boè-m
kan weeten, door liet getal'dér kringen, waar ui: de (lam bo-
flaat,. zoo geeft het getal der plaatjeswaar nit'dë Schubben bè-
liaan , j ons ook den ouderdom van deU Vis te kennen I hy nam
eenige Schubben van een ongemeen grooten Karper duim
lang en 33' duim Rhynlandfe maüt in de rondte)-welke zoo
groot waren als een daalder. Deze weekte hy in warm tyater,
en fneed die toen over dwars door, beginnende met het ëCrlt gemaakte
in het middelpunt , dat een zeer klein Schubbetje was
geweeft, en onderfcheidde door zyn Microscoop duidelyk veertig
plaatjes of Schubbetjes die als op malkander gelymt waren,
w-daiuk hy befloot, dat de Vis veertig Jaareh-oud was. I
Alle gefehubde Vis,; is min of meer bedekt mét een foort van
§ym,J waar onder een vlies legt ^ h 'tvelkbet geheele lïghaam van
den Vis bekleed, en de Schubben, dié daar onmiddelyk onder
leggen, op haar plaats houd: zoo dat de Vis, zonder uiterlyk
geweld deze Schubben niét kan kvéyV rakéri of s’Jaarlyks verwis-
felbnt doch zf-oo hy door-eenig ongeluk eenige- weinige Schubben
kwyt raakt , koomen andere wel wederom in de plaats-, doch
zoo het verlies te gróotds, »erft dikwils de Vis daar vafiJ '
Dit bovengemelde-vlies geeft de kouleur -aan de Vis, Cwant
de Schubben van alle Viffen- zyn , fchoon gemaakt zynde, wit cf
parelkleurig) gelyk1 zulks overtuigend, blyk't aam de ongemeen
fraaye Chincefche Goud en Zilver Visjes, die maar het derde Jaar
huh.nen fchitterènden gtaUa-vèrkrygeö, en fömtyds. Van Goud Zilver
worden, bet welk van langzamer hand gefchied; in welken
cyd zy dan Goud met Zilver-e plekken of Zilver met Goude plekken
zyn, dac de verbeelding te boven gaande, fraai Haat CO-
- • - ■ ■- - -. ■ §** :';i - ■ \ ■■ De
Alzoo deeze Visjes. in- eene'V'yver van nfyh tuiii zéér wel tieren
U I T S P A N N I N G E N. m
De Schubben der Viflen met een Microscoop bezien, tobben
veel overeenkomft te hebben met d e Schulpen der Schülp-Vis-
fen ( O - Zy zyn voornamentlyk öp dat gedeelte dat buiten de
daar onmiddelyk opleggende Schubbe uitfteekt, vol zeer kleine,
in de rondte loopende en als uit een Centrum voortkoomen-
de groefjes, die zoo digt naaf! elkander gelegen zyn, dat men
dezelve niet vyei kan.tellen-deze gröefjeszynvoórriamentiyk op
de buitenfte zyde der Schubben. Behalven déze kleine rondloo-
pende groefje^, worden de Schubhen.van fommige Viflen, door
andere grootere groeven als doorfneeden, die op de groeven der
ondcrleggcnde Schubpe^Jluiten^en,paffen;,
Tot düidelyker bevatting van het Vporfghreven, zpo ,heb, ik op
de hier bygevoegde'Plaai , eep en veertig fporten van Vis-fqhub-
i>en, in haarè natuurlyke grootte, en zoo als,,zy zig door het
Microscoop vertoonen, laaten afteekenen.
.Wanneer men nu met dc miuftp gapjdagt.let;, op liet verfchil
dat Vr is in dd?e Schubben, van-maar ^eertigderlei fqorten van
Viflen, én agt.geeft op haar vericheidencheid , plat-.eu dunheid,
flerkté', regelmatigheid van gedaantei, .en juifle.Samenvoeging
met elkander, moet men dan niet van verwondering opgetogen
liaan, en ,met den A.ppfl^TTAüW^(.i.) bekennen., dat de ëed-
.-’ü fM 1'o rr/.'is; ju fl® WIGE
eh-vobfctéëlen, Üod ben ik voór’néétne'ns eene, natuurkundige belchry,-
ving van dezelve te geevenï. zynde die by Eowards ( J li f t .'o f B i f d i ,P roi.
II. pag.> 205.) en in de /Köng. .Scjiwëd'ische A c a d . Absandl .ï 17ij.0-.jx3g-,
17,5.) gevonden word,1 zeer gebrekkig» jftt
,.‘(0 Inzonderheid hebben' zy veel gelykenis na de verfcheide foorten
Van Se zoogenoemde St. Jakobs-Schulpen en Bontemantels, als blykt
aan de Schubben van de.Spanjs, gaars, Vliegende Vis, Snoefe enz., anderen
als 'dé Köölë p Lengj' ‘Schefv|sGeep enz, hebben veel overeenkomft
met dé Patellee of^chbteltjes. , .
CD -Brief-aan de'Röméinën I-'^d.' ’
V 2 W