
Fig. IV. I. De Goud-vis met regelmatige vinnen, de rug-vin zeer groot
zyndc.
By deze begint dè rug - vin over de buik - vinnen, en eindigt
digt by de ftaart, en bedaat wel uit 20 beentjes of graatjes.
II. De Goud-vis met regelmatige vinnen, de rug-vin zeer klein
zynde.
Verfcheelt niet van den eerflen, dan dat de rug - vin zeer klein
is , en wel na een parallelogram gelykt, beftaande maar uic 3,4,
5 tot 8 beentjes. Zie zoodanige rug - vinnen Fig. V. VIL
Fig.V. III. De Goud-vis met regelmatige vinnen, en twee kleine vinnen
op den rug , die zeer verre van elkander ftaan.
Het onderfcheid van dezen is , dat hy duidelyk twee vinnen
op den rug heeft, de voorfteis op het hoogde van den rug wat
digter aan den kop als de buik - vinnen , en beftaat uit vyf o f zes
graatjes; de agterjle is zeer laag , en digt by de ftaart gelegen >
en beftaat uit vier of vyf beentjes.
IV. De Goud-vis met regelmatige vinnen , een klein knobbeltje
midden op den rug, en een kleine vin digt by de [taart hebbende.
Deze verfcheelt van den voorgaanden N6. III. maar alleen ,
dat hy een knobbeltje heeft, daar de andere zyn voorfte rugvin
ftaat.
V. De Goud-vis mét een gladden effenen,rug, zonder rug-vtn.
Deze verfcheelt van de vier eerftgenoemden ,Q dat hy in ’1 geheel
niets op den rug heeft, maar geheel glad en effen is.
VI. De Goud-vis met knobbeltjes op den rug, zonder rug-vin (e).
Som-
(c) Deze is ook opgenrerkt van. den Heere Gronovius , Muf.
J&byol. ITI.
Sommige Visjes hebben maar een knobbeltje, fommigen twee, Fig.
eenigen drie.
Vil. De Goud-vis zonder rug-vin , met knobbeltjes op den
rug , een dubbelde aars - v in , en drictandige Jtaart Q f j -
VIII. De Goud-vis met eene r u g -v in , enkelde a a r s -v in , ««Fig.vii.
drictandige /taart ( g ) . ‘ en IX.
IX. De Goud-vis met eene rug-vin , een dubbelde a a r s -v in ,
en drietandige Jlaart (£).
X. De Goud - vis met eene rug - v in , enkelde aars - vin , en het
onderfie van de ftaart dubbeld ( f) .
XI. De Goud-vis met eene r u g - v in , dubbelde aars -vin , en Fig. VI.
bet onderjte gedeelte van de ftaart dubbeld.
XII. De Goud-vis met een halfmaans - wyze f ta a r t , en dubbelde
aars-vin "
XIII.
(ƒ ) Deze is afgebeeld by Edwards Gleanings of Natural Hijlory II
Tab. 309. Het fchynt dat meer foorten van Karpers zulk een drietandige
ftaart hebben. Daar zy n 'er in ie Slem Karpers, die een kromme dubbelde
ftaart hébben , en van de Viffers Leid - Braaffem genoemd worden , als of men
wilde zeggen. Voorgangers of Leiders van de andere. Zy belooven zig een goede
vangst, als zy ‘er zoo een gevangen hebben. K lein Mifil V. pag. 62. Tab.
XIII'. fig. 1. T'
( g ) G ronovi i Muf. Icbthyol. II. pag. 2. N. 150.
, ( i ) ,Deze is het, die L innaujs befchreeven en afgebeeld heeft
in de Kmingl. Zwedifche Abb'and. 1740. pag 175. Faun. Suecic. Tab. II. 331.
Muf. Regis. pag. 77. en E d w a r d s Natural Hijlory of Birds. Tab. 209.
fig. 3. : .
( i ) Gronovii Muf. Icbtbyol. I. pag. 4. N. 16.
(fc) Idem, pag. 3. N. 15. Balk Muf. Princip. in LinnjEus Amosnit.
pag. 604. Edwards Natural H. of Birds. Tab. 209, N. i. 2. 4.