wezenlijk nut voor de kerk” bij den bouw van het Vrouwengestoelte in
1836 eenvoudig opgeruimd ). In 1798 exerceerde in het koor en de
kerk de schutterij ) en van 1S 1 1 — 1813 requireerde de Maire den omgang
en het koor als exercitieplaats voor de departementale Compagnie en
als bergplaats van levensmiddelen met den last „om den sleutel van de
Z. Oostelijke buitendeur aan den agent van kazerneering Terpstra te over-
handigen” , in weerwil van het waardig protest des Kerkeraads )'. In Juni
1823 werd op dezelfde piek, waar eeuwen achtereen het Hoogwaardige
opgedragen werd, de rationalistische schoolhervormer Hendrik Wester
gehuldigd. Onder de urn staan deze woorden:
„ Aan
Wester,
den schoolhervormer -,
de nakomelingschap volmake,
hetgeen h ij begonnen heeft.
Geb. XXIII Janr. MDCCLII,
Gest. XVIIII Febr. MDCCCXXI5).”
Van 1S62— 1866 diende het koor tijdelijk als Academische biblio-
theek6). Het voorstel van Burgemeester en Wethoudersf|Ji862) om te
dier plaatse en op een gedeelte van het Martini plein een bibliotheek-
gebouw op te richten, vond bij Kerkvoogden geen instemming7). Evenmin
ten slotte het herhaald verzoek van den Kerkeraad (1890, 1 896) om het
koor in te richten voor „Kerkzaal” , op grond van de vermoedelijke kosten ).
De kerk zelve onderging gedurende den loop der tijden groote ver-
anderingen. In het jaar 1831 werd de Beneden-consistoriekamer in twee
1•) Reg., Afd. I I I , n°. 48, blz. 79.. In het Plan van Schikking van 1800 werd de balustrade
getaxeerd op f l 132.00. Zie Dl. I I , Hoofdst. 2.
2) Reg., Afd. I I I , n°. 7 , blz. 64.
3) Reg., Afd. I I I, n°. 3 1 , blz. 45 v.; n°. 32, blz. 218 v .; n°. 33, blz. 44 v. Acta Cons. V I I I ,
15 Dec. 1810; i , 11 Mei, 24 Dec. 1812; 5 Nov. 1813.
H Reg., Afd. I l l , n°. 41, blz. 25.
®) Hendrik Wester, geboren te Garmerwolde, was onderwijzer eerst te Ten B o e r , daarna te
Pekela. Op zijn graf te Oude Pekela werd 16 Juni 1894 een nieuw gedenkteeken onthuld, en in
de Hervormde kerk is , tegenover den preekstoel, een gedenksteen met vereerend opschrift. Het
monument op het kerkhof te Oude Pekela heeft hetzelfde opschrift als dat in de Martini kerk.
Zie over Wester, Gron. Vo Iks aim. , 1896, blz. 120 v.
6) Reg. , Afd. I l l , n°. 54, blz. 212; n°. 61 (26 Sept. 1862); n°. 70, blz. 71 ; n° 75, blz. 178.
252 ; n°. 76, blz. 50,
7) Reg., Afd. I l l , n°. 54, blz. 221 v.; n°. 61 (29 Nov. 1862, sub 4); n°. 63, blz. 491, 522;
n°. 70, blz. 141.
8) Reg., Afd. I l l , n°. 9 1 , blz. 99, 151; n°. 92, blz. 99, 142, 198, 211.
vertrekken gesplitst en de Boven-consistoriekamer gerestaureerd ). Het
kapitaaldoek van den kunstschilder J, H. Egenberger „Christus voor
Pilatus” 2) in de Boven-consistoriekamer werd in 1862 door eenige gemeente-
leden aangekocht voor een som van f 600 en aan de Gemeente ten ge-
schenke aangeboden 3). In den zomer van 1904 werd op voorstel van
schrijver dezes het vertrek in den tegenwoordigen toestand gebracht en
het naburige vertrek tot vergaderkamer der Kerkvoogdij ingericht ),
nadat eenige jaren te voren (1899) de z.g. kroonkamer brandvrije „Archief-
kamer” geworden was-5). De portretten van de. voormalige Groningsche
predikanten en Hoogleeraren in de Godgeleerdheid alsmede- de afbeeldingen
der kerken enz. in beide vertrekken zijn geschenken. Het Schip werd met
het orgel vernieuwd in 1854. „De kerk zag er toen allerschandelijkst uit” ).
Bij die gelegenheid werd een plankenvloer en een gasverlichting aan-
gebracht7) en kwamen de zitplaatsen in den tegenwoordigen cirkelvorm.
De laatste godsdienstoefening vöör de vertimmering werd gehouden den
laatsten Zondag van April, de eerste na de vertimmering onder leiding
van Ds. W. L. F. Moltzer, den 3<llm December i8 5 4 ?). De vertimmering
kostte 9633672,009). Het denkbeeid om den pilaar voor den preekstoel weg
te nemen, ten einde plaatsen te winnen, had reeds vroeger geen instemming
gevonden. Kerkvoogden vereenigden zieh met het afwijzend advies
v>an deskundigen, „vooreerst omdat men niet kon bepalen of de pilaar
zonder äaenig gevaar voor de kerk zou kunnen weggenomen worden; ten
andere f f omdat dan de kerk, van eene prächtige Gothische bouworde,
welke met recht als een der schoonste gebouwen van ons vaderland mag
aangemerkt worden, onherstelbaar, ..op een onvergeeflijke wijze zou mis-
vormd en ontsierd worden, daar alle harmonie en al het verband tusschen
de bijzondere deelen zou verloren gaan” 10). Het z.g. Raadsgestoelte bestond
reeds in het jaar 1628, toen volgens Raadsbesluit van i.ö December
J) Reg., Afd. I I I , n°. 4 1, 47, 48, 49. Voor de bladzijden räadplege men hier en in het
vervolg, wanneer die niet aangeduid worden, het Register in de nOs.
2) Zie over Egenberger het öpstel van J. A. F e i t h , Gron. Volksalm., 1898, b lz .'90 v.
3) Reg., Afd. I I I , n°. 54, 61 (29 Nov. 1862), 63, 77, blz. 212.
• 4) Reg., Afd. I I I , n°. 93, blz. 467, 471; n°. 94, blz. 37 , 67.
ö) Reg., Afd. I I I , n°. 93 , blz. 10 , 104. Zie over de ordening van het Archief het „Voorbericht”
Yan mijn Register van het Archief der Kerkvoogdij van de Ned. Hervormde Gemeente
te Groningen (Groningen, P. Noordhoff, 1905).
6) Reg., Afd. I I I , n°. 59, blz. 90.
7) T e r vervanging van de verlichting met olie, waaraan voorafging die door middel van
kaarsen. In 1906 werd gasgloeilicht aangebracht en verdwenen de gaskronen.
8) Reg., Afd. I I I , n°. 61, 23 Jan. en 13 Nov. 1854.
9) Reg., Afd. I I I , n°. 54, 59, 60, 61. Eenige bijzonderheden over de vertimmering geeft
DlEST LORGION, Geschiedk. beschrijving der stad Groningen, II, blz. 491 v.
10) Reg., Afd. I I I , n°. 48, blz. 36 v . ; n°. 47, 49.