i
I iE 1
Iji
| ! i | i
T477
(I) Memoir.
de
Comincs
L iv . V.
Chap. 13.
(1) Memoir.
de
Comincs
L iv. V .
Chap. 11.
kecrcn , of op Landen die van het
■ Franfche Ryk afhingeh, maar ook zelf
op het ganfche crfdeel der Borgonfche
PrinlclTe. T o t dar einde ftelde
hy al zyn geweld en lift te w e r k ,
om de ruime naalaatenfchap by ftukken
in zyne kaaken te grypen, en
verdeelde reeds eenige Geweften onder
zyne 'Hovelingen ; in anderen
nogtans van magtiger ommetrek , als
Brabant en ( i ) Holland , dacht hy
Duitfche Vorften te ftellen , om door
hunne Vriendfchap zyn doelwit te
befchieten. Bezwangerd zynde met
diergelyke overleggingen zogt hy
ftraks , door Gezanten, brieven, geld
en wapenen , alom toegang , en
overmeefterde, zoo door llinkfche als
regte wegen , verfcheidene Sreden en
Sterktens , midsgaders de gemoederen
der geldgierigen door den reuk
van voordeel. Invoege het aanflikke-
rende geluk hem geheel van zyn voo-
rig befluit deedt veränderen , om
zynen Zoon Karel , . die omtrent zeven
jaaren oud ( i ) was , o f eenen
der Franfche Prinfen , van wiens
trouwe hy zieh verzekerd hield , aan
de Borgonfche Vorftinne in* den egt
te befteeden , dewyl hy zonder die
verbintenifte nu gemaklyk meefter dier
bezittinge dacht te worden.
De zaaken dus verbyfterd loopende
, was ’er een aanzienlyk Gezantfchap
op den naam der Landsvrouwe
naar den Franfchen Koning te Peronne
gezonden , beftaande uit de voornaamfte
Hoofdcn des Lands; met deezen,
en inzonderheid met Willem Hugonet
Kancelier van Borgonje, den Heer van
Himbercourt,dien van Veere, en den Stadhouder
van Holland, handelde de Koning
Lodewyk in ’t byzonder en in *t gemeen,
fchoon ’er veele anderen zoo Geeftlyken
als Waereldlyken tegenwoordig waren
, en wift de twee eerftgemelden,
wier goederen op de grenzen aan
Vrankryk paalden, dewyl de anderen
minder bevreeft hem zyne voorflagen
weigerden, zooverre aan zyne lyn
te krygen , dat zy hem beloofden terftond
zekeren dienft te zullen doen,
en geheel tot hcni over te koomen, 147^
wanneer het huuwelyk tuflchen zynen —
• Zoon Karel cn Maria van Borgonje be- |
krachtigd zoude zyn. Ja, zy gaven, op |
hoope van weezenlyke gevolgen, ftraks
fchriftlyk bevel aan den Heer van
Cordes, Landvoogd van Picardie , om
het Kafteel van Atrecht , welkc Stad
hy befchermde, over te geeven, cn
ontftoegen hem deswege van den
eed , die . hem aan het Borgonfche
gezag verplicht liieldt. Zulks dees
zonder draalen zyn Krygsvolk ontfloeg
, uittrok , en in den dienft des
Konings overging.
• Als met des zelfs hulpe de Stad
Hesdin, voorts ook Bolonje overweldigd
, en eenige tyd tc vergeefs voor
S'. Omer gefpild was", omdat de
Heer van ( s ) Chanteraine , die ’er (3) Mc-
het bevel voerde , zieh manlyk ver- o?dei;''
weerde , en het gebrek van geld,
door loode munten , ter fomme van
omtrent tien o f twaalfduizend fchilden
, te gemoet kwam , zoo wierdt
federt het beleg voor Atrecht geflaa-
gen , en de Gezanten der drie Staaten
van Vlaandre , die meeft Gendfche
Ingezetenen w a r e n z y n aldaar
den Koning genaderd , hem verzoe-
kende van den oorlog te willen afzien,
cn zieh verzekerd te houden , dat
hunne Landsvrouwe Maria voortaan
niets zoude befluiten, zonder zieh met.
den Raad der Staaten huns Lands
vooraf te beraaden. De Koning ,
die anders bewuft was , en uit den
twift der Nederlanderen zyn voordeel
zo g t , ontkende, wat verzekering de
Vlaamingen ook bybragteii , dat zy
geene orde konde' hebben zulks voor
te draagen , veel minder dat de Vorftin
geneege was zieh onder hun beftier
te (4 ) buigen, dewyl hy b r i e - mi-
ven zoude vertoonen, die van ande- comin«
ren inhoud waren. Als hierop het Liv. v.^
fchrift , dat Hugonet en Himbercourt
overgcreikt hadden , te voorfchyn
kwam , zyn de Gezanten byfter ont-
fteld geworden ; vermids dat eensdeels
met de hand der Landsvrouwe , an-
dersdcels met die haarer Stiefmoeder
Mar-
1477 Margarita , Zufter van den Koning
Eduard , en daarenboven nog door
den Hecr van Raveftcin bekrachtigd
was. Beheizende wel uitdrukkelyk ,
dat de jonge Vorflin alle haare zaaken
door vier Perfoonen meende te
doen uitvoeren , als haare Stiefmoeder
, den Heer van Raveftcin, den
Kancelier Hugonet en den Heer van
Himbercourt , die zy den Koning
dierhalven voordroeg.
De Vlaamfche Gezanten, hierdoor
magtig bedraaid • zynde , vertrokken
zonder marrcn met dcii brief naar
Gend , en deeden aldaar in den Raad
en tegenwoordigheid der Vorftinne
verflag van hun wedervaaren , wäar-
op ieder, die deel aan ’t fchrift hadt,
even fterk de zaak bleef ontkennen,
tot een der Afgevaardigden hen , met
het ftuk zelf voor de oogeli te leggen,
ovcrtüigde. Dit bragt de Gemeente
aan ’t morrcn, den Kancelier
en Himbercourt , nog den naaften
, nagt , in de gevangenis, en in weinige
dagen, dat men hun rechtsgeding
ook met andere misbedryven ( i ) bc-
zwaarde > om ’t Iccvcn ; onaangezien
het fmeeken der Vorftinne tot hunne
veiioiflng , dewyl de Vlaamingen
zieh verzekerd hielden van haare raad-
flagen bet meefter te zullen zyn. Met
dit inzigt veranderden zy ook de Wet-
houders, en joegen verfcheidene mannen
van verdienften , die teveel aan
den Borgonfchen kant helden , buiten.
Ja men ontfloeg ’er Adolf, Hertog
van Gelder, uit zynen byna ze-
venjaarigen kerker , en om dien te
vryer te können befchei'men , befchonk
men den zelven met het
Bürgerrecht van Gend , onder den
(i)chron. tytel van Vryambagtsmaii (2.) in ’t gilde
der Goudfmeden , cn fteidc hem
vervolgens- tot 'Legerhoofd over de
Vlaamfche benden, welken zoo van
Gend , Brngge als Ypere cerlang
voor Doornik trokken , daar zy de
Voorftad in koolen leiden , maar zoo
onverfaagd door de bezetting dier Stad
befprongen wierden, dat de Hertog
van Gelder, nevens eenige anderen, op
L Veel.
(il Memoir.
de
0. de U
Marche
tag. 6n.
ä^laandr.
'^SS.fo!.
4'6.
den vyfentwintigften van 'Weidemaand,
aldaar verflaagen b le e f, en de Vlaamingen
dus reddcloos terugge keerden,
leggende de fchuld der nedcriaage op
dc dcrtelhcid der Bruggcnaaren, (3) die
meerder op vermaaklykheden dan verweering
gcflecpcn waren , cn naar
gccn bevel luiftcrden.
Doch aleer dit Trcurfpcl cindigde,
ontftondt ’er, uit den yver voor de ou*
de vryheid , geen gelinge beweeging,
naa den dood van Hertog Karel, onder
de Hollanders, welken by het af*
weezen van hunnen Stadhouder , die
zieh by de Vorftin ophicldt, hun voordeel
zogten ; zulks de Edelen cn Steden
eerft te Elaarlem , vervolgens te
Leyde, en eindelyk in ’s Graavenhaage
(4 ) in hunne buitcngewoone dagvaar-
dcn den welftand des volks beraam-
d cn ; en dewyl de Landsvrouwe eenen
ieder der bedienden haars Vaders in
zyn ampt , dus ook den Hecr van
Gruithuize in het Stadhouderfchap
van Holland j Zceland en Weftvriesland
, beveftigd hadt , en dit den
Landzaaten en inzonderheid den Regeerderen
tegen de borft was , zoo
hebben de zelven met een algemeen
befluit , wyl de Hoekfen cn Kabel-
jauwfen zieh tot dit einde onderling
verzoend hadden , gcvveigerd weder
ccn uitheemfchen Stadhouder te ontfangen
, en dien knoop zoo fterk aan*
gehaald , dat zy , op de gemeene
vergadering te Gend gekoomen , vooraf
aan de Vorftinne Maria vertoonden j
dat hunne vryheden veel verminderd
en fommigen geheel verbrooken waren
, en verzogten dierhalven vcrbc-
tering der zelven , waarvoor zy wederom
hunne hulp in ’t nypefn deezer
gevaarlyke tyden aanbooden.
Des de Vorftin, dc zaaken kundig
zynde , heeft voor zieh cn voor haa*
re Onderzaaten cn Naakoomelingen , ten
gemeenen nutte dier Landfchappen ,
op den veertienden van Lentemaand,
verfcheidene voorrechten herfteld cn
andere nieuwe ingezet. By den zelven
brief ( y ) beloofde zy ook geenen
Egtgenoot te zullen kiezen,noch eeni-
Mm gen
1477
{3)Chron;
van
Vlaandr.
MSS. fol.
416.
(4) Gout*
hoeven
Chron.
van Hollk
fol. 507.
(5) Groot
Privil van
Vrouwe
L,