der fchenkels op de voeten niet in het midden der lengte van den
voet is ; en de middenpunten van beweeging der Deyebeens-hoof-
den verder van een liaan, dan die der voeten; moeten noodwendig
deeze twee gedaante-veranderingen volgen. i°. Dat het Deye-
been eene flaauwe bogt voorwaarts krygt, en a°. dat de binnenfte
knobbels langer worden dan de buitenfle.
Welke beide omffandigheden geheel niet gevonden worden by
den Orang: in tegendeel, de Deyebeenderen Haan recht, en hunne
knobbels zyn beide even lang , zoo als ze ook zyn by alle
Aapen.
By ons is de knie dieper dan breed ; in den Orang merkelyk
breeder dan diep: een ander bewys, dathy niet overeinde gaat»
Waarby men nog voegen kan, dat de holte o f goot, daar de knie-
Ichyf in loopt, op verre naa zoo hoog niet oploopt, zoo als gebeuren
moest, zGude hy , gelyk w y , lang rechtop gaan, o f Haan
konnen, naamelyk met recht uitgellrèkte pooten,
§. 5. By deeze gelegenheid zal ik aanwyzen, hoe men van het
zelfde dier als het zeldzaam, en kostbaar is , het geheele geraamte
bewaaren, en het vel teffens tot opzetten gebruiken kan, met
een volkoomen behoud van de waare gedaante en grootte des lig-
chaams, daar die anders gelyk wy in de §. 4. van het I. Hoofddeel
getoond hebben, vergroot, en ongelyk opgevuld wordt.
Het vel opene ik agter dwars langs den nek, genoegzaam van
het eene oor tot het andere; en midden langs den rug tot digt aan
den Ruit o f Haart.
Dan zóndere ik het vel van den kop af van agteren naar voören,
neeme de oogen ’er te gelyk mede uit, en daarnaa de kieuwen,
enz. tot dat ’er de geheele kop uit is.
Vervolgens den rug, over de fchouders, en heupen.
Daarnaa fnyde ik het vel langs den pink, de hand, en arm, aan
den binnenkanttotden elleboog: Ik zonder het vel van de vingers af;
zoo het nodig is, fnyde ik het vel van dezelve mede zydelings open,
en haale eerst de geheele hand en voorarm uit het vel; Hroo-
pende de rest over, als genoeg medegeevende.
Zoo ’er een Haart is, Hroope ik dien mede af.
Met de Deyen, fchenkels en voeten handelde ik als met de
armen. Dit gedaan zynde giete ik. het uit zyn vel genoomen
dier af in gyps, met eene form van kley o f van gyps zelve, zoo
net mogelyk, vooral den kop met de tanden, en dus kryge ik
het geheele dier in gyps , o f doe het lighaam in hout naafny-
den , en zette ’er den gegooten kop van gyps op , en fpanne,
door ’er gaten in te booren daar het nodig is, het geheele ve l,
bereid zynde, ’er over henen. Waar door men het dier beter
opgezet, dan op eenige andere w yze , en de volmaakte gedaante
teffens, en van het hoofd voornaamelyk behoudt. De witte
tanden van gyps voldoen als de natuurlyke. De kieuwen kan
Sien fchilderen.
Ik heb den Kop van myne eerffe Orang op die wyze behandeld
, cm dat ik, onzeker van een tweeden te verkrygen, het
aangezigt bewaaren wilde, gelyk ik dat nog op die wyze behouden
hebbe.
# * *
* * *
• *
*
K Z E-
(