Borgemeesteren ende Raadt goetgevonden en verstaen, dat geseide
kercke soo haist doenlijck wederom sali worden gerepareert ende
herbouwt, ter eeren Godes ende dienst sijner diergecofte Gemeente
opdat deselve van het anhooren ende betrachten des Godlijcken
woordes aldaer niet moogen berooft, maer door derselver vurio-e
gebeden ende hertelijcke smeeckinge tot Godt den Allerhoochsten
geobtineert ende verkregen worden, dat sijne rechtveerdige tooren
niet meer over ons möge sijn ontsteecken, maer genadichlijck alle
gedreichde onheilen affgewent wordea. Ende alsoo tot het herstellen
van soo een heijlsaem werck een groote summa van penningen
wordt vereischt, hebben wij niet alleene dienstich, maer ten
hoochsten noodich gevonden, om op maendach nae de tweede
kondinge, sullende zijn den 22 deses lopenden maents, een
ommeganck bij de heeren, Borgeren ende Inwoonderen deuren
te laeten doen met versoeck dat een jegelijck heer, Borger ofte
Inwoonder tegens geseide tijdt paraet mooge wesen, om tot het
herbouw van deze desolate ende affgebrande kercke een milde
ende liberale gave willen gelieven mede te deelen, nae dat een
jegelijck van Godt mooge wesen gesegent, uit een onbepaelde
genegentheijt ende sucht tot de welstandt ende voortplantinge van
Godts kercke. Stellende in derselver keur ende-optie om off een
liberale gifte eens, ofte seeckere somma te belooven, dewelcke
in de drie naestvolgende jaren in ses termijnen, te weten alle
halve jaren een seste part van de belooffde somma sal worden
voldaen; Wordende tot dien fine alle voorstanderen mede ge-
authoriseert, om na qualiteijt en vermogentheijt van hare pupillen
tot restablissement van dit vervallene Godtshuis jeets eerlijcks te
contribueren.”
De publicatie trof doel. De collecte werd gehouden door „een
pastoor, olderling, hopman en diacoon” !) en bedroeg _/27068.6.6 aan
betaalde en f 8189.12.4 aan beloofde gelden. Tengevolge van het beleg
volgde de aanbesteding eerst den i8den Juni 16732), waarop in het
volgende jaar het werk voltooid was3). Ter herinnering hieraan werd
9 Volgens Resol. van iS Me: 1671. Vgl .Reg., Afd. I I I , n°. 1 1 , blz. 44 v.; n°. 25, d,
blz. 61, 77.
2) De bestekken zijn opgenomen in Reg. , Afd. I I I , n°. 1 1 , blz. 49— 60.
3) Volgens Resol. , van 15 en 22 Angustus 1674 (Gron. Volksalm. 1846, blz, 124) werden
aan kerk-en toren zoo groote gebreken ontdekt, dat de aannemer op de Poelepoort in hechtenis
genomen en zijne borgen opgeroepen werden. Waarschijnlijk zijn de gebreken op hunne kosten
hersteld. *
ten Noorden aan den A toren een zerken steen met het volgende
opschrift geplaatst *) :
„ Christo Servatovi aeternaeq. M.
A 0. MDCLXXI secunda noct. kal. Maj.
Sequentis vigilia et turris Mart.
E t kujus templi pyramis fulmine
Accensae ; quarum illa D ei gratia,
Senatus cura, populiq. vigilantia,
Laote et pecorum exuviis ab
Incendio liberata ; haec scalarum
Angustia, metalliq. defluxu inacc.
Cum templi tecto, organo et campan.
Fusis conflagrata, in cujus
Locum procer. civium et incoiar.
Liberalitate nova haec turris
Aedificata templum restaurat.
A°. A . nato Christo MDCLXXIV
E t A soluta obsidione secundo.
Consulibus
G. Ten Berghe, floh. A . julsingha,
Sicc. Eeck, Sam. Ernmio.
Senatoribus
T. Gerlacio, f . Drews, B. Gruys,
E . Christopon, G. D. Mepsche, E. Horenken,
M. A ltin g , E. Junio, H. L . A . Gockinga,
f . Verruci, A . Barlinkhof, X. Wijchel,
R. Clinge, Synd. E. D. Veencamp Quaest.
H. Swarte et jf. Tammen, Secretariis.
Abrahamo de Cock, Architecto
„ Ter eere van den Redder Christus en ter eeuwige gedachtenis. In de tweeae
nachtivake van den isten_ M ei 16 7 z de St. Maartens toren en die van deze kerk
door den bliksem in brand gestoken zijnd e, werd gene door Gods gunst, door de
zorg van den Raad en de waakzaamheid van het volk door middel van melk en
huiden voor den brand bewaard, maar deze, ontoegankelijk zijnde vanwege de
smalle trappen en het apulo eien van het metaal, met het dak der k erk , het or g e l en
de gesmolten klokken verbrand, en in zijn plaats door de, milddadigheid der regenten,
burgers en inwoners deze nieuwe toren gebouwd en de kerk hersteld in het ja a r
van Christus geboorte 1674 > het tweede van het opgebroken beleg ,toen Burgemeesters
waren" enz.
b Reg., Afd. I I I , n°. 1 1, blz. 61.
C. H. VAN RHIJN, Temala Groningana.