een geclausuleerd mandaat, 199, 200. Het Reglement op het beheer te Groningen ingevoerd
II October 1869, 200. Het Reglement van 1820 in zijn geheel van toepassing verklaard op onze
gemeente, 201, 202. Het financieel beheer der kerken gaat over aan den ontvanggr der
gemeente, 202. Brief van opzieners en armverzorgers der gemeente onzes Heeren [esu Christi te
Groningen, 202, 203, Kerkvoogden verhòogen het predikantstraktement en stellen de z.g. verhuiskosten
vast, 203. Het breede standpunt van Kerkvoogden, 204. De Regeering weigert de jaar-
wedde van de Akademiepredikers aan de gemeente uit te keeren, 205. Het procès met de
voogdij van het Heilige Geest gasthuis, 205, 206. Een publicatie van Kerkvoogden over de
reorganisatie van het beheer door de Synode, 206.
I L L U S T R A T I E S .
Biz.
Het oude zegel der stad G r o n in g e n ............................... -
Steenhouwersteekens . ......................
. ■.............................. 4
Platte grond der St. Maartens kerk, voor en na hare vergrootingen........................................... 14
Zuidelijke gevel der St. Maartens k e rk . . ..................................................... 16
Doorsnede over het koor en over de groote noordelijke kapel der tegenwoordige
St. Maärtens k e r k .......................................................';
De S t.' Walburgs kerk . . . 5 39, 41
Zegel van het Olde convent, ook genaamd Clarissenconvent of Geestelijk Maagdenklooster ’ 50
Zegel van het Franciskaner- of Minderbroedersklooster....................................................................; 50
Zegel van het Predikheerenconvent, ook genaamd Dominikaner- of Jakobijnerklooster . . 50
Zegel van het Vrouw Sijwenconvent. . . .
..................................... 5°
Zegel van het Heilige Geest g a s t h u i s ...................................... 5p
Zegel van het St. Geertruidsgasthuis . . . . . . . -
Zegel van het klooster St. Bernardus te Aduard ................................................. 64
De Martini k e r k _ i 0.
74> 84
De brief van 4 April 1246, waarbij Otto, bisschop van Utrecht, de A kerk tot een
parochiale kerk v e r h e f t ..................................... . . . . . . . . . . tegenover * 86.
Platte grond der A kerk, voor en na haar vergröoting ............................................... 90
De A kerk, gezien van de N. zijde, volgens een schilderij uit de XVI Ide eeuw. . . 95
De A kerk . . . . . . .
................................ ; 101, 103'
De Nieuwe kerk . . .
...................................... .......................................... 107,; 121, 123
Deur van een der boven-gestoelten in de Nieuwe kerk Iip
Het zegel van den Groningschen Kerkeraad . . . . . . . , ’ . . . ; . ' •