
R OMPHius ( r f) klaagt zelfs over deze Dieren, dat als hy
eénige mooye Hoorntjes te Amboina, fchoon op een verheeven
bank, te bleeken, of te droogen gelegt had, de Kreeft-flakken
daar op willen te klauteren , met zyne mooye gaave Hoorntjes
heen gingen, en haare oude leelyke in plaats lieten.
Wederom een nieuwe blyk van het verftandig overleg der Zee-
infeélen.
LiNNf f ius Qe') telt tweederhande foorten van Kreeft-flakken,
als de
Kreeft-Jlak met gladde harts-gewyze Schaaren, waar van de
linker de grootfie i s , Bernhardus genoemt, en de
Kreeft-Jlak met de Schaar en, als een Voetangel, waar van de
regter Schaar de groot[le is , deeze word van hem Diogenes
genoemt (ƒ ) .
Dog ray dunkt dat men de eerfte foort met duidelyker onder-
fcheiding zoude kunnen noemen
De Kreeft met een Staart zonder Schaal, of Kreeft-Jlak met
een gladde borft, en ruwe, met punten bezette, Schaaren es
pooten, hebbende doorgaans de regter Schaar het grootjle.
Deeze is zeer gemeen in Europa. En
De tweede , de Kreeft met een Staart zonder Schaal, oj
Kreeft-Jlak met hairige Schaaren en Pooten, hebbende de
lin-
(d ) Amboinfe Rariteit-kamer. pag. 13.
( e ) Syftema Naturte. edit. X. pag. 631.
( ƒ ) In de kenmerken, die L innsus hiervan de Kreeft-flakken
geeft, is een mifllag: want het eerfte foört, die hier zoo gemeen
in de Netten der Korders gevangen worden, hebben niet altyd hun
linken Schaar de grootfte: Integendeel men zal ’er duizend vinden,
die hun regter Schaar het grootfte hebben a, tegen een die de lin-
•Tab.x. ker Schaar de grootfte heeft. Rondelet zegt dat hy ’er nooit een
“»•3- gezien heeft, die de linker Schaar het grootffie had, dog Reacmcr f
fchryft die zomtyds gezien te hebben.
t Memoires I’Academie 1710. pag. 607.
linker Schaar het grootjl. Deeze word veel in Ooflindien,
en in America gevonden ( g )-
De Heer S w a m m e r d a m Qh) geeft in zyn brief, aan de
Heer T h e v e n o t , een zeer goede en accuraate befchryvïng,
van de uit- en in-wendige deelen van de Kreeftflak, waarna ik
den weetgierigen Leezer wyze. In dezen maar alleen eenige
byzondere eigenfchappen van de Kreeft-flakken willende aanmerken
; waar van reets, in het eerfte ftukje deezer Verhandelingen,
verhaalt hebbes,, dat als men eenige, van deeze Dieren
by een heeft, en dezelve voörzigtig uit hunne Hoorntjes trekt,
en de leedige Hoorntjes, door .een gemengt, wederom by hun
legt, elk in zyn voorig Hoorntje zal kruipen , en als zulks weggenomen
is, daar als met verleegentheid na zoeken: gebeurt het
by geval, dat ’er twee of drie over een Hoorntje twiften, wiens
dat hét geweeft is , raken zy daar over in krakeel, en vegten
zoo lang, tot dat den fterkften daar meefter van blyft.
De Heeren G e o r g e J u au en U l l o a (2) fchryvên van
'de Weftindife Kreeft-flak ondervonden te hebben, dat dezelve
fomtyds met zyn huisje of Hoorntje voortkruipt, fomtyds zonder
dat, zyn koft gaat zoeken, en dat hy die , na zyn genoegen,
gevonden hebbende , of by het verneemen van eenig onraad ,
ftraks na de plaats loopt , daar hy zyn huisje gelaaten heeft,
met het agterfte gedeelte van zyn lichaam , het eerft daar in
kruipt, en den ingang met zyne twee Schaaren toefluit, is er
iemand, die hem in dat poftuur durft aantallen, hy zal hem met
een van de Schaaren , zoo vergiftig nypen,dat agt en veertig uuren
lang
( ? ) C atesby (Tom. II. Tab. 34) en Rumphids (Tab. V. KenL)
geeven beide de afteekening van dit Dier , dog by C atesby zyn
beide de Schaaren even groot; en in Rumphiüs afbeelding, is de regter
Schaar het grootfte, en word daar de Modderman genoemt.
( 6) Bybel der Natuur, pag. 194.
( i ) Voyage hiftorique de rAmerique. Tom, I, pag. ƒ6.