18 N A T U U R K U N D I G E
Hy fchynt de groeijing van het Koraal aan zyn baft toe te fchry-
ven, dog is verwondert, dat hy een gelykvormige baft, die ook
bloemen voortbragt ( « ) op fteenen zomtyds gevonden heeft,
zonder dat daar Koraal van voortkwam (o). Dog die fchrande-
re Heer, wilt niet dat die bloemen levendige diertjes waren, en
het geen hy den baft van het Koraal noemt , de huisjes of celletjes
van die diertjes, daar zy alle foorten van in Zee te vindene lichamen
, zoo wel als het Koraal, mede bekleeden.
Uit dit alles blykt, dat de manier, hoe het Koraal voortgebrngt
word, nog niet met zekerheid bekent is; en dat die diertjes, die
men op het zelfde vind, een volmaakte over-een komft hebben,
met die diertjes, die men in diergelyken baft op fteenen, Zee-
boomtjes en oneindig andere, in Zee gevonden wordende, lichamen
vind: en dat derhalve zoo Koraal van diertjes voortgebragc
word, zulks dan eerder, door die grootere gefchied, die- op des-
zelfs toppen gevonden worden, als door die kleine, die den baft
uit maken , en aan zoo veel andere foorten van lichamen gemeen
zyn.
Ten ho o g d en wenfchelyk is h e t dan , dat eenige liefhebbers
der Natuurlyke hiftorie die omtrent de Middelandfe Zee woonen,
na de groeijing of vermeerdering van het rood Koraal ,, nauwkeuriger,
als tot nog. toe gedaan is, geliefden te onderzoeken, en
dat andere liefhebbers, zulks ook deden, in de Ooft-zee-, alwaar
men wit Koraal in zulk een menigte vind, dat het zelve als bosfchen
der klippen groeit, ba de afbeeïdingèn, die de Heer M a r s i g u
daar van geeft, dog myns bedunkens kan zulks, niet gezegt worden,
van Koraal, dat op losfe ftéenen, fchulpen &c. gegroeit is ,
want dat ftaat daar perpendiculair op. En deze verfchillende groeijing;
doet my twyfelen of het Koraal wel gegroeit is , en geen voort-
brengfel van diertjes zoude weezen.
(n) ld. ibid. pag. i6y.
(oj) ld. ibid. pag, 168.
U I T SP A N N I N G E N. 19
fchen, van eenige uuren lang, op den grond der Zee maakt (p).
En dat zy yoornamentlyk onderzogten, of men geen Koraalen en
Madreporen zonder eenigen baft vind. Of als men den baft-, van
die geene, die daar mede bekleed zyn , afvryft, dezelve dan wel
meer zouden groeijen &c. Men zoude ftraks overtuigt worden-,
of die baft iets tot de groeijing van ’t Koraal toebrengt, en een
wezentlyk deel daar van is , dan maar toevallig van fommige diertjes
daar aan gehegt, gelyk zulks uit de onmiddelyk' volgende be-
fchryving der Zeeboomtjes , (_ Titano - kerato •phyta') blykt, aan
die te gefchieden.
Van de Zee-hoorntjes.
Zoo wel als *er een gïoote verfcheidentheid Van Koraalen,
Madreporen en Milleporen gevonden word , zyn ’er ook zeer
verfchillende foorten van Zee-boomtjes, die Lithöphyta, Litho-
Xyla , Kerato-phyta, en als zy roet een baft omgeven zyn, Ti-
tano-kerato-phyta genoemt worden.
Wanneer deze Titano - kerato -phyta ze er d ro o g zyn, gelyk die
in de kabinetten der Liefhebbers bewaart worden, zoo kan men
den baft daar zeer gemakkelyk met de vingers afvryven: .dezelve
is dan zeer dun ,~en dikwils bezet , gelyk duidelyk te zien is,
met verdroogde Polypi, en fchynt niet de minfte gemeenfehap te
hebben , met het onderleggende hout van het Zee-boomtje,
welks oppervlakte zeer glad en effen is: ’t geen myns bedunkens,
niet zoude kunnen gefchieden, als de gladde oppervlakte van dit
hout, zoo wel als de ruwe baft, van dezelfde Polypi, gemaakt
was:
fp') Corallifera Indorum littora tniramur. Sed Capells portus
(locus in Góthlandia ) exsequat imo exfuperat Orientis opes. Vidi
enim denfiflima Coralliorum ftrata per integta ftadia , & Milliaria
hujus littoris fe extendenda. L in kju is Orat. de Peregrinatione
intra patriam.