In het BritfcheMufeura wordt de dubbele horen gevonden,wel*
ken Dr. Parfons (_a) befchreeven heeft; deeze zyn beide omtrent
even lang, de langde evenwel is van 25. duimen, ook befchryft
’er Edwards (D) één paar, welke in het Kabinet van den vermaarden
Dr. Mead gevonden wierdt.
By den Hoog Edl. Heere Gevers, Burgemeester te Rotterdam,
wiens Kabinet zeer uitgeftrekt en kostbaar is, heb ik ’er twee,
mede aan één vel vereenigd, gezien in den jaare 1 7 7 3 ,en ter zei-
ver tyd dergelyke in het Ontleedk. Theater van die Stad.
In het Vordelyk Kabinet van Z D. H, den Heere Prinfe van
Orange ziet men drie horens aan één vel vast, de derde is evenwel
flegts een klein gefchronkelde uitwas.
De Hoog Gel. Heer Aliamand berigte my in eenen brief van
den 29. Aug. 1772. dat h y , behalven bovengemelden K op, nog eeni-
ge vellen van Rhinoceros- Koppen met dubbele horens hadde,
flegts van 4. tot 5. duimen lang, gezonden, zoo als hy toen meende,
uit Indië , dat is van Bengalen over Batavia naar Holland j
doch gelyk wy nu van hem onderregt z yn , alle oorfprongelyk van
de Kaap de Goede Hoop, van daar eerst naar Batavia, en vervolgens
weder naar Holland gebragt.
De b e ro om d e^& r getuigt (c) , onnoemelyke Koppen vanRhi-
nocerosfen gezien te hebben met twee horens, zelfs in dé aller-
kleinfte, en derhalven in zeer jonge Rhinocerosfen. Ook Raat
my voor in ’s Prinfen Kabinet een opgevuld vel van een zeer
kleinen Rhinoceros gezien te hebben > waar op de beginfels reets
van twee horens zeer duidelyk waren.
Wanneer men by deeze de vier voorbeelden voegt, die ik thans
in myne verzaameling hebbe , zal het getal zeer aanmerkelyk
z y n ; en men zal zig teffens moeten verwonderen, dat ’er niet
dan
(o) Phil. Tranfaft. Vol. XLII. p. 523.
(b) Glanures p. 2j. (c) ib. p. 451.
dan onlangs een voorbeeld van is gevonden geworden in het Ko-
ninglyk Kabinet te Parys.
De langte der horens fchynt volgens Sparrmanns aanmerking
niet af te hangen van den ouderdom van den Rhinoceros , die te
Lisfabon, te Londen, in Holland, en nu te Verfailles, gezien
wierden, hadden echter kleine, o f liever korte horens, niet zoo
zeer, om datzy nog jong waren, als wel om dat zy ze geduurig
affleeten door wryving. De langfte van die wy uit onze Verzaameling
opgeteld hebben, is van 22 voet. Te Amfterdam heb ik
’er by den Heere Brandt onder verfcheide Afiatifche horens één
gezien van 3 voeten, 5 duim Rhynlandsch. Maar de Graaf de
Bujfon maakt gewag van de zulke die 3 i , zelfs 4. voeten langte
hadden, offchoon de voetftukken flegts van 6. o f 7. duimen mid-
dellyn waren: ’t gene niet te verwonderen is , om dat de breedte
van den Kop de zelfde blyvende,geene meerdere grootte toelaat,
daar de horens onbepaaldelyk in de langte, gelyk by alle andere
dieren kunnen uitgroejen.
In het Kabinet des Konings van Frankryk, worden 12. Rhinoceros
horens gevonden, onder welken één 3. voeten Sè duim lang
is (a) niet tegenftaande het onderftuk ’er afgezaagd was.
Alle de dubbele horens, gelyk A , C , D. en G H. Tab. I. heb
ik uit de natuur platachtig gevonden boven de hairige kroon A ,
C , B , en E , G , F , en den agterften E , H , F. bynaaaltoos bree-
der, en platter dan den voorflen C , D. Die platheid is zydelings,
zoo dat de randen voor- en agterwaarts gekeert ftaan! Uit de ver.
gelykihg van den horen A , D , C. Tab. I. met den horen van
voren verbeeld in de I. Fig. der III. Tafel, kan dit allerklaarst gezien
worden.
Ik bezit nogthans den horen van een Enkelhoornigen Rhinoceros,
die geheel rond is, tot boven toe, en zoo fchynen de meeste
te zyn die uit Afië koomen.
De
(o) Hist. Nat. &c. Tom. XI. p. 207.
V 2