
de Loog afgegoten , en tufTchen twee papieren gedroogd zynde,
weegden dezelve drie oneen. ï
Het overfchot van de Loog , wat bruinagtig van couleur geworden
zynde , gaf noch op de tong , noch door eènig ander
onderzoek , het minde teken van een Alcali, en verder uitgedampt
zynde, bragt het een Zout voort, in alle opzigten volkomen
aan het eertle gelyk , als dat het wat bruinder van couleur
zag , doch echter door het droogen tuffchen vloei-papier ook
wit wierd. Dit tweede Zout weegde een once en twee
iracbma’s.
De laaide weinige Loog , die noch overig was , tot droög-
wordens toe uitgedanipt zynde, gaf een ziltig Z ou t, ook cubicq
van gedaante , van couleur bruinagtig, doch door het droogen
mede wit wordende, in het minde niet fcherp , eerder wat
aardagtig , doch in geenen deele Aicalijch.: Al het water uitgedampt
zynde , heb ik niets anders als het gemelde Zout gevonden.
Dit laatde weegde ten naaüen by een halve Once. Weshal-
ven blykt, dat al het Zout gewogen heeft vier oneen en zes dracb-
tna's , dat is , ten naaften by twee derde van bet gewigt van de
afTche: want gy kunt denken , dat door de herhaalde overgié-
tingen, droogingen , enz. wel wat verlöoren gegaan is.
.Door het fcherpfle en nauwkeurigfte onderzoek is my gebleken
, dat alle déze Zouten van dezelve natuur waren. Alle de
Cr\ftallen waren dobbel benig, en van dezelve zoute fmaak. Geene
derzelven veranderde de couleu^ van Vioole Syroop. Geene
giftten met eehig Acidum of Alcali, of gaf eenig doorzinkfel in
Water, daar Sublimaat .m gefmoken was. A lle , op een gloei-
jende kool gelegt , kraakten, Gemengt met het zuur van koperrood
, bruiden zy op , . met een witten, fcherpen , en na het
zuur van zout' ruikenden rook.’ Met her zuur van Salpeter gemengt
,
mengt» deden zy het Goud fmelten. Doch geen een van alle
deze Zouten gaf het minde teken van een Sal Alcaiinum fixum
of Tartarus Vitriolatus: , of Sal mirabile Glauberi. Weshalyen
ik ten vollen bewezen agte , dat ’er behalven het gemeene Keuken
zout , dat in het Zee-water i s , geenderhande valt Zout uit
het krabbe-kwaad te haaien is.- En dewyl zulks zeer tegen myn
verwagting was , begon ik te twyfelen , öf ik de affche wel lang
genoeg gekookt hadde : dewyl ik geen yad Alcalifcb Zout uit de
Spaanfche Soda , als by herhaalde en langduUrige kokingen ,
kan bekomen.
; Ik kookte derhalven dezelve vorige alfche met ander water
zeer berk drie uuren lang : Het afgegoten water liet ik uitwaas-
ferhen , tot dat’ er maar een once over bleef. Doch deze maar
even ziltig , en in het mind niet Alkalifch van fmaak , veranderde
ook de couleur van de Vióole-Syroop niet; gidte met geen
zuuren ; deed maar alleen een weinig wit Poeijer uit het 'Ace--
tum Lithargyrii nederzioken , gelyk gemeene Pekel gewoon is ,
en maakte de fmelting van de Sublimaat een weinig troebel wit.
Waar uit gy‘dan met recht moogt beliuiten,'dat alleen een zéér
klein gedeelte van het Keuken - zout, en noch veel kleinder
van Kalk of Alcali fixum uit deze affche in het water gefmol-
ten was.
Ik nam ten overvloede noch een gedeelte van deze affche, en
hield die. in een Smeltkroes, geduurende e.enjge Uuren , in een
zeef berk Vuur : dezelve Wiérd hier door wel wat witter , doch
ging niet over tót Glas. ' Ook een zeker béwys, dat daar niet
het minde Alcali fixum in was.
De affche verder met de Zeildeen onderzogt, toonde maar zeer
wéinige en zeer kleine deeltjes Yzer in zich te hebben.
Deze