W.
Waaggebouw, io6, 112.
Walburgs kerk St., de oudste k e rk , 1 , 3 , 114,
- - oudste lotgevallen 2, 44, 45.
model, 45.
— materiaal, 45.
koor, 45.
vorm, 45, 114.
patroon, 39 -44-
stichting, 45. s
— burcht, 2, 45.
Iandsheerlijke kapel, 46.
\. St¡|§:- plein , 46.
— pastoren, 47.
koster, 47,' 48.
beheer, 47, 48, 141.
goederen, 48, 141.
voogden, 48, 144.
h. kruisaltaar, 48.
St. Jansschotel, 48,
— weem, 48.
Walburgs kerk St., torenwachter, 48.
— orgel, organist, 48.
parochiekerk, 45—49, 66.
laatste lotgevallen en afbraak,
4 4 , 49 , 94-
Steen met a fbeelding, 49.
boekerij?, 54.
Walburgs kerk te Tiel, 44.
te Zutphen, 44, 54.
Wapens, 120.
Wedem, 30; zie Maartens, A kerk.
Weeshuis, het groene, 59, 69, n ò , 191.
Weeshuis, het roode of burger, 49, 80.
Werkhuis, 144.
Westerkluft, 86 , 87 , 88.
Wijsheid van Salomo, 26.
Wijwatervat, 26.
Wolbrichs kerk, zie Walburgs kerk.
z.
Zeendstoel, 32 , 48.
Zuiden, h e t , zie Hemeístreken.
I N H O U D.
E E R S T E D E E L . — D E K E R K E N .
H O O FD STU K L .— Df. M a r t in i K e r k .
Haar vermoedclijkc stichting, i. Oudste berichten, 2, 3. Door wie de kerk is gesticht? 3
Welke de aanleiding was tot den bouw? 3. Of de kerk vroeger een heidensche tempel was, 3.
Wie de bouwmeester was? 3. Uit welk materiaal de kerk bestond? 4. De steenhouwersteekens, 4, 5.
Haar -patroon, 5. Karakteristiek van Martinus van Tours, 5, 6. Zijn leven en arbeid, 6— 13.
Hoe de 'Bisschop van Tours de patroon 00k van de Groningsche hoofdkerk- werd, 13— 15.
Haar oorspronkelijkc en (atere vorm, 15— 18. De oorspronkelijke St. Maarten e’en Romaansche
kruiskerk, 15. De vergrootingen in de 15^ eeuw, 16— 18. Architectonische waarde van het k o o r , 18.
De kerk, het centrum van het Groningsche leven, 18.
Haar symboliek, 19. Wezen en ontwikkeling der kerksymboliek, 19, 20; De kerk, het
Godsrijk in ’t klein, 20. Gebouwd op een hoogte, 20. De kruisvonn, 20. De.kerk heeft den vorm
van een schip, 20. D.e.richting naar het Oosten, 21. De langwerpig vierkante vorm, 22Í D e kerk,
gebouwd naar het model van. de oud-Romeinsche basiliek, 23. De scheiding van schepen en
koor, 23^ De arcus triumphalis (triomf boog), 24. De cancelli en het lectorium (ambo), 24. 25.
Het koor met zijne dertien- zuilen, 25. Het hoogaltaar, 25. De koortrans (ambitus), 25. De
■ sacristij, 26. Symbolische beteekenis der onderdeelen, 26 —29.
Hare altaren, 29. Het misoffer, 29. De Tundatie van een altaar, 30,; De titularis, 30. De
inkomsten, 30. Altaren van de gilden en van de geloovigen ter eere van Jakobus; Petras en
andere heiligen, 31— 33.
Hare reltquieen, 33. Het lijk van Odgerus, 33, 34. De legende van den arm van St. Jan
baptist, 34— 36. De bullen van 20 Juni 1360 en 26 Maart 1399, 36. De reliquie in den R.-Kathótieken
cultus, 37. De vereering van den Dooper te Groningen, 38. De St. Jansafm, 38. De St. Jans'-
scottel, 38.. De St. Jansstraat, 39. De St. Jansput, 39. Het St. Jansfonds, .39, •
Haar verhouding tot de St. Walburgs kerk, 39. De h. Walburg, 40. Haar leven en arbeid,
40-43. Haar vereering, 44. De St. Walburgs kerk, 4 4 -48 . Oudste vorm,- 44, 45. Oudste
lotgevallen, 45. De kerk, een Iandsheerlijke kapel, 46. Zij wordt bediend door de pastoren der
St. Maartens kerk, 47. Haar eigen beheer onder voogden, 47, 48. Latere lotgevallen en
afb raak, 48, 49.
Haar super ¡cure positie, 49, 51— 59. Omvang en kerken van het St. Maartens kerspel, 49, 51.
De St. Maarten, de moederkerk van de kerken in het Goorrecht, 51. De weem (pastorie), 51.
De A kerk, aan de St. Maarten ondefhoorig, 52. De school, 52, 53. De boekerij, 53— 55. Het
personaat, inzonderheid van Willem Frederiks , 55-59. Wie den titel van „persona" droeg ? 56, 57.
De Verordening van 20 Mei 1513, 57, 58. Karakteristiek van Meyster Wilhelm, 59.
„ Haar wijding lot kathedraal, 5:9. Het decreet van Paulus IV van 12 Mei 1559., 59. Samen-
werking van de geestelijkheid en den magistraat, 60. Invloed van Johannes Wessel Gansfoort, 60.