
Het is niet önvérHtèkelyk, ‘ déze Diereri , in een-glas met helder
Zee-water gelegt hebbende, daar wat fyri zand op den bodem
i s , alle deze bewegingen te zien doen. : -
\ Van de Kok-Haanen, ( d).
Tab. : De béide fchulpjes dezer Visjes zyn zeer uitgcholt , zoo dat
jVUl. fig. Zy . pp elkander gelegt, eed byna rond lichaam uitmaken. Zy
-zyn van binnen zeer glad en effen , doch van buiten met zes en
twintig ribbetjes , en de randen van onderen met tandjes in een
fluitende. Men, vind dezelve , als ook het volgende foort , zeer
'gemeten aan de »Stranden van Nederland , en wel in zoodanige
menigte ( s ) , dat, men over de ongemeene vrugtbaarheid dezer
Diertjes moet verbaart ftaan.
Zy houden zich altoos een weinig onder de oppervlakte van
het zand, bm dat Zy halrè twee Lugtpypen {Trachea) die maar
zeer kort, en niet aan elkander vaft zyn, als by de Gapers, niet
verre kunnen uitfteken.
De eene dezer pypen , en wel die het digtfte na de onderfte
fig. 11. en rand van de fchulpen gelegen is , is wat grooter en langer als
de andere , welke diend tot lopzing der Excrementen ; daar
de grootfte diend tot opneeming van het vpedfel, waarom Zy
aan
( d ) L innmvs noemt deze Schulpvisjes Cardia, ( Hartjes) en teld
dit als het twintigfte foor t, het noe mende Cardium edule , Jive tejla onti-
qiiata , fu k is X X V I obfolete reatl-vato-mliricatis. Syft. Na t. pag. 681.
( e ) In het Eiland van Scbmwen worden ’s jaarlyks , zoo van de zoogenaamde
Schelphoek , als van de kant van Ouwerkerk, tufichen de twee
en drie honderd voeren o f wagens met Schelpen gehaald.
U I T S P, A; Ni Ni IjN’ jG.E.jN'; n
aan ?yn begin , pnvporpamendyk b,qyitep(ro^tipm!dtei1 ï&hd «iniet
'zcpr, yeei . Tguitj.qs yporziep J s>:piptj(\y.el,a»&;mf-| eenVer-
grootglas.te pnffeyfcheidep. ,. doo dad ii 1 ^ 0
"Wanneer men zoo eenklemffiiuitje « (het.Dier. digmtégen het Tab_
olas leggende,) met een goed Microscoop beziet, vertoond het VU!, fig.
zich zepr.gelykende ma de fnuitjes der Zee.-ftarren , alz.oo h|tiu* c *
mede' uit vliezige ringetjes beffaat , ' water,.dóë>r; het Diertje, jfft
' meefdër énf mihdér kin uitrekken : het heeft, pók «een kpojije.bp-
ven op , waar yidéénjgê fyne hairtjes ,komen, ,miilch,ien Gry-
'peftjes' ( tentacüla) , om zeer kléine lniedpn dite.
v.üldig in het Zeewatër zyn , óp te vangpp. . , 4
. jVlep ziet door deze pypen een .ge(3uurige: .betyegingrvan ppflur-
.piijg’ ep uitfp.u,wing ,v,an, het Zee-water.; . ■ D sa n. i;;, rn :
... Het Visje is wit.,«wel kleinder., .doch' nitetVfitelrOftfoisJteljifeer-
als de Oefters, wordende dikwijs van geringe luiden die bet
hier de naam van Kokhaanen gegeven hebben , gegeeten.
Wanneer men de Schulpen voorzigtig met een mes opend, ziet
men het Vi'sjeook, als de SiiimoM , jtuflèhén»zjn vlies of mantel
in leggen , die rondom aan de fchulp vaft z i t : De bovenfte Fig- IV.
helft daar van op, zyde gefchoven zynde , ziet men het lichaam
van het Visje, dat wit is , qn als uit twee declen bertaat ; ter
rechter zydë heeft men ook twee los hangende ronde ftjukjeg vlees.
In de midden is de voet , dié wat geelagtig van. couleur is , 'en F
diep deze Kokhaneh zeer groot hebben : aan de linkqr zydevind * *B
' mén de 'twee reeds befcbreyen Lugtpypen.
,Eens langs het Strand wandelende, raapte ik een ftukje witag-pjCT VI][
' tïge fteen op , en het zelve met opmerking beziende , vond ikA.° B.
het geheel uit déze fchulpjes zamengefteld doch noch zoo klein
zynde , dat men die niet, als door hulp vair hét Vergrootglas,
• konde onderfcheiden.'
L V Ik
Ö W