H O O F D S T U K II.
DE A KERK.
Het oudsle bericht over de A kerk is een brief van Otto III,
Bisschop van Utrecht, van den 4den April 1246 met den volgenden
inhoud :
,,In den naam van de heilige en onverdeelde Drieeenheid, Amen.
Otto, door Gods genade Bisschop van Utrecht, aan al de geloovigen
in Christus, tot wie dit schrift zal komen, heil in Hem, die de bewerker
van het heil is. Wij willen, dat aan tijdgenoot en nakomelingschap bekend
zij, dat wij — daar onze voorganger zaliger gedachtenis, diocesaan
van de plaats, Otto, Bisschop van Utrecht, op verzoek van de burgers
heeft goedgekeurd een nieuwe stichting (te weten) een kapel in Groningen,
ter eere van God en van Zijn heilige moeder Maria alsmede van den
x) „In nomine sancte et individue Trinitatis amen. Otto, dei gratia Trajectensis episcopus,
universis in Christo fidelibus, ad quos hoc scriptum pervenerit, salutem in salutis auctore. Notum
esse volumus etati presentium et posteritati futurorum, quod cum novam plantationem capelle in
Groninge ad honorem Dei et ejus sancte genetricis Marie nec non et sancti Nicolai omniumque
sanctorum, a civibus de Groninge olim laudabiliter inchoatam, ad petitionem ipsorum civium,
bone memorie predecessor noster, loci diocesanus, Otto Trajectensis episcopus approbans eisdem
indulserit, ut ipsa capella ecclesia sit parrochialis et in eadem cimiterium, sepultura mortuorum
ndelium et pueros baptizandi sacramentum cum ceteris officiis et sacramentis ad Christianitatis
ndem pertinentibus in perpetuum habeatur, quod per memoratum predecessorem nostrum dictis
civibus est indultum, fìrmitatis robur habere decrevimus, salvo jure eligendi et presentandi
personam vdoneam loci diocesano qui pro tempore fuerit eisdem parochianus (1. parochianis).
Volumus eciam, ut persone dignitate et (1. de Groninge) ratione personatus a premisse ecclesie
sacerdote legitimo quatuor libre Groniensium, ut olim, in festo sancti Michaelis exhibeantur et
per hoc ecclesia antedicta ab omni jure et potestate persone sit exempta et quod premis'sa
ecclesia a civibus in Utingacluch et Westercluch, ut prius, frequentetur. Ut autem hec rata
maneant et inconvulsa, munimine scripti nostri et sigilli impressione ea (corr.) oboravimus. Si
quis autem, quod huic scripto nostro sit obvium, presumpserit attemptare, indignationem Dei
omnipotentis et n(ostram) excommunicationem se noverit incursurum. Acta sunt hec apud Groninge
anno Domini MCCXLVI feria IV post Palmas, testibus hiis: Everhardo preposito Tilensi,
Herman no et Gerardo, scriptoribus nostris; A de Ruine, Alberto et Suethero de Wo rs t, Hiseberto
de Buchorst, Waltero Radingo et Bartoldo Radingo et aliis quam pluribus.”
De bui is het laatst gedrukt naar het origineel in het Rijksarchief te Groningen, in het
Oorkondenb. onder no. n o , Het jaar 1247 is onjuist en moet zijn 1246 (vgl. Oorkondenb. , blz. 509).
D e boven aangebrachte verbeteringen zijn mij verstrekt door Mr. P. G. Bos. Voorts is de bui
gedrukt bij Driessen, o. c . , i n , p. 543, en in vert. Oudh. en Gestickt, van Groningen, blz. 53.
Brief van 4 April 1246, waarbij Otto, bisschop van Utrecht, de A kerk verheft tot een parochiale kerk.
Photographie naar het origineel in het Rijksarchief te Groningen, hoog 25 , breed 25 c.M.