H I S T O
vriendfchap verbonden
1506 zoonaauw in
--------was, dat, in geval van weigeringe,
pag, 91.
hy verplicht zoude zyn, hen met magt
van volk by te fpringen; doch Lodewyk
, onder voorwendfel dat Hertog
Karel hem , en verfcheidene Grooten
van Vrankryk, zeer naa in den bloede
beftondt , hieldt dit zoo l a n g . draalen-
de, tot hem het overlyden van den
Kaftiliaanfchen Koning ter ooren kwam.
Toen fchreef hy, in ’t begin vanWyn-
(OLm- maand, ( i ) naar Spanje aan Jan Graaf
nteyLouis van Naffou, Jan van Lukfemburg Heer
¡x“ - van V ille , Frederik van Croy Heer
^ van Reux en andere bedienden van den
geftorven Koning, dat hy uit medelyden
wegens des zelfs agtergelaatene
Kinderen , reeds den Hertog van Gelder
en den Heer van Sedan doen weeten,
en den algemeenen Stedehouder der
Nederlanden Willem van Croy zyne
hulp aangebooden hadt; gelyk hy den
gemelden bedienden, indienze door
zyn Ryk wilden terugkeeren, veiligheid,
en goed onthaal beloofde. Wy ders
beval hy den Kardinaal van Amboife
aan Margarita van Ooftenryk de
(1) Let- rouwklagt (x ) over ’t verlies haars
Broeders af te leggen, en die Vorftin
van zyne goede neiginge omtrent de
jonge Weezen te verzekeren.
Hoewel deeze betuiging van ’s Konings
vriendfchap, en de luttel voor-
fpoeds der Nederlanderen, die het
hoofd voor Wageninge geftooten hadden
, den weg baanden tot eene faamenkoomft
en ’t beraamen eener wa-
DJSiich- penfchorfinge; (3 J ’t was echter van
Grid” Ge- 8^™ gsvolg, wyl ’t groot werk in-
fchied. hadt zooveele Hoofden der Gelderfen,
iol.3*3- ¿¡e ¡jj partyfchappen verdeeld waren,
onder eene kap te brengen; dierhalven
bleef de kryg fleuren, en Floris Heer
van Yffelftein ontwrong den Gelderfen ,
nog voor ’t uitloopen van den Veldtogt,
de Sterkte by Ravenswaay tusfchen
Kuilenburg en Duurftede.
Onder het ontvonken van deezen
twift hadt de langduurige tweefpalt
der Sakfen en Groeningeren een zeldtres
du
R o y
Louis
XII.
T o m . i .
pag. 93.
Vriezen, hadt, mids die van Groenin-
gen zich voor hem niet buigen wilden,
het Opperbevel over zyne knegten aan
Edzard, Graaf van Ooftvriefland, opge-
di-aagen, de gemelde Stedelingen door
twee Blokhuizen beflooten , midsgaders
door de langduurige belegering en
wreedheid der Sakfen tot de uitterfte
elende gebragt, en van elders geene
hulp te wagten hebbende , doordien
de Keizer verflondt, (4 ) dat Gioenin-
ge onder Vriefland , en hierdoor onder
het gebied van den Saks behoorde;
dierhalven den Biffchop van Utrecht,
die ’er wegens zyne Kerk een ouden
eigendom op meende te hebben, wel
fcherp op ban en boete verbooden hadt
de Groeningers te helpen. Deezen
willen in zoo grooten nood geen veili-
ger uitkoomft te bedenken , dan Edzard
, Graaf van Ooftvriefland, voor Befchermer
in den naam van ’t Keizerryk
te verkiezen: in welle voorneemen
het geval hen meS v ie l, wyl een der
Sakfifche Legerhoofden ( y ) zich by
den drank Uet ontvallen, en tegen Edzard
ftaande hieldt, dat het Oppergebied
van Ooftvriesland ook aan zynen
Heer behoorde , en hierdoor zooveel
agterdocht in den Graaf verwekte, dat
hy de benaauwde Stedelingen federt
een gunftig oog toonde, met de zelve
in gefprek tradt, en de befcherming beloofde
te aanvaarden.
(4) »M.
isaiMt
dii Ævi
door
Broueriis
van Ni.
dekcToia,
»•pag.iij.
(5)Bro(.
derPcitt
Chron.
vanVrÍEsl
MSS.P.Í
Dit «'as naauwlyks beflooten, o f de
leden van ’t verdrag wierden fchriftlyk
bekrachtigd , en de fleutels der poorten,
nevens de heerfchappy aan Edzard opgedraagen
, die ’e r , met veele Edelen
en een kloeken hoop volks, onder het
losbranden van ’t gefchut , het luijcn
der klokken, en ’t gefchat der trompetten
, van de verheugde Gemeente in
( 6 ) gehaald, en plechtelyk trouwe gezwooren
wierdt. Voorts deedt hy ’er,
om de Stad in bedwang te houden ,
terwyl de gunft nog nieuw wa s , eene
Sterkte bouwen, en deeze met diepe
graften en hooge wallen voorzien.
Door dit hulpmiddel, weinig heilzaa-
(6) Ani'
leifîa Medii
Æii
door
ßroueriia
van Ni'
dek.
Tom. I.
pag.Hi.
&leq.
zaamen draai gekreegen ; wandt de mer dan het ongemak, waanden zich
Hertog van Sakfen, afkeerig van de 1 de Groeningers uit den grootften nood
(16 Haræi
Annal.
Brab.
Tom. 1.
I0I.518.
I f o 7
Excell.
Chron.
Vt.tand.
£01.198.
(3I Daniel
Hift. de'
France
T om .iv .
pag. 699.
gered te hebben, in welken de Vereenigde
Nederlanders nog magtig be-
nard lagen ; des zy , op aanraading
van Hendrik den Zevenden, Koning
van Engcland , [die aan Willem van
C ro y, den Algemeenen Stedehouder der
Nederlanden C i ) gefchreeven , en de
Staaten tot eendragt en trouwe , in
’c befchermen en beilieren van ’s Lans*
heeren agtergelaatene Kinderen goederen
en Landen ernftig vermaand , en
zyne hulp beloofd hadt] de Staaten
des Lands te Loven (x) vergaderden ;
welken , naa lange overweegingen ,
eindelyk beftooten hunne Gezanten met
den aanvang van ’t jaar zeven aan den
Keizer te zenden, en dien de Voogdy,
als naail in den bloede, op te draagen.
Wandt dat Philips in zynen uitterften
wil den Koning van Vrankryk tot
Voogd over zynen Zoon zoude aangefteld
hebben, gelyk veelen en zelfs beroemde
Schryvers te boek geftaagen
hebben, ' is krachtig genoeg wederleid
van eenen'der befte Franfche (3 ) His-
torifchryveren , en in den uitterften
wil van den Kaftiliaanfchen Koning niet
te vii;den ; ook fchynt zulks uit den
ftand dier tyden en het opftooken van
den Gelderfchen Hertog, daar Philips
reeds voor zyn fterven van berigt was,
niet gelooflyk.
De Nederlanders, dus naar mtheem-
fche befcherming zoekende, kreegen
den naabuurigen vyand heviger op het
lyf ; vermids de Gelderfen met den
Franfen onderftand, poogende in de
Betuwe te dringen en van den Hertog
van Kleef geftuit zynde, met alle
magt in Brabant vielen, Turnhout o-
verweldigden en uitplonderden, de
wyven, mids de mannen gevlugt waren
, gevangen (4 ) meefteepten, en
die zoolang in verzekeringe hielden tot
haar losgeld betaald was. Onlangs hiernaa
befteedenze groot geweld op de
Stad Dieft; doch Jan Graaf van Naftbu,
die ’er Heer van was, middelerwylen
nevens andere bedienden weder uit
Spanje gekoomen, hadt ’er zich met
zoodaanige bezettinge in geworpen, dat
de Gelderfen de fcheenen ftieten en
voort vertrokken naar Dalem, datze
overwonnen, en, Hai in koolen geleid
hebbende, het beleg voor Tienen floegen,
( f ) en het zelve den agtften van
Bloeimaand met zoodaanige verwoedheid
overweldigden, dat ’er oud noch
jon g , Geeftlyk noch Waereldlyk verfchoond
bleef. Toen de Kerken en
Kloofters uitgeplonderd,' de Stedelingen
gedood, verjaagd o f gevangen waren,
liepenze het Land van Kempen en
Hasbaije (6 ) plat , en overlaaden met
buit weder naar Roermonde. De ge-
lukkige uitftag in deeze ftoute pndcr-
neeminge, die zonder merkelyken tegenftand
voltrokken was , paften de
Gelderfen, als een teken van ’s Hemels
gunfte, op zich zelven, even o f het
beleggen des oorlogs dus door den Al-
leropperften beftierd ware ; welke betekenis
, myns oordeels, uit den ne*
vensftaanden penning te vinden is.
(4) Die
Excell.
Chron.
van Brab.
pag.n.iiiji
r p Ad.
Barlandi
Chron.
Duc.Brab;
pag. 1Ö9;
(6) SlicH^
tenhorft
Geld. Ge.*
fcliied.
fol. 324»
H e r to g K a re l w o r d t o p d e v o o r z y d e g e w a p e n d , m e t h e t zw a a rd in d e v u i i l e n te p a a rd
z itte n d e , in d ie g e d a a n te g e v o n d e n , a ls o f h y z y n e v y a n d e n v e r v o lg d e , h e b b e n d e t o t om -
f c h r i f t ,
K A R O L u s D V X G E L R i ^ I V L i m C O m e s Z V t p h a n i ^ e .
K A R E L HERTOG VAN G E L D E R , V AN GUL IK EN
GRAAF VAN ZUTFEEN.
I . D e e l F f f f f R o n d om
(ihm
C t:„ m J IB