
124 N A T U U R K U N D I G E
Tab.XI.eerfte,wel twee o f drie duim verre, en als met geweld, ronde lang-.
B?’c. ’ werpige brokjes van gedaante als Muizen-drek uitwierp , niet
kleine tuffenpoozingen wel een uur of twee agter een, zoo dat
Fig.D. zy een heel hoopje uitmaakten : een uur of zes daar nar was dat
Fig. E. ontbonden en plat als een koek ; ’s anderen daags ’s morgens
ging het door de minfte beweging uit een ; een weinig daar van
voor het microfcoop gebragc, o f zelfs maar met een vergroot-
Fig.G. glas bezigtigt, vertoonden zig duidelyk jonge Moffeltjes ts
zy».
Als men nu onderfteld, dat de witte vogt, die uit de eerde
Model voortquam , diertjes in ’t mannelyk zaad geweeft zyn,
e» dat de Moffelen op hoopen, zoo- digt by een leggende mis-
fchien eenige vermogens hebben om elkander teekens van. gene-
gentheid of paarings-luft mede te deden jhfcjg , wanneer het
wyfje dit mannelyk zoude ontfangen, tot bevrugdng van haare
eijtjes by zig houden tot dat deze ryp en bekwaam waren om gebaart
te kunnen worden :, dan. zoude- men eenig Begrip- va» de
waare voortteeling der Moffelen kunnen opmaken,
Wanneer men in. de maanden Juny cn July boven van. het flik
der Moffel-banken de zeer kleine, pas gebooren zynde, Moffel-
Tab.XÏ. Ues opgaart, zynde-als dan maar van grootte als een fpelde-knop ,
ïig.X. en men uit dezelve, die met de doorfchynenfte Schelpen uitzoekt,
en levendig in een weinig gefiltreert Zee-water pp een
hol glaasje voor het microfcoop brengt, zoo kan men ,, met het
groocite
(h ) Dceze ondërfteiling zal mïflchien in den eerflen opflag wat
vreemd fchynen; doch men vind niet minder wonderlyke paaringen, by
andere Infeften. Wat middelen zoude de Slakken en Aardwurmen
hebben, om elkander tot paaren aairtezetten ? wat doed het vleugel-
loos en leelyk wyfje van een mooi vliegend Kapelletje, (R osel Jfo/eff.i.
Szlu/f. Tab. 39. 40. om haar. mannetje tot zig te lokken ? Het vryea
der Spinoekoppeu hebben wy yerhaelt II. ftukje biadz. 99-
U I T S P A N N I N G E N . 125
grootfte vermaak, de klopping van het hart, de beweging der Fi^ ;
ingewanden, en inzonderheid van de tong befchouwen, die zelfs
binnen de Schelpen nimmer in ruft is, -
Doch die wonderlyke beweging, die men in de inwendige dec-
Ien van een Moffel ziet, als dezelve levendig opengefneden word,
heb ik nog mydeze kleine, nog in de groote, als zy in een glas
met helder Zee-water ftil lagen, en meer als een duim wyd gaapten
, konnen beipeuren.
Deeze kleine Moffeltjes neemen zoo- fchielyk in grootte toe,
dat zelfs het tweede jaar eetbaar zyn, en een Moffel van drie
Jaar oud is al een groote Moffel;
Daar de Oefters een bloote, ruwe en oneffe Schulp hebben,
zyn de Moffel - fchulpen met een vlies bekleet, (Peri-Ofteum) :
dit, door hulp van een weinig flappe Spiritus Salis daar van
afgenoomen zynde , zyn die Schulpen zoo glad , dat zy gepó-
fyft kunnen worden , en dikwils van kundige Grotwerkers tot
bladen van bloemen enz. om haare mooye blaauwe koleur niet
onaardig gebruikt, ’ '
Dit vlies do o r een micróTcoop bezigtigt , Tchynt te BeTFaah üït
zeer fyne vezeldraadjens, die na de figuur van de Moffel van
vooren rond zyn , en regt na agteren loopen. Aardig is het,
wanneer men het vlies heeft van een Moffel, daar de Efchara
cruflacea opgezeten heeft, daar van dan de indrukfels op dit
vlies te zien.
Het zelve hangt ook een weinig over den rand van de Schulpen
, inzonderheid ter plaatfe daar de Moffel zyne Schulpen
meed opend,
Zoude nu de Moffel zyne Schulpen voor andere dieren en
lighaamen kunnen fluiten, en egter water en lugt door dit vlies
als door een filtrum kunnen inzuigen, gelyk zulks biykc in de
Schulp die Noachs Ark genoemd word?
q 1 m