HOOFDSTUK I.
DE MARTINI KERK.
Evenals van de meeste kerkgebouwen in ons vaderland is de tijd
van de stichting der Martini kerk onzeker. Het archief van de Kerkvoogdij
heeft dienaangaande slechts één aanteekening, welke echter onjuist is,
Ingevolge een aanschrijving van den Magistraat aan den Kerkeraad deed
deze, bij missive van 12 November 1810, aan de Voogden der Martini
kerk het verzoek, hem te willen berichten, wanneer en door wien de
kerk was gebouwd. De Voogden antwoordden, dat de kerk geen papieren
of bewijsstukken daarover had; ten bewijze, dat de Martini kerk
zeer oud was, verwezen Voogden naar biz. 39 (1. 36)', dl. I, van
Tegenwoordige Stoat van Stad en Lande (1793), waaruit zou blijken „dat
er reeds vóór 1040 iemand ter aarde besteld was ). Dit citaat is
onjuist, want bedoelde bladzijde handelt niet' over de St. Maarten te
Groningen, maar over de St. Maarten (Domkerk) te Utrecht, waar
Koning Hendrik III „de ingewanden van zijn vader bijgezet had'’2).
Inderdaad is de kerk zeer oud, al was de St. Walburgs kerk zeker wel
de oudste ). Zij wordi als ecclesie sancti ( beati) Martini, sunte Mertenskercke
1) Vgl. mijn Register van het Archief der Kerkvoogdij van de Nederd. Hervormde Gemeente
te Groningen. Groningen, P. Noordhoff, 190S, Afd. I l l , no. 3 1 , biz. 6. Het Register wordt
hier verder alleen aangehaald met Reg.
2) Vgl. dèn veel bespïoken giftbrief van Hendrik III van 21 Mei 1040, waarin wij o .a . het
volgende lezen : „Quapropter ne nos videamur abuti bonis nobis divinitus concessis, omnium Christi
nostrique fidelium tarn presentium quam futur (orum, universälitati notum) volumus fieri, qualiter
nos sanctae Trajectensi ecclesie, in honore sancti Martini constructe, pro Deo animeque patris
nostri pie memorie Chuonradi imperatoris remedio, cujus ventris interiora in (eajdem sepelivimus
eecl(esia.). . . . ” De brief is het laatst gedrukt in het Oorkondenboek van Groningen en Drente.
Groningen, J. B. Wo l t er s , onder no. 17. Zie over den inhoud A. IJPElj en H. O. F e it h ,
Oudheden van het Gooregt en Groningen, ontleend uit den giftbrief van Hendrik I I I aan de
St. Martenske7'k van Utrecht van den jare 1040. Groningen, 1836. I. H. GOSSES, „De Bisschop
van Utrecht, het Domkapittel en de Groninger. Prefect” in Bijdragen voor vaderlandsche
Geschiedenis en Oudheidkunde, 4de reeks, 7de d l., bl. 25 v.
3) Vgl. mijn Art. „S t Walburg en de St. Walburgskerk te Groningen” in het Ned. Archief
voor Kerk geschiedenis, I I I , 1 , biz. 102 v.v.
C. H. VAN RHIJN, Templa Groningana. - 1