
f» Cfq
den buiten rand uicbreid , en altoos nederwaarts hangt tuflchen
de twee ftraalen in. Mogelyk dient dit vlies, om het geen
tot voedzel ftrekt eerft te omvangen en te vatten.
Buiten deze ftraalen en vliezen word men in dit binnenfte
lichaam vaten of ftreepen gewaar , die zig door een donkerder
ĥ ĥ couleur van het lichaam onderfcheiden: fommige komen van het
middelpunt des 'kruis , andere lager tuflchen de ftraalen in ,
met een fyn o f nauw begin voort , en allengskens breeder
wordende , eindigen ze onder den binnen rand.
n . Even onder den rand daar de fpierige vezels ( tentacula) aan
c- vaft zyn , vind men een fmal fpierrg randje , den gèheelen om-
trek omloopende , en uit twee cirkels beftadnde , tuflchen beide
met zeérkortè évenwydige vézels van een fchoone roode couleur
in beide cirkels zich vafthegtende. In het midden tusd.
fchen deze cirkels ziet men een grooter roode vlak, mogelyk het
vafte punt van deze twee rondloopende cirkels.
Dit randje , door zyne roode couleur van de andere deelen
onderfcheiden , Is' Ook van een vafter zelfftandigheid. En Wanneer
het Dier dit toetrekt, word deszelfs gedaante geheel veï-
fig. Ill.anderd , en van plat-rond word dezelve kegelwys of half rond ,
als een halve bol, en de Qual een vinger dik zynde, zoo is dan
de opening van de cirkelnauwlyks zoo groot, dat men daar,een
vinger zoude kunnen inbrengen. Het Dier dus puntig of ke-
gelswys geworden zynde , kan des te fchielyker onder ’t water
voortfchieten.
Binnewaarts onder deze gemelde hand vind men een tweede ,
fig.II. die ook rond loopt, aan de eerfte vaft, doch binnewaarts los, en
e• e- e' op de andere deelen vlotterende, zynde omtrent twee lynen breed,
doorfchynend van een ligte melk - couleur. Hier onder bepaa-
len zich die vaten of ftreepen , die door het binnenvlies loopen.
Deze
-Deze band helpt ïpogelyk mede om zyne opening te vernauwen;
,of miflchien word door de gemelde vaten het voedfel opgenomen
, en door het .geheele lichaam verdeeld.
De Heer Profeflbr heeft deze Zee-qual omtrent zes weeken
in een glas met water uit het Spaarne levendig gehouden ; op
het laatfte begon deszelfs fnelle beweging te verminderen , en
in plaats van op zyn rondte of convexiteit neder te zakken , ts
het op zyn holle zyde nedergezonken en geftorven.
* Zeer wonderlyk is het , dat deze Dieren dus'lang in vers water
geleefd hebben. Miflchien is’t echter zulks niec zonder voorbeeld
; my dunkt ergens ( i ) geleezen te hebben , dat men m
bet Meer Qnega in Rusland Zee - Honden vind , lchoon het
zelve ook vers water heeft,
De twee foorten van Zee-quallen , die men hier omtrent de
Stranden van dit Eiland, gemeenlyk vind , zyn de Gekrwjle , in
een .voorig Stukje ( 7 ) afgebeeld , en de Straal - qualle van
L i N N /E ü s , genoemd de gehairde Zee- qual. (,Medufa capillata,
Jive. orbicularis convexa margine fidecies emarginato1, fubtuspi-
lofa :') en de vyfde der door zyn Edl. opgeleide* foorten.
De gekruide Zee- qual is verre de gemeende in dé Zee en aan pje g0_
de Stranden rondom dit Eiland : dezelve komt uic de diepte metkruifte
de aankomende Lente-warmte in de maanden April en Mey liaq^i,
■ het' Land:, en houd zich daar op tot in het laatft van jfuny ( 7 ) ,
wantieer zy zich wederom Zeewaarts begeeft. Zouden zy-nu
in
. ® Ü jWS»;
m
(i) B u s s c n ino Geograpbie , I. Deel, pag. g 6 S .
( k j Eerfte Deels derde Stukje, Tab. XIV. fig. III. en IV. en is zelden
yeel , nooit een derde grooter , als ik die hebbe laten afbeelden.
CU Zommige.geven voor, dat.men na het eerfte Spring-ty, dat na
St.Jans dag volgt, dit foort niet meer ziet.
I 2