124 O P D R A G T .
in tegenoverftelling van de groote kosten , die U H. W. GEB.
heeft moeten aanwenden, om zulk een gedrogt magtig te worden
, en ter verzending te laaten toebereiden. Dan U H. W.
GEB. wyze van denken is te edel, U H. W. GEB. yver om de
Natuurkunde behulpzaam te zyn, en uittebreiden te welgegrond,
en U H. W . GEB. genegenheid mywaarts te belangeloos, om iets
anders te vorderen dan een overtuigend bewys van U H. W. GEB»
loffelyk doel bereikt te hebben.
Deeze kleine verhandeling H. W. GEB. H E E R ! deeze weinige
bladeren zullen U H. W. GEB. overtuigen yan den yver
myner poogingen, om agtervolgens den kring myner vermogens
aan U H .W . GEB. prysfelyken eisch te voldoen: De Keizerlyke
Akademie van St, Petersburg zal U H. W. GEB. den invloed
doen zien, welke dit uitneemend gefchenk gehad heeft, om de
veelvuldige fosjile koppen van Rhinocerosfen in Siberie gevonden
tot eene verzekerde kennis te brengen: aangemerkt in geen een
Kabinet, zelfs niet van de grootfte Vorften in Europa, een Rhi-
noceros kop, en derhalven geen voorwerp gevonden wierdt, om
aan dat nuttig vereischte te voldoen. U HOOG W. GEB.heeft dus niet alleen my, en de Hooge Schoo-
le te Groningen,maar alle de Geleerde binnen enbuiten U H. W.
GEB. Vaderland verplicht; alle immers verlangden naar de Ontleding
van den Rhinoceros even vieriglyk.
Van geene mindere waardye was de Hippopotamus kop , die
U H. W. GEB. eenigen tyd daar naa de goedheid hadt my te
zenden, van welken in den tweeden Bundel van- Natuurkundige
Verhandelingen, de gedaante en ontleding zal volgen. Hy heeft
my alrede veele nieuwigheden geleerd, en gedient om het groot
gefchil te beflisfen, of de overgroote kiezen die men in Siberie,
en aan de Obio in Amerika vindt, afkomftig zyn , gelyk de Graaf
ie Muffort, gn de Heer Laubenm meenen, van den tiippopota..
mus y
O P D R A G TJ 125
mus , dan , gelyk de Wydberoemde Heeren Hunter en Ballas
oordeelen, van zeker onbekend dier, welkers geflacht men met
rede gist geheel en al verboren te z yn , offchoon het dier zelve
wel eer niet minder veelvuldig, en niet minder groot dan de Ele*
phant geweest zal zyn.
Welk een voordeel heeft teffens niet gedaan aan de Natuuronderzoekers
de Miereneeter van de Kaap, welken ik van gely-
ken aan U H. W. GEB. mildheid verfchuldigd ben? De wydberoemde
Graaf de Buffon heeft ’er zyne dwaaling uit leeren kennen
, als die te voren aan het wezenlyk beftaan van dit zonderlinge
fchepzel twyffelde.
Ik zwyge veele andere Zeldzaamheden, die geen kleine luister
aan myn Kabinet byzetten, waar onder het Medufa hoofd uitmunt,
van welke in de voornaamfte Natuur-Kabinetten van Eu»
ropa geen wedergaa gevonden wordt.
Zoo groote gunstbewyzen , zulke doorflaande proeven van
onvermoeiden yver om de wezenlyke Natuurkunde te doen
bloeijen , en zoo veele treffende bewyzen van edelmoedigheid
verdienden opgeteld , en aan het Publyk medegedeeld te worden,
om aan de verhevenheid van U H. W. GEB. denkwyze
recht te doen.
U H. W. GEB. , die niet alleen geene vergelding vorderde
, maar zelfs geene dankbaarheid beoogde , beyverde zig alleen
om anderen dienst , en een yder goed te doen , uit het
verheve grondbeginzel van wel te doen : U H. W. GEB. waardeert
nogthans de dankbaarheid als te fchoone deugd , om haa-
re vruchten niet met een gunftig oog te willen befchouwen :
Omfang dan HOOG W E L G E BO R EN HE ER dit gering let-
tergefchenk , als eene aframmeling van U H. W. GEB. edelmoedigheid
! Doorblader het in Uw H, W. GEB. ledige uu-
Q 3 ren,