
• men liet de Pluwecle Zce-Jlak ( Phyfalus) ; S e ba (ƒ>) , M»>
t-iNEUX ( g ) en B a r r e l i e r e ( r ) de Zee-rups, ( Eruca,
ftve Scolopendra tnarina , ) doch wy behouden den gemeenen
mam van Zee-muis , die de Viflers daar aan geven , en niet ten
onrechte , om dat het door zyn fpitfe kop en hairig lichaam veel
gelykenis na een Muis heeft.
L innjeus ( r ) noemt dit geflagt van Dieren Zphrodita, en
geeft tot haare kentekens QCaraStères') o p , dat zy een eirond
lichaam hebben , aan wederzyden met vcrfchcide pooten, waar aan
eenige borftels in een handeltje te zamengevoegt. De mond met
twee grypers (temacula) voorzien zynde , die in tween verdeeld
zyn. En telt maar twee foorten daar van o p :
j j De langwerpige Zee -muis, wiens rug glad en met Schubben
is. En
2. De eironde Zee - muis, met Hairen en fcherpe Stekels
bezet.
W y zullen dit tweede fo o r t , fchoon van L i n n ^eus het
laatfte gemeld , het eerftebefchryven , om dat het door zyn
meerdere grootte zoo veel duidelyker gezigt en 'bevattinge.van
deszelfs leedén en deelen g e e ft , die .toch met^diej Van het eer-
fte foort" veel overeenkom!! hebben.
Tab VI Deeze eironde Zee-muis is v y f, zes a zeven duim lang', in
fig. I & de midden anderhalf divm,v en fqmtyds meer . breed. Wanneer
U" Ait Dier op zyn buftf h^r^met^ïb rug ft$Wven gekeert, gelyk
hv zwemt o f langs den grond kru ipt, zoo ziet men de rug be-
• ■ , , - , ; | ■ dekt
: |§§ Tbefaw. I. Tab. XC. fig.Y. '
( q j Pbilofopbic. TranfaS. N. 225- pag. 4<=5-
( r ) Rarior. Tab. 12$4*
■ O ) Syft. Nat. Edit. X. pag. 655.
dejtt met een dikke taaije huid als dik, zeem ; op het middelde
gedeelte van de rug zyn een menigte ongemeen fyne , en als
by. vlokken gekrulde hairtjes , die niet dikker zyn , en zich ver- a a
toonen , als ineengekronkelde flos zyde , en uit ronde ver-
hevendheden of wratten in een bosje voortkomen. -
Doch de twee zyden zyn omtrent een vinger breedte bezet
met lange dunne en ongemeen glanzige hairen , die , als de b■ *■
Zon daar op fchynt, de heerlykfle kleuren aanneemen, die men
kan bedenken , van Goud , Violet, Ultramarin, enz. na dat zy
het ligt reflecteeren.
Wanneer men de Zee-muis omkeert, en op zyn rug legt jpig j
zoo ziet men den buik met dwarfe plooijen , en in de lengte
bezet met twee en dertig uitflekende deelen , als tepels. Deze b' *•
zyn het kleinfte by de kop , en het agrerfte gedeelte van het
lichaam, en het grootfte in het midden van den buik. Uit deze
tepels komen zeer lievige , dikke , fwarte blinkende hairen ,
als dikke varkensborftels. En elke tepel beftaat, wanneer men Fig. III.
die met een Vergrootglas be zie t, uit drie kleindere , waar door
deze borftels ook als-in drie reijen gefchaard zyn.
Wanneer men een van deze drie kleine tepels met een fterker p;g jy .
Vergrootglas beziet, zoo bevind men deszelfs puntig boveneinde
wederom als in drie oppervlakten verdeeld. De grootfte is
digft aan den buik , en rond van figuur; uit dezelve komen
maar .drie , doch verre de langfte , dikfte en ftevigfte borftels,
die als in een driehoek (laan. Uit het middelfte deel, dat langwerpig
i s , komen zeven borftels, in een rei agter elkander ge-
plaatft , zynde veel dunder als de andere. Het derde buitenfte
deel is als een half rond , en. heeft negen borftels , in deszelfs
,buitenrand agter elkander (taande. Deze zyn dikker als de mid- f -
/ƒ. Deel. ' K delfte,