I N H O U D.
I. Over de Plantdieren. Bladz* f t
II. Van de Oefters. 7
III. Van de Kreeft-Slak. 5
V Van de groote gepluimde Kokerfcolopendra. 88
v ’. Van de S^rpula’s of Wurmtjes die in Steene Kokertjes
woonen. _
VI. Van de Ongefchaalde, met zagte doorns bezette Zeeslak.
93
VII. Over de Bloed-zuiger der Villen. |g 94
VIII. Van de Steenagtige Efchara , groeijende als een kluwen,
met dunne enkelde gekrulde bladen. 9°
t\r Ao. 7!cilr.twn of Afcidiutïl,
In g e jlo p en D r u k fe ile n in d it Tw e ed e .S tu k je .
Wn/h ( i mb. de onderfle (laat derden lees tienden.
BladZ■ % Üf. o in de nooten Jlaat After-Polypen. lees After-polypen.
-,r\ __. t fi 7.eemofïen Ises Z.e6mo{Ien geen. ---
---- m 7 ■ laattop een na in de noot Jlaat pag en lees pag 31 en
.,,, __ n in de nooten ftaat 250 tonnen, lees ïyo tonnen.
------- Voor ’t overige is op de kant der volgende bladzyden verzuimt,
het getal Ser-Plaaten en fig aantewyzen: t welk
gemaklyk door elk Liefhebber met de pen kan verbeterd
worden, o f hier nagezien. _
Bladz. 68 by reg. f moet zyn Tab. VU. hg, 1. k .
12
73
74
7f
76
77
■ 78.
if6
Tab. VII. fig.
— fig. 2. B.
— a Tab. VIII. fig. 1. A.
_—. a Tab VIII. fig. 2. B.
----a Tab. VIII. fig. y. A.
----Tab. VIII. fig. y. A.
__ a Tab. VIII. fig. 7 , 8, 9-
__ a Tab. VIII. fig. 2. A.
a Tab. VIII. fig. 3.