I 1*1
>* ( HilSl I
■hlil
4 0 La
Hirt.dTtaliadiFr.
Guicciard.
pag.
348.veiia.
<2.1 Daniel
Hift.de
France
T om . lV . pag, 048,
ilLtei- talia di fr.
Guicciard.
pag- 149.
(•4) MalianaHift.
d’Efpagne
T om . V.
pag. 415.
midsgaders over de vierduizend hunner
gefneuvelde fpitsbroederen, ophet flagveld
lieten. De Overwinnaar verzuimde
niet, terwyl de Franfen by den nagt
her- en derwaart verilooven waren,
van deeze zege , die het Ryk deedt
waggelen , te vervolgen ; des, naa
Cerignola opgegeeven was, zettede hy
zynen tred regt op Napels ( i ) aan,
daar hy zonder flag of ftoot in raakte,
verkrygende met geen meerderen
arbeid Averfa, Capua en andere voornaame
Veftingen ; gelyk onlangs hiernaa
de Kafteelen van Napels ook voor
’t geweld zyner wapenen bukten, om
welken te w’innen de mynen (2) de
eerftemaal met vrugt gebruikt zyn.
De tyding deezer nederlaagen , die
even agt dagen tyds naa elkanderen
gevielen, bragt den Koning vanVrank-
j-yk in groote verflaagenheid , en niet
minder den Aardshertog Philips, welke
duslang in Savoije verbleeven was,
cn, den Koning van zyn leedweezen
verzekerd hebbende , fchreef zynen
Schoonvader Ferdinand , zich beklaa-
gende over des zelfs gedrag ( 3 ) en ’t
fchenden des Vreedes. Wanneer dees
de brieven niet naar genoegen beant-
woordde , en de Aardshertog het meefte
van den Zomer , zoo door ziekte
als andere beletfelen, in Savoije gebleeven
was , zoo begaf die zich naar
Duitsland by zynen Vader Maximiliaan,
welke hem uit al zyn vermoogen zogt
(4) te beweegen tot het breeken van
den Vreede , ' of ten minile verzogt
niet kwaalyk te willen neemen , dat
een handel , die aan den eenen en
den anderen naadeelig was, van geene
waarde gehouden wierdt by den Koning
Ferdinand , welke door zyne
Gezanten den Keizer zooverre zogt op
te maaken , dat hy den Oorlog aan
Vrankryk zoude verklaaren, daar Maximiliaan
verwagting van ’s Keizers woord ver- lyo;
trouwende , vondt niet oorbaar zulks '
te waagen.
De Aardshertog nam middelerwylen
de rcis naar Nederland aan, zich weinig
bekommerende over zyne Gemaalin,
die in Spanje verbleeven , en van geduurigen
zich gewillig toe aanboodt ; ja
om zelf aan ’t hoofd zyner Krygsknegten
in Lombardie te trekken, mids
de Koning van Spanje hem de penningen
tot het onderhoud van dien oorlog
bezorgde : maar Ferdinand, meer
op de bezitting van ’t geld dan op de
naaryver zoowel als van ongemeene
drift (f) wegens hem der-(5) m.
maate bezeeten was , dat Zy met alle ,
geweld naar Vlaandre wilde , niette-
genftaande haare Moeder verfcheidene
voorwendfels bedacht; nuvertoonende,
dat men geene gelegenheid, om eene
Vloot toe te takelen , die haar naar
Vlaandre zoude vervoeren , wift uit
te vinden ; dan weer dat de Herftt-
winden te fterk, de ftormen te fei en
te meenigvuldig waren ; maar gebeden
, bedreigingen , bew'yzen noch
reden, noch iet'was bekwaam om de
ontftelde herfenen te bedaaren , of de
zwaare dampen, die haar zomtyds als
uitzinnig maakten, van het lyf te vaa-
gen. Dit liep zooverre , dat zy op
zekeren tyd van Medina del Campo,
daar zy bewaard wierdt , meende te
vertrekken, om zoo te voet naar Nederland
te gaan ; des haare bewaarders
voortaan de valbrug van het Slot optrokken
, waardoor zy federt altyd
aan de poort van ’t Slot bleef ftaan,
cn ging ’er niet van, dan om te eeten,
te drinken of te ilaapen , ontziende
noch den wind, noch den regen, noch
de koude des Winters. Als de Koningin
befpeurde, dat’er geene middelen
op de ontftelde zinnen hegtten, be-
valze, om haare Dochter te voldoen,
van eene Vloot, (6) in de haven van
Laredo uit te ruften, die de Prinfes,
zoodra men de Zee mogt bebouwen, ]«■]
naar haaren Gemaal in Vlaandre zoude
overbrengen.
Koning Lodewyk, geweldig verftoord
op Koning Ferdinand over het gedrag
in ’t Ryk van Napels , befloot zich
met de wapenen te wreeken ; tot dit
einde verhief hy den Markgraaf van
Salusfcs tot Onderkoning van Napels,
en François Gonfaga, Markgraaf van
Mantua , tot Algemeen Veldheer zLyncs-
,) Daniel kFraan.dcee Toro.I'^-
pag. 647-
(i)La Hift.d'I.
Uüa diFr.
Guicdatd.
pag,
'53.verfa,
5' La
lill.d'1.
UliadiFr.
Guic.
Legers : t’evens bragt hy vier Heir-
krachten (i) in de wapenen, eene ter
Zee, die men te Maifeille en te Genua
uitruftte, de drie overige te Land ,
van welken twee op de grenzen des
Ryks verbleeven , de derde , die door
het Kerklyk gebiedt naar Napels gefchikt
wierdt, beftondt uit weinig min dan
twintig duizend Franfen of Zwitferen ;
maar de traage voortgang van dit volk
verbrodde het ganfche werk , niet weinig
verhinderd door het omkoomen van
Paus Alexander den Zesden. Welke,
met zynen Zoon C^efar Borgia , een
Geweldenaar en Meefter van allerley
gruuweldaaden, in den wyngaard des
Kardinaals Cornetto ten eeten genoodigd
zynde , aldaar by misgreep van
den vergiftigden wyn dronli, die Cte-
far , verilingerd op de rykdommen
des Kardinaals , voor den zelven ge-
brouwen hadc : dees hielp den Paus
den naaften dag van’t leeven, en zynen
Zoon, die ’er meé van in ’t lyf hadt,
door de fterkte zyns lighaams en ’t gebruik
van tegengifc geholpen , in een
zwaare ziekte. Dusdaanig een einde
hadt Paus Alexander de Zesde, wiens
lighaam in Ste Pieters Kerke ten toon
gefteld , van geheel Rome bezogt
wierdt, en niemand, getuigt eenge-
loofwaardig Hiftorifchryver van (i) Italie
, Wiens woorden ik hier zal inklampen
, konde zyne oogen verzaadigen
iu ’t befchouwen van d it ademlooze
monfler, dat met zyne onmaatige ß a a t-
z u g t , verderßyke ontrouwe, en met
alle voorbeelden van gruuwelyke wreedh
e id , verfchriklyke onkuisheid en on-
gehooräegierigheid, a id e waereld ver-
g iftig d hadt. Uit het fterven van den Paus fproot
te Rome (3 ) federt zoo gevaarlyk een
oproer, en bittere verdeeldheid of alles
hec onderfte boven wilde keeren,
des de Kardinaalen, die het lighaam
dier Kerke uitmaakten, aan de eene
zyde voor de faamgefpanne muitelingen
, aan de andere voor het Franfche
Leger bedugt, niet wiften wat
te beginnen : en waarlyk niec buiten
reden, wyl de Markgraaf van Man-1
L D e e l,
tua ftraks naar Rome trok, zonder het lyoj
volle getal der Zwitferen, van welken ^
hy ilegts een deel bekoomen hadc, af
te wagten: insgelyks was de Franfche
Vloot bevoolen den mond des Tibers
te bezetten. Alle deeze beweegingen
bragten ’s Pauzen Zoon, Csefar Borgia,
in groot gevaar, en geen mindere
bekommering, te meer, vermids
eenige. kleine Vorften van Italie, wier
Landen hy overweldigd hadt, tegen
hem opftonden. Dus van alle kanten
benard zogt hy heul aan den Gezant
van Vrankryk, en beloofde de Franfen
uit al zyne magt te helpen om de
Spaanfen uit Napels te verjaagen; t’evens
gaf hy hoope van door zynen
aanhang den Kardinaal van Amboife tot
den Pauslyken Zetel te zullen verhefi
fen. Dees, ophet Kerklyke gebied lang
gedoeld hebbende , fpoeide zich te '
poft (4) derwaart aan, brengende den (4) La
Kardinaal van Arragon , en Afcanius S'difr.
uic de gevangeniíTe verloft hadt ,
met ciard.rsî.
pag. zich.
Terwyl het Franfche Leger in ’t gezigt
van Rome ftand hieldt , en aUes
zich uitrerlyk gunftig voor Amboife
fcheen te fchikken , wift Juliaan van
Ruvere , Kardinaal van Ste Pieter ter
Boeijen, door de Spaanfche als andere
Kardinaalen, heimelyk het ftuk zoo
te befteeken , dat François Picolomini
tot Paus verkoozen wierdt, welke
zich Pius de Derde heete. Hierdoor
iloeg de hoope der Franfen aan ’c kwynen
, wyl Pius de Spaanfen begunftigde
, en Borgia zoekende hulpe by
den Paus, zich openlyk voor die party
verklaarde , waardoor hy voor de
laagen zyner vyanden op het Kafteel
van Ste Angelo geborgen wierdt. Doch
Pius hadt de hooge waardigheid noch
geene maand bekleed, of hy ftierf en
bragt Borgia in grooter angfte dan
voorheen ; des de Kardinaal van Ruvere
, ziende door ’t vertrek van
’tFranfcheLeger de ftroomen verloopen,
thans zyne baken veranderde , nam
Borgia in den arm, dien hy de ftemmen
van des zelfs aanhang afvorderde,
Tt tt en
iiP
I mt!
, [.s*
»ttl'. ’
li*!-;!-;/!