Den 12 Octobris is in der A Kercke eerstmaels oock die Catechismus
begint toe prediken.”
De latere lotgevallen van de kerk hangen nauw samen met die van
den toren1). In 1601 verkeerde de kerk in zoo- poveren Staat en waren
de voorhanden middelen zoo gering, dat de Staten van Stad en Lande
moesten te hulp komen en tot herstel van de kerk afstonden „des
convents van Essen behuijsinghe, staande voer Heerpoorte” 2). In 1671
trof de kerk een groote ramp. Den i sten Mei van dat jaär sloeg de
bliksem zoowel in den A als in den Martini toren en stak beide in brand.
De brand in den Martini toren werd spoedig gebluscht, zooals het heet,
met melk en (natte) huiden, maar de A toren, ontoegankelijk vanwege
de nauwe trappen en het afvloeien van het smeltend metaal, werd met
het dak der kerk, het nieuwe orgel en het klokkenspel een prooi van
het vuur. Zonder uitstel sloeg de Regeering de handen aan ’t werk.
Eerst werden „de politique en militaire beampten” uitgenoodigd jaar-
lijks een liberale gift van f 50>'.^Hot minder te willen contribueeren,
ter bestrijding der rente van de bij „de regenten en considerabelste
officianten geplaatste leening van f 50.000, waarvan echter niet meer
dan f 44.361 inkwam:s). Vervolgens vaardigden Burgemeesters en Raad
een publicatie aan de ingezetenen uit. Zij is te merkwaardig vanwege
*) Van een klok is sprake in een brief van 3 Augustus 1455 , waarbij Henricus Gotfridi, cureet
der A kerk, en drie vicarii verklären mede tegenwoordig geweest te zijn „in den hilighen ampte” ,
toen Jodocus, suffragaan van Bisschop Rudolf van Diepholt „de grote klocke de in onser vrouwen
toome hanckt de genampt wort Maria als up der voorsch. klocke oec geschreven staet” wijdde.
E lk die geld had gegeven om touw voor de klok te koopen, kreeg veertig dagen aflaat; die de
klok had helpen luiden en haar vijftig maal op en neer had getrokken, eveneens veertig dagen.
Vgl. Reg., Afd. I I I , n°. 1 1 , blz. 1. In het begin der i6de eeuw werd een nieuwe klok in den
A toren geplaatst, blijkens quitantien door den klokgieter Gerijt van Wou van Kämpen aan
Kerkvoogden van ter A en Burgemeesters en Raad van Groningen afgegeven in 1503 en 1504
(Reg., Afd. I I I , n°. 1 1 , blz. 1). — Dat de toren in het midden van de i6de eeuw een wumuerk
had, blijkt uit een verklaring van 26 Maart 1557, dat het uurwerk, hetwelk meester Vijt voor de
kerk had gemaakt, ,.claer, guet ende uprecht meysterwarck is" {Reg. , Afd. I I I , n°. n , blz. 9, 10).
H Zie over „De klokgietersfamilie Van Wou" het Art. van H. B. Poppe in Het Gildeboek. Tijd-
schiift voor Kcrkclijkc Kunst en Oudheidkunde, uitgegeven door het St. Bernulphus’ Gilde te
Utrecht, I I , 1877, blz. m v.
2) Bij Resol. van 20 Juni 1601 (Reg., Afd. III, n®. 25, d-, blz. 59)- Evenals de meeste
kloosters ook in de omgeving vart Groningen had de abdij Essen van de Cistercienser orde
onder Haren hier een kloosterhuis of refugium, waar de kloosterlingen een veilige schuilplaats
vonden in tijden van oorlog en de hoogere geestelijken vertoefden tot het waarnemen hunner
wereldlijke belangen, of, gedurende een gedeelte van den winter, tot hun genot en ontspanning.
Vgl. het Art. van J. A. F e ith , Gron. Volksalm., 1890, blz. 100 v. Zie ook H. O. Fe it h , Het
Gron. Beklemregt, I I , blz. 556. — Later werd de A toren meermalen hersteld uit afbraak van
de St. Walburgs kerk, volgens Resol. van 18 Dec. 1619,-26 Maart 1621, 18 Mei 1622, 3 Mei
1623 {Reg., Afd. I I I , n°. 1 1 , blz. 17 v.; n°. 25, d, blz. 60).
3) Volgens Resol. van 18 Mei 1671 (Vgl. Reg., Afd. I I I , n°. 25, d, blz. 6 1 , 62, 77 , 78).
haar eenvoud en haar vromen zin om ze niet in haar geheel mede
te deelen 1).
De A kerk, gezien van de N.zijde, volgens een schilderij uit de X V I Ide eeuw
groot 58 bij 48 cM ., in de Kerkvoogdenkamer in de Martini kerk.
„S aturnij den 13 Maij 1671.
Nademael onlancks door een onverwachte sware blixem de
tooren en het bovenste van de kercke ter A ten eenemael is
affgebrandt, waerdoor de Godtsdienst in deselve niet en kan
gepleecht ofte waergenomen worden. Hebben de h. heeren