UITLEGGING der AFBEELDINGEN
V A N H E T
R E N D I E R .
De Eerfle Afbeelding
Vertoont de Kop van het Rendier in Groningen, 1770. vertoond
, met de horens van ter zyde, zonder bepaaling van maat,
A , C , D , E , B. de flinkerhoren. F , H , I , G. de rechter.
A , C , en F , H. de voorfte uitfteekende takken, die by allen
gevonden worden. A , D- cca , dis» aan den Rechterhoren ontbreekt.
E , en I. agtertakken, die nooit breed uitgroejen.
De Tweede Afbeelding
Maalt den Kop van het Rendier, door my ontleed, a f, verkleind
tot een vierde.
A. De horen met hair bezet van de flinkerzyde, agter welke de
andere zig verfchuilt.
B. de ruige neus. C. de rand van de onderlip met glad vel
bezet.
De Derde Afbeelding
Is het flinkeroog, geheel toegeflooten.
A , B. de traankuil, of fojfa lacrymalis. B , C. het ooglid met
zyne hairen. D. de wenkbraauw."
De
UITLEGGING der AFBEELDINGEN. 331
De Fier de Afbeelding
Tekent het zelfde oog open a f, doch gedekt met het wenk-
vlies.
A , B. de traankuil. B. en D. de beide traanpunten. C. de
rand van het wenkvlies. C. E. de oogappel, o f horenvlies.
E . de kleine ooghoek. D , E. het opperfte ooglid.
De Vyfde Afbeelding
Schildert den rechter voorpoot af van den voorkant.
A , E , de poot. B , C. de binnenzydfche nagel, o f fchoen
liggende over den buitendien D , E. henen. B. en D. het lange
hair.
De Zesde Afbeelding
Vertoont dien zelfden poot vlak van onderen , doch de klauwen
van een gezonderd,
B , C , D , E. als in de V, afb, F , en G. de agterklauwen-
B , D. het hair.
De Zevende Afbeelding
Wyst den hals van het Rendier ter zyde aan met het ftrot-
tenhoofd , om de luchtzak , en zyne fpieren klaarder voor te
dellen.
. A , B. de onderkaaks rand. C , D. het zaadbeen van het ton*
gebeen. C. de bafis, o f middenftuk van het zelve in de verkorting
gezien.
D , E. het tongebeens gedeelte ,. welke met het bekkeneel,
o f eigentlyk met het fteenbeen, door kraakbeen vereenigd wordt.
G , F. de rechterhoren van het tongebeen.
K , L , O, het ichildwys kraakbeen. L , P. de luchtpyp,Q, R.