m h fl . f' 1 i B \ AL WJL WJL tW *J1L 1 väi - • I- 1 ’ i ••-- f*► -|
Dê kennijje, die men krygt van de dingen, welke men
onderzoekt * is een fierke aanfpooringe, om de zelve
neg verder te onderzoeken en te .willen leer en kennen.
CICERO de Finibus Lib. V«
n a t u u r k u n d i g e
UITSPANNINGEN,
b e h e l z e n d e
e e n i g e WAARNEEMI N G E Nj
OVER SOMMIGE
ZEE-PLANTEN e n ZEE-INSECTEN,
BENEVENS DERZELVER
ZAADHUISJES en EIJERNESTEN.
Van de Kreeften.
f e Kreeften . Krabben en andere dieren van dit ge-
? flagt, worden met regt van L i nneus onder de
% Infeclen getelt , om dat zy die vyf voornaamfte ei-
l l l P i p S genfchappen bezitten , die de Infecten van andere
Schepfelen doen onderfcheiden : Als
Eerjl; Dat zy met Sprieten ( Antenna; ) begaaft zyn. Ten
tweeden ; Dat zy een fchaalagtige huid en inwendig geen bee-
nen of graaten hebben , zó als de viervoetige dieren , Vogelen,
Viiïen , Slangen, enz. Ten derden ; Dat zy hun mond niet op
II. Deel. A 3 en