„Anno 1594 den 24 Julij hefft men in S. Martens Kercke unde
Cloesteren alle beeiden begint uth tho nemen, sehr ordentlyck, met
besloten deuren unde consent van zyn Exellentie unde onsen Stadtholder.
Den 2 7 Julij is die erste predicatie, doch sonderlinghe*) ein danck-
segginghe tegens Godt oopenbaer in S. Martens Kercke ghedaen van
Menso Alting, prediger binnen Embden, unde men song den 103 psalm,
des Wonsdaeges nae Jacobi anno 1594.
Den laesten Julij, wesende die eerste Sondach dat Godes woort hijr
ordentlijck is ghepredighet, oock dess nhamiddaeghes, unde oock twee
kinderkes ghedoopt voor die eerste mael.
Den eersten Decembris, up ein Sondach,.is hijr nae- die predicatie
in S. Martens kercke eerstmaels dat rechte christelijcke ghebruijck dess
hillighen nachtmaels nha Christi insettinghe gheholden, ende alle veerndeel
jaers bij beurten in de twee kercken gheholden als Martini ende ter Ae."
Dit bericht van het oudste kerkeboek is veelzeggend sober. Ik zou het
waarlijk niet betreurd hebben, wanneer de vestiging van de Gereformeerde
religie in onze stad meer gedetailleerd medegedeeld was. Maar onze voor-
ouders schreven weinig. In onzen tijd is schrijven het eerste en is men
soms diplomatisch angstvallig als het op handelen aankomt, in de reforma-
torische, evenals in de eerste Christelijke période, was het juist omgekeerd.
Na een beleg van twee maanden werd Groningen den 2 2sten Juli 1594 door
Prins Maurits en zijn „vetter” Willem Lodewijk, Graaf van Nassau, Stad-
houder van Friesland, veroverd en hiermede aan de heerschappij van
Spanje en aan het Roomsch-Katholicisme ontrukt. Groningen kwam weder
bij de Unie vàn Utrecht, waaraan zij zieh vroeger, den 29sten Juni
1579 had aangesloten2). Overeenkomstig den aard dier tijden was de
Reductie zoowel een politieke als een religieuze Reformatie. Willem
Lodewijk werd als Gouverneur van Groningen en van de Ommelanden aan-
gesteld. De Magistraat werd veranderd en de burgerij van haar, eed aan
den Spaanschen vorst ontslagen; zij legde een anderen eed af, die haar
tot „hou en trou” jegens den Stadhouder en de Generale Staten eri tot
eerbiedige gehoorzaamheid aan den Magistraat verplichtte8). De bezetting
trok met den overste van Liauckema met krijgsmans eer af en ook de
Jezuieten met den Bisschop titulair, Arn. Nylen, verlieten de stad. Het
Tractaat van Reductie bepaalde dat „binnen der Stadt Groeninghen ende
*) D. i. inzonderheid.
2) Het verraad van Rennenberg (Maart 15S0) bracht de stad weer aan Spaansche zi ¡de.
3) De p'ublicatie met de eedsförmiile geeft het Gedenkb. d. Reductie, blz. 132 v.
Landen gheen ander Religie geéxerceert zal worden dan de gereformeerde
Religie, zulex als die jegenwoordelick inde geunieerde Provincien open-
baarlick geéxerceert wort, mitz dat nyemandt in syn conscientie oft
gewissen zal wordden geinquireert, ondersocht oft beswaert” (Art. 6 )1).
Dientengevolge was een van de eerste werkzaamheden der vorsten de
zorg voor kundige leeraars, Op hun verzoek2) hield Menso Alting3) den
2 7sten Juli in de Martini kerk de eerste Gereformeerde predicatie over
Psalm 1x8 vs. 22— 24: De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden,
is tot een hoofd des hoeks geworden ; dit is van den Heere geschied en
het is wonderlijk in onze 00gen ; dit is de dag, dien de Heere gemaakt
küeft, laai ons op denseiven ons verbeugen en verblijd zijn4). Den volgen-
den dag, 28 Juli, werd er de predikdienst waargenomen door de Hoog-
leeraren in de Godgeleerdheid te Franeker, Sibrandus Lubbertus en
Martinus Lydius. Welke merkwaardige veranderingen, uitwendig en
inwendig, zichtbaar en onzichtbaarä) 1 De kruisen en beeiden , monstransen
en wierookvaten zijn in alle stilte verwijderd. De altaren der heiligen
staan koud en verlaten. De reliquie van den h. Odgerus wekt geen belancr-
H - L. WlCHERS, Vcrklaring van het Tractaat van de Reductie der Stadt Groningen enz.,
1794 v . , I I , blz. 200.
-, 8 t De brief van Willem Lodewijk aan Menso Alting is gedrukt achter H. A l t in g , Letvew-
besckrijving van den Jonkh. Abel Koendcrs van Helfen enz., 1775, blz. 85 (Vgl. Gerdesii
Scrinium antiquarium, V I I I , 1762, p. 671).
2) Zie over de Verdiensten van Menso Alting ook jegens de hervorming te Groningen het
Art. in Het Protestantsche Vaderland. Biographisch Woordenboek van Protestant. Godgeleerden
in Nederland door H. V issci-ier (later H. H. Kuyper) en L. A. van Langeraad , 1903. Hier
verdient nog genoteerd te worden, dat Willem Lodewijk Alting uitnoodigde „om by dieconfirmatie
der dienaren und olderlingen te syn und dem actu bywonen" (H. A l t in g , Lccveiisbcscknjving
van Ab. Koenders, blz. 87), en dat hij daarover het .consistorie te Emden opzettelijk schreef. Over
de döör Menso Alting te Groningen en door Sibrandus Lubbertus te Leeuwarden ingevoerde en
uit Emden, en voorts uit de Palts, ter vervanging van de oorbiecht, afkomstige vragen bij de
Voorbereiding van het h. Avondmaal zie men het Art. van H. E. V in k e , Archief voor Kerkelijke
Geschiedenis ms. van Nederland, V I , blz. 3 v. Over den Avondmaalsbeker, volgens het opschrift
uft het jaar 1581, die vele jaren door het geslacht van Menso Alting bewaard werd en thans
in het Ron. Museum van Oudheden te's-Gravenhage is , ziemen Gron. Volksalm., 1844, blz. 143 v.
) Vgl. „Kort bericht der Kerkherv. in Groningen en Ommelanden” achter H. A l t in g ,
Lccvcnsbcschr., blz. S3.
• 3) De Reductie en het herstel van den Gereformeerden godsdienst werd elke vijftig jaar
door een opzettelijke .jubeljaers-predikatie" herdacht. Deze predikatie werd gehouden 24 Juli 1644
door. Ds. Joh. M a r t in u s over M a t th . 4,. 12— 17; 15 Juli 1694 door Dr. A. Trommius over
Openb. v. Joh. 14, 6.7; 26 Juli 1744 door Prof. vC. van V e lz e n over E z r a 6 , 2 — 5; 27 Juli
1794 door Ds. M. C o r s t ius over Ev.v.JOH. 10, 22a; 3 November 1844 door Ds. M. A. AMSHOFE
over PS. 118, 22— 24 en 23 Juli 1894 door Dr. S. D. van V een over Ps. 80, 20. Bij de Iaatste
predikatie werd de gedenksteen in de pilaar.bij het Vrouwengestoelte onthuld, met toestemmiiw
van Kerkvoogden (Reg., Afd. I I I , n». 9 1 , blz. 475), geplaatst door de Voogdij van het Groene
Weeshuis, als beheerende het Van Swinderen-fonds. De predikatien zelve zijn uitgegeven door
Dr. S. D. van V e en , Uit drie eemvcu, 1894, en wat de vijf eerste betreff, door mij beoordeeld
Gedenkboek der Reductie, blz. 209:—-235.